Vlaamse universiteiten zullen niet meer samenwerken met Israëlische partners die mensenrechten schenden
De Vlaamse universiteiten zullen geen nieuwe samenwerkingen aangaan met Israëlische partners die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen. Dat heeft de Vlaamse Interuniversitaire Raad bekendgemaakt. "We willen hiermee vooral verduidelijken wat we al doen", reageert VUB-rector en voorzitter van de Vlaamse Interuniversitaire Raad Jan Danckaert
Op 14 januari riepen meer dan 6.600 professoren, medewerkers en studenten de Belgische universiteiten op om de samenwerkingen met Israël stop te zetten vanwege het conflict in Gaza. "Als wetenschappers, studenten en medewerkers van de Belgische universiteiten dragen wij mee de verantwoordelijkheid voor het beleid van onze instellingen", luidde het in de open brief.
De open brief was gericht aan de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Conseil des retrices et recteurs (CRef). De VLIR heeft nu, mede naar aanleiding van de open brief, de samenwerkingen met Israël opnieuw geëvalueerd. "We willen daarmee vooral verduidelijken wat we al doen", klinkt het bij Jan Danckaert, voorzitter van de VLIR en rector van de VUB.
Grote terughoudendheid bij nieuwe samenwerkingen
"De Vlaamse universiteiten hebben in 2019 al een mensenrechtentoets ontwikkeld waarmee we alle projecten screenen op mogelijke schendingen van de mensenrechten. Dat wil zeggen dat we kijken naar de inhoud van de projecten, naar de instellingen en partners die het project zullen uitvoeren, en uiteraard ook naar de mensenrechtensituatie in het land zelf", licht Danckaert toe. "Die 3 factoren worden samengenomen om te beslissen of een project kan doorgaan of niet."
Zo gaan er bij een project bijvoorbeeld alarmbellen af als er een risico is dat de resultaten van het onderzoek zouden kunnen leiden tot militair gebruik. "Daarvoor kijken we ook per partner of er eventuele samenwerkingen zijn met het militair apparaat in de betrokken landen."
De VLIR herhaalt dat de Vlaamse universiteiten geen nieuwe samenwerkingen meer zullen aangaan met Israëlische partners die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen. "Dat betekent niet dat alle samenwerkingen op de schop gaan", aldus Danckaert.
"Lopende samenwerkingen zijn extra gescreend, en sommigen daarvan worden stopgezet. Sinds ons verstrengd beleid zijn er bovendien nog zeer weinig nieuwe aanvragen voor samenwerkingen met Israëlische partners binnengekomen. Er is toch een grote terughoudendheid om nieuwe samenwerkingen aan te gaan."
Wel nog Europese samenwerkingen
De meeste samenwerkingen die nu nog lopen zijn volgens Danckaert samenwerkingen die kaderen in een Europees project. De ondertekenaars van de open brief hadden ook opgeroepen om Israëls deelname bij die Europese onderzoeks- en onderwijsprogramma's op te schorten.
De Vlaamse Interuniversitaire Raad laat weten dat het, samen met het CRef, al meermaals een verzoek heeft gericht aan de Europese Commissie om universiteiten bij te staan bij de screening van nieuwe projecten. "We hebben al herhaaldelijk aan de Commissie gevraagd om de universiteiten te helpen om die screenings te doen en om daarvoor de nodige tools aan te reiken. Maar tot nu toe is de Europese Commissie daar nog niet op ingegaan", zegt Danckaert.
Danckaert benadrukt dat de Belgische universiteiten met de screening een van de meest verregaande toetsingen doorvoeren op Europees niveau. "Ik denk dat we wel kunnen zeggen dat Vlaamse en Belgische universiteiten zeer ver zijn gegaan in het screenen van Israëlische samenwerkingen."
De screening geldt voor alle duidelijkheid niet enkel voor Israëlische samenwerkingen, "maar voor alle landen waar mensenrechtenschendingen zijn, en dat zijn er jammer genoeg meerdere", besluit Danckaert.