Direct naar artikelinhoud
Rubriek

Het Rijnlandse model voor bedrijven ligt op zijn gat

Het Rijnlandse model voor bedrijven ligt op zijn gat

Het is een cliché om een fusie een huwelijk te noemen. Maar het Europese deel van Tata Steel blijkt te zijn uitgehuwelijkt aan een kruitvat. Het Duitse staalconcern ThyssenKrupp is ontploft, nog voordat de confetti van de bruiloft was opgeruimd.

Drie dagen na het jawoord besloot ThyssenKrupp-topman Heinrich Hiesinger plotseling te vertrekken. En maandag gaf ook de voorzitter van de raad van commissarissen Ulrich Lehner de pijp aan Maarten.

Reden is dat de grootaandeelhouders niet tevreden zijn met de verzelfstandiging van alleen de staaldivisie, maar ook de rest van het concern willen ontmantelen. En daarbij behoren niet alleen roemruchte aasgieren van buiten die zich nu ook in Duitse bedrijven hebben genesteld, maar inmiddels ook de traditionele aandeelhouders die het erfgoed tegen deze aasgieren zouden moeten beschermen.

Duitsland koesterde tot voor kort zijn Rijnlandse model, dat de basis was van het Wirtschaftswunder. Bedrijven moesten opkomen voor de belangen van alle stakeholders: naast beleggers ook die van klanten, leveranciers en werknemers. Dat was de beste manier om de toekomst van een bedrijf op langere termijn te waarborgen. Het conglomeraat paste in die gedachte omdat florerende onderdelen de verliezen konden opvangen van delen die het minder goed deden.

De ‘Rijnlanders’ zetten zij zich af tegen de Amerikaanse en Britse bedrijven met hun Angelsaksische model, waar aandeelhouderswaarde voorop staat.

Maar de Deutsche Bank die ooit een spilfunctie vervulde in het Rijnlandse model, ligt in de touwen. Volkswagen, de trots van Duitsland, heeft forse deuken opgelopen. En nu dreigt ThyssenKrupp te worden ontmanteld. Hier werd de eenheid altijd bewaakt door de Alfried Krupp von Bohlen en Halbach Stiftung, een stichting van familieaandeelhouders die 21 procent van het aandelenkapitaal bezit.

De laatste jaren hebben twee grote buitenlandse hedgefondsen zich weten binnen te dringen in het concern: Cevian en Elliott Management, onder meer bekend als onruststoker bij AkzoNobel en NXP. Beide hebben geen boodschap aan het oude Rijnlandse model en willen dat ThyssenKrupp na de staalpoot ook de liften- en roltrappendivisie verkoopt. Dat werd lang tegengehouden door de stichting, die nauw samenwerkte met de vakbonden. Maar nu blijkt voorzitter Ursula Gather van de Krupp Stiftung achter de rug van haar medecommissarissen met het Finse Kone hebben gesproken, die de liftendivisie wel wil kopen. Dat is absoluut not done.

Het is geen incident bij een ‘Rijnlands’ bedrijf. Siemens, Daimler-Benz, Continental en RWE voelen zich allemaal gedwongen in het kader van winstmaximalisatie onderdelen af te stoten, zodat de aasgieren sneller de zakken kunnen vullen.

Het Angelsaksische model is aan de winnende hand. Het Rijnlandse model ligt op zijn gat.