Hoogbegaafd, en toch jaar blijven zitten

© belga

Aan het einde van het middelbaar is een op de tien begaafde leerlingen al eens blijven zitten.

(jvde)

Voor het eerst brachten onderzoekers van de UGent, de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven uitgebreid in kaart hoe de schoolcarrière van hoogbegaafden verloopt in vergelijking met die van ‘normale’ leerlingen. Opvallend: op het einde van het middelbaar blijkt dat een op de tien hoogbegaafde leerlingen al eens is blijven zitten. Bij jongens zelfs één op de zes.

Kinderen met een IQ boven de 120, of tien procent van de best scorende kinderen op een IQ-test, werden in het onderzoek als hoogbegaafd beschouwd. De onderzoekers analyseerden gegevens van bijna zesduizend leerlingen.

Over het algemeen doen de slimmeriken het beter op school dan anderen, maar naarmate de schoolcarrière vordert, verkleint dat verschil. Op het einde van het middelbaar bleef al één op de tien hoogbegaafden zitten, tegenover 34 procent van de gemiddelde leerlingen. ‘Dat lijkt nog mee te vallen, maar de begaafde groep zou in principe élke richting moeten aankunnen’, zegt projectleidster en schoolpsychologe Karine Verschueren (KU Leuven). ‘Dat heeft onder meer te maken met een gebrek aan motivatie en ondersteuning op school.’

De overstap naar het hoger onderwijs is nog problematischer. Na drie jaar had 39 procent van de hoogbegaafden vertraging opgelopen, wat bijna evenveel is als bij de gemiddelde studenten.