Direct naar artikelinhoud
Wereldoorlog

Model voor feministische fabrieksposter overleden

De Amerikaanse propagandaposter 'We Can Do It' uit 1943.Beeld AFP

Naomi Parker Fraley stond model voor een Amerikaanse fabrieksposter uit de Tweede Wereldoorlog, die uitgroeide tot een uithangbord voor het moderne feminisme. Maar pas twee jaar geleden, 75 jaar nadat de iconische poster verscheen, werd duidelijk dat zij er model voor had gestaan.

Fraley, een van de ruim zes miljoen vrouwen die tijdens de oorlog in de Amerikaanse fabrieken werkten, kon niet lang genieten van haar plotselinge roem. Jarenlang werd gedacht dat een andere fabrieksarbeidster de vrouw was die met opgestroopte mouwen en rode hoofddoek collega's aanmoedigde hard te werken. Afgelopen zaterdag overleed ze, op 96-jarige leeftijd. "De vrouwen van Amerika hebben goede voorbeelden nodig", zei ze in 2016 tegen het weekblad People. "Als zij vinden dat ik zo'n symbool ben, dan doet mij dat goed."

De kranige dame die op J. Howard Millers poster uitroept "We can do it!", werd bekend als een van Amerika's 'Rosie the Riveters': de vrouwen met de klinknageltang die de oorlogsindustrie ondersteunden. De poster verscheen in 1943 korte tijd in de fabrieken van het Westinghouse-concern om het moreel van de duizenden werknemers op peil te houden.

Miller heeft nooit gezegd door wie hij zich liet inspireren voor de poster. Maar de vrouw die hij tekende, leek opvallend veel op Fraley. Het jaar daarvoor was zij gefotografeerd in een marinebasis in het Californische Alameda, vlakbij San Francisco. Op de zwart-witte foto staat de 20-jarige Fraley, gestoken in een overall en het haar bedekt met een bandana, achter een draaibank.

'Als de vrouwen van Amerika vinden dat ik een goed symbool ben, doet dat deugd'
Naomi Parker Fraley

Samen met haar 18-jarige zusje werkte Fraley toen in de werkplaats aan de reparatie van onderdelen van onder andere marinevliegtuigen. Vanaf de basis stegen toen dagelijks vliegtuigen op voor bombardementsmissies tegen Japanse doelwitten. De foto belandde in talloze kranten in de VS, onder ander in de grootste krant in Millers woonplaats Pittsburgh.

Fraley zag de poster pas na de oorlog. Zij vond dat ze wel leek op de vrouw maar bij de serveerster gingen toen geen alarmbellen rinkelen. De poster, die door Westinghouse slechts kort werd gebruikt voor de interne campagne, werd pas wereldberoemd in de jaren tachtig. Millers werk werd opnieuw gedrukt en talloze exemplaren belandden in woonkamers, restaurants en kantoren van vakbonden en vrouwenorganisaties. Opnieuw werd de vraag gesteld wie toch die vrouw was met de rood-witte doek die over het kapsel was geknoopt als een bandana. Uiteindelijk stapte een andere vrouw, Geralddine Hoff Doyle, naar voren met de claim dat zij Miller had geïnspireerd. Doyle werkte in de oorlog in een fabriek in Michigan en zij leek sprekend op de vrouw op de zwart-witfoto. Zij groeide uit tot de 'Rosie the Riveter' van de Westinghouse-poster.

Fout rechtgezet

Pas in 2009, toen ze een oorlogsmonument bezocht in een nationaal park in Californië, ontdekte Fraley tot haar stomme verbazing dat Doyle werd gezien als de inspiratiebron voor de poster. De zwart-witfoto was daar tentoongesteld en in het onderschrift stond de naam van Doyle.

"Ik kon het gewoon niet geloven omdat ik het was die op de foto stond", zei ze tegen People. "Ik was stomverbaasd." Fraley stuurde naar de parkdienst een kopie op van een oud krantenstuk, met daarin de foto. In het onderschrift stond keurig vermeld dat de vrouw achter de draaibank niemand minder dan Naomi Parker was.

Maar het haalde niets uit. Pas twee jaar geleden, dankzij een studie van een hoogleraar van een universiteit in New Jersey, werd de fout rechtgezet. Niet Doyle maar Fraley, concludeerde hoogleraar James Kimble na zes jaar speurwerk, was de échte Rosie. "Uiteindelijk blijkt dat alles wat wij dachten te weten over Rosie the Riveter, fout was", aldus Kimble toen tegen de krant Omaha World-Herald. "Fout. Fout. Fout."