Direct naar artikelinhoud
InterviewSylvie Kreusch & Eefje De Visser

Sylvie Kreusch en Eefje De Visser over 505-concerten: ‘Het enige wat je kunt schreeuwen op het podium: staakt het vuren!’

Eefje de Visser (rechts) over Sylvie Kreusch: 'Je bent méér dan een cool wijf, je kunt mensen nu ook diep raken.'Beeld Charlie De Keersmaecker

Wie zich wil vaccineren tegen de heersende epidemie van algemene hufterigheid, kan zondag 5 mei afzakken naar het Sint-Jansplein in Antwerpen voor het benefiet 505: Concerten Voor Menselijkheid. Dienen daar, van de meer dan zestig namen op de affiche, het zachtste prikje toe: hartsvriendinnen Eefje
de Visser (38) en Sylvie Kreusch (32).

De ochtend baadt in een niet onprettige chaos. Eefje zit in pyjama te ontbijten, zoon Pablo beeldt met zijn autootjes een talloze slachtoffers eisende kettingbotsing uit, Sylvie hijgt na van de succesvolle achtervolging op haar hond Kratje. In de hoek doet een verdwaalde Humo-journalist zijn best om niet te hard onder de indruk te zijn.

Waar is jullie vriendschap begonnen?

Sylvie Kreusch (aan de keukentafel neerzijgend): “Grappig verhaal, vertel jij het maar.”

Eeefje de Visser (lacht): “Is het mijn beurt, ja? Mijn man Pieterjan (Coppejans, red.) en ik hadden thuis een studio waar we continu bands en muzikanten over de vloer kregen. Op een dag was saxofonist Mattias De Craene er met zijn trio MDCIII. Wie was er onverwachts bij, om gastvocalen op te nemen? Sylvie Kreusch! Ik kende haar als artieste en had een iconisch, übercool beeld van haar – een rockster onder rocksterren, een wauw-verschijning die elk podium met haar en huid opat. Maar goed, toen was ze daar, en eerlijk gezegd was ze toch een beetje...”

Kreusch: “Ja, zeg het maar.»

De Visser: “Klungelig!”

Kreusch (lacht): “Zo ben ik. Ik had je zelfs helemaal niet herkend. Toen ik je naam hoorde, stonden we daar naast elkaar star-struck te wezen.”

De Visser: “Intussen verzorgt Pieterjan ook Sylvies livegeluid en zijn we voortdurend in elkaars leven.”

Kreusch: “We hebben hetzelfde management, hetzelfde team... Maar onze muziek is helemaal anders.”

De Visser: “Onze energie ook. Sylvie is wilder en instinctiever. Ik ben van de fijne lijntjes, terwijl Sylvie met de grove borstel schildert.”

Kreusch: “We zijn een goed klankbord voor elkaar. Als ik Eefje iets laat horen en zij vindt het goed, dan weet ik dat ik verder kan. Er zijn weinig mensen wier mening ik zo waardeer.”

Mag ik jullie een paar complimenten toezwaaien?

De Visser (leunt achterover): “Waarom ook niet!”

Eefje, lees jij de Humo-column van Michèle Cuvelier?

De Visser: “Nee, maar mensen hebben me gestuurd wat ze over mij heeft verteld.”

In de slechtste periode van haar leven luisterde Cuvelier onafgebroken naar je plaat Bitterzoet. ‘Het mooie aan Eefje,’ schreef ze, ‘is dat ze een gebroken hart kan lijmen.’

De Visser: “Ongelooflijk, hè? Je durft toch niet te hópen dat je zo van betekenis kunt zijn voor een ander? Daar kan ik eerlijk gezegd nog altijd niet goed bij.”

Nog een compliment: je bent een soort kweekvijver voor vrouwelijk talent geworden. Nina Kortekaas, bekend van Noa Lee en Portland, heeft nog in je band gespeeld, net als Meis. Pitou zong ooit in je voorprogramma, MEAU noemt je een inspiratiebron...

Kreusch: “Eefje is the mother of mothers!»

En momenteel breekt je achtergrondzangeres Teun Truijen potten in Humo’s Rock Rally...

De Visser: “Ze is gewoon onwaarschijnlijk goed. Ik ken haar al zo lang... Teun kwam in de prille begindagen altijd met haar ouders naar mijn optredens in de piepkleine zaaltjes van Maastricht. Toen ze pakweg 8 jaar was, droeg ze een grote zwarte bril en een leren jasje, met zo’n grote knot op haar hoofd. Ik raakte bevriend met haar moeder Ellen. Op een dag, toen Teun een jaar of 12 was, vroeg Ellen haar om een liedje te zingen aan de piano. Ik hoorde meteen dat er Iets Gebeurde. Ik heb lang getwijfeld of ik haar op haar 18de al moest vragen voor mijn band – ze had geen podiumervaring – maar door haar talent kón ik simpelweg niet anders.”

Kreusch: “Hoe gek voor haar. Sta je daar plots op het podium met je jeugdidool!”

Sylvie Kreusch: ‘Ik heb soms heimwee naar de moeilijkste momenten in mijn leven.’Beeld Charlie De Keersmaecker

Wat bewonder jij aan Eefje?

Kreusch: “De moeiteloze manier waarop ze het moederschap met het muzikantenbestaan combineert.”

De Visser: “Je wilt zelf ook kinderen, hè?”

Kreusch: “Tuurlijk! Vandaar dat ik met zulke grote ogen naar je kijk.”

De Visser: “Een gouden tip: vraag op tijd om hulp. In het begin is het niet makkelijk om je kind aan anderen toe te vertrouwen. Ik breng nog altijd héél veel tijd door met Pablo, hij zal altijd op de eerste plaats komen. Maar tegelijk denk ik dat het waardevol en gezond is voor een kind om sociaal flexibel te zijn, en véél opvoeders te hebben.”

Kreusch: “It takes a village...”

De Visser: “...to raise a child, precies, ja. Daar geloof ik écht in. De ouderparen die ik ken die allebei fulltime werken én voor de kinderen zorgen, ervaren het als loodzwaar. Terwijl mensen historisch gezien altijd in groepen hebben geleefd, hè? Je deed het sámen.”

Kreusch: “Ik hou van dat ouderwetse dorpsgevoel. Ik woon in een groot appartementsblok dat fungeert als een soort minigemeenschap. Er zijn mensen die ook honden hebben, en dan spreken we af om beurtelings voor elkaars dieren te zorgen. Als er een lamp kapot is, helpt de buurman. Vroeger had ik een typische droom: een villa met zwembad op de buiten. Nu denk ik dat dat je zo ongelukkig moet maken! Als je jezelf afbakent, ben je ook maar alleen. Al zie ik me ook wel gelukkig worden in een boerderij met gehandicapte geitjes en bejaarde varkentjes.”

Eefje is zes jaar ouder. Is zij een soort grote zus voor je?

Kreusch: “Sowieso heeft Eefje veel meer ervaring...”

De Visser (onderbreekt) “Nee, ik denk dat het andersom is. Ook al is Sylvie jonger, op veel vlakken kijk ik op naar háár.”

Kreusch: “Er was een tijd dat we veel praatten over onze liveperformance. Dat ging dan over er stáán, over trots zijn op jezelf. Over flamboyant durven te zijn en over styling. Eefje was daar tot dan niet zo mee bezig, ze dacht dat mensen het raar zouden vinden als ze plots een heuse show zou brengen. ‘Ik ben toch gewoon die kalme singer-songwriter?’ Toen was ik misschien even de grote zus die je op sleeptouw nam.”

De Visser: “Ja, precies.”

Kreusch: “Bij mij gebeurde net het omgekeerde. Ik ben begonnen met theater, met spektakel en aandacht. Pas later, op m’n 25ste, was ik zelfverzekerd genoeg om mijn eigen liedjes te schrijven. Toen ik Eefje de eerste demo’s van mijn debuutplaat ‘Montbray’ liet horen...”

De Visser: “...was ik meteen héél overtuigd...”

Kreusch (onverstoorbaar) “...voelde ik me wél als het kleine zusje dat naar goedkeuring hengelde.”

De Visser: “We moesten je ervan overtuigen hoe top het was, want zelf zag je het helemaal niet.”

Kreusch: “Ik zie het váák niet (lachje). En als het er toch eens boenk op is, voel ik vooral verwarring: heb ík dat gedaan?”

De Visser: “Je songs zijn geweldig. Bij Warhaus en Soldier’s Heart was jij...”

Kreusch: “...die vrouw omringd door mannen (lachje).”

De Visser: “En nu sta je daar in je volle eigenheid. Je bent méér dan een cool wijf, je kunt mensen nu ook diep raken.”

De Limburgse techno-dj Cellini noemde jou in Humo ‘de Vlaamse Mick Jagger’.

Kreusch: “Dat heb ik gehoord! In dezelfde week was mijn goede vriendin Justine (Bourgeus, beter bekend als Tsar B, red.) toevallig naar The Rolling Stones gaan kijken. Ze sms’te: ‘Oh my God, dat ben jíj!’ (lacht)”

De Visser: “Het enige verschil is een rimpeltje of twee minder.”

Kreusch: “Ja, maar Mick ziet er dan ook héél goed uit.”

Sylvie Kreusch: ‘Als kind nam ik deel aan ­Studio 100- audities, maar een K3’tje zou ik nooit geworden zijn. Ik ben te rebels: zodra iemand probeert me iets op te leggen, begin ik vrolijk het tegenovergestelde te doen.’Beeld Charlie De Keersmaecker

SUPERHELD

Eefje, je nieuwe singles heten ‘Vlammen’ en – meteen de titel van je volgende plaat – ‘Heimwee’. Mooi woord.

De Visser: “Toch? Er zit een beetje pijn in, maar ook veel liefde.”

Het is, met andere woorden, bitterzoet.

De Visser: “Haha, eigenlijk wel.”

Kreusch: “Mijn nieuwe plaat gaat eigenlijk óók over heimwee. De single ‘Comic Trip’ baadt al in melancholie. Ik denk dat Eefje en ik allebei nostalgische types zijn.”

De Visser: “Hoe meer verdriet je kunt toelaten, hoe rijker het leven is. Op een dag zul je de kleine en grote brokjes ellende die op je pad komen, toch moeten omarmen. Doe je dat niet, duw je alle negativiteit krampachtig weg, dan sijpelt de donkerte net overal door en word je koud en afstandelijk.”

Kreusch: “Raar, ik heb soms heimwee naar de moeilijkste momenten in mijn leven. Omdat ik alles toen zo hard vóélde. Hoe verdrietig ik ook was, mijn zintuigen stonden helemaal open, mijn sensoren stonden gulzig naar de wereld gericht.”

Eefje, op je nieuwe plaat is je vader te horen in de backing vocals. Maar je zei onlangs – een beetje beteuterd, vond ik – dat je ouders de muziek die je nu maakt een beetje vaag vinden.

De Visser (lacht): “Beteuterd ben ik niet, hoor. Ik constateer gewoon dat mijn ouders de concrete muziek van mijn vroegere platen meer apprecieerden. In mijn huidig spul zit wat elektronica, bijvoorbeeld: begrijpen ze natuurlijk geen snars van. Dat is oké. Radiohead of Air – de muziek die mij voor een stukje heeft gevormd – vliegt ook zo langs hen heen.”

Wat vinden jouw ouders van je muziek, Sylvie?

Kreusch: “Mijn mama luistert naar niks anders (lacht). Ze hebben net een geitje gekocht – de auto, bedoel ik – en dat ding gaat als een slak. Maar als ze naar de Ardennen rijden, luisteren ze wel de hele rit lang alléén maar naar mijn laatste nummer, op oneindige repeat. Ik snap niet dat ze nog niet krankzinnig zijn geworden (lacht).

“Mijn mama baat een hotel uit en daar staat ook dag in, dag uit mijn muziek op. Het gênante is dat ik daar zélf een tijd heb gewerkt. Dan moest ik elke keer naar de muziekinstallatie sprinten om iets anders op te zetten. Het enige voordeel: als Spotify na mijn plaat bleef doordraaien, was de volgende artiest vaak Eefje.”

Je ouders moesten je vaak naar audities voor Studio 100 brengen. Wat als je pakweg een K3’tje was geworden?

Kreusch: “Dat zou nooit gebeurd zijn. Ik ben te nonchalant, denk ik. Te rebels misschien, ook. Zodra iemand probeert me iets op te leggen, begin ik vrolijk het tegenovergestelde te doen. Probeer me vaste danspasjes aan te leren en ik bevries. Als je wilt dat het misloopt, verplicht me dan vooral om binnen de lijntjes te kleuren.”

De Visser: “Ik zei het al, Sylvie schildert met de grove borstel.”

‘Comic Trip’ gaat over de vintage stripverhalen die je vroeger las bij je oma. Als kind vluchtte je graag in die fantasiewereld. Doe je dat nu nog in je muziek?

Kreusch: “Goeie vraag (lachje). Misschien wel. Zelfs als het thuis vlammende ruzie was, zag ik het niet, omdat ik zo hard in mijn hoofd zat. En vandaag moet ik me, zoals een superheld, verkleden om mijn krachten te vinden op het podium. Als ik in mijn jeansbroek een liedje moest zingen, zou ik me heel ongemakkelijk voelen.”

De Visser: “Ik zie je om de één of andere reden ook niet zomaar een liedje brengen op gitaar.”

Kreusch: “Weet je waarom ik graag eens een gitaar zou omgorden op het podium? Omdat ik nu al exact weet welke bewegingen ik ermee wil maken (lacht).”

Iets anders. Dua Lipa is van blond (op haar vorige plaat, ‘Future Nostalgia’) naar roodharig gegaan (op haar nieuwe, ‘Radical Optimism’). Jij hebt de omgekeerde sprong gemaakt. Hebben jullie dat afgesproken?

Kreusch (lacht): “Ik had een heel specifieke tint rood, en nu heeft Dua Lipa toch wel exact diezelfde kleur gekozen, zeker? Ik ken toevallig één van haar beste vrienden, een man die werkt voor het Italiaanse modehuis Valentino. Mijn stylist Tom Eerebout (tevens de stylist van Lady Gaga, red.) is er zeker van dat die kerel mijn foto aan Dua heeft getoond en dat ze dáárom voor die kleur is gegaan. Voor alle duidelijkheid: dat geloof ik niet, hè. Al heb ik foto’s gezien waarop ze met haar rode lokken onder water hangt, en ik moet zeggen: die leken wel héél erg op mijn video voor ‘Wild Love’.”

De Visser: “Maar jou staat het toch nóg beter.”

Jullie kregen vroeger allebei paniekaanvallen als jullie aan nieuwe muziek werkten. Is dat nog altijd zo?

De Visser: “O? Ik niet, hoor.”

Kreusch: “Ja, ik denk dat jij daar chiller in bent (lachje). Ik heb last van het impostersyndroom. Bij elke nieuwe plaat heb ik weer het gevoel dat ik door de mand zal vallen, na elke tour dreigt opnieuw het zwarte gat. Muziek schrijven is een skill die je moet onderhouden. Als je drie jaar niet meer voor een leeg blad hebt gezeten, is het altijd even zoeken. Dan vraag ik me af: hoe heb ik het ooit gekund?”

In een Humo-interview zei je dat het een uitdaging is om goeie nummers te schrijven als je gelukkig bent.

Kreusch: “Net daarom wilde ik van mijn tweede plaat een optimistisch feest maken – en dat is me ook gelukt.”

Je bent niet vervallen in zelfsabotage, die eeuwige valstrik voor muzikanten die meer inspiratie putten uit ellende?

Kreusch: “Neenee, dat zelfsabotage-ding is voorbij. Ik sta met mijn twee voeten in de volwassenheid, ik geniet zelfs als een bommaatje van het leven. Ik ga liever met mijn hond wandelen dan dat ik uitga. Seks, drugs en rock-’n-roll is iets van het verleden, daar heb ik absoluut geen heimwee naar.”

Ik had speciaal een zakje heroïne bij, maar dan stop ik het wel weer weg.

Kreusch: “Geef toch maar hier, voor als ik een jaar of 90 ben. Dát lijkt me een mooie manier om de eeuwigheid tegemoet te surfen, niet?”

Eefje de Visser: ‘Je moet de brokjes ellende op je pad omarmen. Als je alle negativiteit krampachtig wegduwt, sijpelt de donkerte net overal door en word je koud en afstandelijk.’Beeld Charlie De Keersmaecker

RUK NAAR RECHTS

Zullen we het eens over 505 – spreek uit: vijf nul vijf – hebben?

De Visser: “Welja!”

Het is een benefiet met tientallen concerten – van Stan Van Samang en Bart Peeters, Brihang en Jazz Brak, en nog zoveel anderen – rond het thema ‘menselijkheid’, of je daaronder nu een staakt-het-vuren in Gaza verstaat, de strijd tegen de genderkloof of een duurzaam klimaatbeleid. Waaraan zullen jullie denken op het podium?

Kreusch: “Er is niks zo erg als de beelden van vermoorde kinderen in Gaza. Het is de eerste keer dat ik niet kon slapen van leed dat zo ver weg was. Ik weet vaak niet wat ermee aan te vangen. Want je ziet die beelden, dan scrol je verder en twee seconden later zit je te turen naar een make-uptutorial of naar een westers wijf dat zit te bleiten over haar chakra’s.”

De Visser: “Ik zie weleens een filmpje over hoe zwaar het is om influencer te zijn.”

Kreusch: “Ik merk meer dan ooit hoe overgevoelig we zijn. Van het minste doen we een trauma op. Maar als je kijkt naar wat dáár gebeurt, kun je toch niet anders dan je eigen miserie relativeren?”

De Visser: “Ik ben veel bezig met de vluchtelingenproblematiek, een humanitaire crisis van epische proporties waarvan we veel te gretig wegkijken. En ik ben ook bezorgd over de verrechtsing van onze samenleving. Er bestaat een hele groep kiezers die ooit sociaal heeft gestemd, maar die nu een enorme ruk naar rechts maakt. Wat veroorzaakt die verschuiving? Hoe komt het dat links afbrokkelt? En hoe kun je opnieuw empathie kweken?

“Ik ben benieuwd naar de impact van een evenement als 505. Ik denk dat Sylvie en ik een eerder links stemmend publiek aantrekken. Maar het mooie is – en dat is één van de grote redenen waarom ik wilde meedoen – dat dat niet voor elke artiest geldt. Er wordt gemikt op een dwarsdoorsnede van de bevolking, niet op een gezapig ons-kent-onskringetje. Goed zo, want ik wil niet staan preken voor eigen parochie. Ik wil daar mensen zien met een ándere overtuiging dan de mijne.”

Kreusch: “Al die mensen met al die verschillende gevoeligheden, meningen en idealen zullen er als één man staan. Voor de muzikanten geldt dat eigenlijk ook. Je voelt weleens een spanning tussen alternatieve en commerciële artiesten...”

De Visser: “...maar uiteindelijk doen we toch hetzelfde.”

Hoor ik hier een zachte sollicitatie voor Liefde voor muziek?

Kreusch: “Ik vind het een mooi programma, maar doe toch maar niet (lachje). Ik zal ook niet snel toehappen voor De slimste mens. Ik hou gewoon niet van het idee om een bekende kop te hebben.”

Wat als je opeens even beroemd was als Taylor Swift?

Kreusch: “Dan zou ik héél veel psychologen nodig hebben om me overeind te houden (lacht). Nee, ik heb eigenlijk niks met Taylor Swift. Ik snap de fascinatie, hoor. En ik geloof haar wel. Zij is écht die girl next door, die zakenvrouw, die ster. Maar The Eras Tour? Niet mijn smaak. Geef mij maar Lana Del Rey, die met elke plaat zachter en complexer wordt.”

De Visser: “Ik ken geen enkel liedje van Taylor Swift. Ik zal er wel een paar kunnen meezingen, zonder te weten dat zij het is. Soms leef ik onder een steen, hoor.”

Terug naar 505: ik begrijp, Sylvie, dat je een speciale band hebt met Oekraïne. Je hebt zelfs berichten gekregen van fans vanuit hun schuilkelder.

Kreusch: “Er stond zelfs een optreden in Kiev gepland in de week dat Rusland het land is binnengevallen.”

De Visser: “Ik weet nog dat de mensen in Oekraïne jou tot op het laatste moment verzekerden dat het wel in orde zou komen, ze waren er zeker van dat Poetin niet zou aanvallen.”

Kreusch: “Zelfs de boeker van de tour was er gerust in: ‘Je moet de kranten niet te serieus nemen.’ Het is maf hoe snel we gewend zijn geraakt aan dat immense, vernietigende conflict. Zelfs ter plekke. Ik zie op Instagram hoe mensen met wie ik heb samengewerkt koffietjes drinken in Kiev. Om de zoveel tijd loeit het alarm. Soms gaan ze zelfs niet meer schuilen.

“Ik wil blijven beseffen hoe fucked up zulke situaties zijn. De doden die vallen na een jaar van onafgebroken conflict, zijn niet minder hartverscheurend dan de doden die vallen op dag één.”

Hebben jullie weleens meegelopen in een mars?

De Visser: “Ik stond onlangs mee te scanderen voor Palestina.”

Zouden jullie, zoals Laura Tesoro, met een Palestijnse vlag zwaaien op het podium?

Kreusch: “Ze heeft niet zelf een vlag in haar rugzak gestoken, hè. Die vlag is op het podium beland. In dat geval zou ik er ook geen graten in zien om ze op te rapen en een statement te maken. Geen enkel probleem.”

De Visser: “Ik ken Israël als een land waar ontzettend veel mensen wonen die tégen hun regering zijn en die premier Netanyahu net zo eng vinden als wij. De ouders van een vriendin hebben er lang gewoond, ze is geboren in de kibboets die op 7 oktober door Hamas is aangevallen. Daar was een enorme vredesbeweging actief, die zocht naar een manier om harmonieus samen te leven. Ik volg bijvoorbeeld Standing Together, een organisatie van Palestijnen en Israëliërs die zich samen inzetten voor vrede, en Breaking the Silence, Israëlische ex-IDF-soldaten die de mistoestanden in de bezette gebieden aankaarten. Om maar te zeggen: ik keer me zonder een spatje twijfel tégen de Israëlische regering, en ik ben vóór een staakt-het-vuren, maar ik zie ook dat er goedheid en pijn bestaan aan beide kanten. Israël is óók een land met vluchtelingen die elders in de wereld niet veilig kunnen leven.

“Het liefst van al zou ik met een vredesvlag zwaaien. Of klinkt dat als een smoesje?”

Het heeft wel een zeker All Lives Matter-gehalte. Misschien is het nu meer nodig om voor een specifieke bevolkingsgroep op te komen, in plaats van te pleiten voor wereldvrede.

De Visser: “Ik begrijp dat iemand na jarenlange onderdrukking geen andere optie meer ziet dan geweld – wie ben ik om daarover met het vingertje te zwaaien? – maar toch blijf ik vrede het hoogste goed vinden. Op 505 zul je het volgens mij allebei vinden: het activistische én het verbindende. En die hebben we allebei nodig.”

Kreusch: “Ik ben een paar keer luid geweest op Instagram over het staakt-het-vuren. Dan schrok ik wel van de reacties. Israëlische jongeren stuurden me letterlijk: ‘Alle Palestijnse kinderen worden opgevoed met de intentie om ons te vermoorden.’ Compleet insane, dat is toch pure brainwashing?”

De Visser: “En zij zullen zeggen dat wíj gebrainwasht worden. Dat is typisch vandaag: ideologisch tegengestelde kampen hebben er een handje van weg elkaar als voorgeprogrammeerde schapen te zien. Iedereen denkt van zichzelf te wéten dat-ie aan de juiste kant staat. Maar bovenal denk ik dat we moeten zoeken naar een manier om vredevol, of toch op z’n minst geweldloos samen te leven.”

Kreusch: “En dan is het enige wat je kunt schreeuwen op het podium: staakt het vuren!”

Heeft muziek de kracht om een verschil te maken?

Kreusch: “Muziek is het krachtigste middel om een publiek te bereiken en te raken. Véél krachtiger dan politiek.”

De Visser: “Denk aan de tijd van Woodstock, toen muziek gelinkt was aan de tegencultuur, opstandigheid, rebellie. Ik denk niet dat muziek die kracht heeft verloren. We leven in acute tijden: er breken oorlogen uit, het volk stemt extreemrechts. Iedereen beseft: als we nu niets doen, gaat het finaal de verkeerde kant uit.”

Kreusch: “Kunst kan een krachtig wapen zijn, daarom wordt kunstenaars het zwijgen opgelegd. De subsidiekraan wordt almaar verder dichtgedraaid.”

De Visser: “In Egypte zijn er geen cultuursubsidies en daar laait het protest hoger op dan ooit tevoren. Laat ons dááraan een voorbeeld nemen.”

Weet je wat ik vooral onthoud van dit gesprek?

De Visser: “Dat 505 mensen uit alle lagen van de bevolking zal verenigen? Dat we moeten ijveren voor een menselijker maatschappijbeeld? Dat empathie een noodzaak is?”

Kreusch: “It takes a village, zeiden we daarstraks. Zo is het met een kind en zo is het met de wereld. We moeten het allemaal samen doen.”

Ik wilde eigenlijk zeggen: dat Dua Lipa de haarkleur van Sylvie Kreusch heeft gepikt.

De Visser: “Zet maar zwart op wit dat Sylvie eerst was!”

Kreusch (lacht): “Gisteren heb ik op bol.com opnieuw een potje rode verf gekocht. Leuk, hoor, dat blond, maar rood is toch praktischer – én het zal vuriger afsteken op de barricades.”

505: Concerten Voor Menselijkheid vindt op zondag 5 mei 2024 plaats op het Sint-Jansplein in Antwerpen. Info: 505concerten.be

Kijk en luister zondag vanaf 12.30 uur op demorgen.be naar de livestream van de 505-concerten.

© Humo