Direct naar artikelinhoud
Column

Het zal me ook deze keer wel lukken, spreek ik mezelf moed in. En zo niet, dan verkoop ik de boel

Hilde Van Mieghem.Beeld Bob Van Mol

Hilde Van Mieghem, acteur, regisseur en auteur, neemt u mee in haar leefwereld. 

Het is weer zover, ik ben weer eens de stad ontvlucht. Een vriend met een huisje in de Ardennen, vlak bij Durbuy, vroeg me of ik zin had om er een paar dagen naartoe te komen. Ik liet het me geen twee keer zeggen. Laadde pak en zak en mijn hondje Mr. Wilson in de auto en weg was ik.

Bij elke kilometer die me verder ­verwijderde van mijn huis, haalde ik opgelucht adem.

“Wat is dat toch met jou?”, vroeg mijn zusje me toen ik haar vertelde dat ik weer een paar dagen niet thuis zou zijn. “Waarom wil jij steeds weg? Je hebt een prachtige plek om in te wonen, ik snap er niets van.”

Ik besef dat me weer ­jarenlang een behoorlijke schuld boven het hoofd hangt. Maar het huis en het milieu varen er wel bij. Ik hopelijk ook

Ze heeft geen ongelijk, ik heb een prachtig huis, en het is afbetaald, alleen… Er moet nog zo veel aan gebeuren. Het huis heeft nog geen centrale verwarming, geen isolerend glas in de ramen en een gevaarlijke wirwar van gasleidingen en boilers voorziet het van warm water. De kelder en de gevels ­moeten gerenoveerd worden en er moet een nieuwe voordeur in. Werk aan de winkel. Met alle stress van dien.

Monter was ik begonnen aan het opvragen van offertes, het zoeken naar loodgieters, gevelwerkers, ramen­makers, aannemers. En zoals steeds zag ik in hun ogen: aha, vrouw alleen, weet van niks, die maken we wijs wat we ­willen. Ik heb in de voorbije twintig jaar al heel wat laten renoveren in dit huis en ben meermaals belazerd.

Gelukkig was ik zo slim om er deze keer mijn architect bij te halen, die met een paar rake vragen al snel doorhad of iemand betrouwbaar was of niet. Maar uiteindelijk ben je pas echt zeker als je ziet hoe het werk uitgevoerd wordt.

De ronde van banken om een lening af te sluiten voor de verbouwing verliep vrij vlot, hoewel ik toch even moet ­slikken als ik bedenk hoeveel het ­allemaal zal kosten. Ik besef dat me weer jarenlang een behoorlijke schuld boven het hoofd hangt. Maar het huis en het milieu varen er wel bij. Ik hopelijk ook. Mijn kinderen later, zeker!

Terwijl ik mijn handtekening zette onder het contract met de bank, moest ik even denken aan een vriendin die jaren geleden – nadat ik in een winkel waar ik een prachtige zetel had zien staan, gaan vragen was of ik die ­eventueel mocht kopen op afbetaling – nuffig opmerkte: “Ik heb nog nooit iets ­afbetaald. Ik moet er niet aan denken.” Ze snoof er afkeurend bij en voegde eraan toe: “Je moet niet iets kopen als je het niet kan betalen.”

Nou, dacht ik toen, dan zou ik nog steeds in een hutje met een paar ­zeepkisten als meubels wonen. Het kwetste me als hardwerkende, alleenstaande moeder dat een ­kinderloze vrouw die leefde van wat haar man verdiende, zomaar oordeelde over een situatie die ze zich in de verste verte niet kon voorstellen.

De zetel heb ik gekocht en afbetaald. De vriendschap liep op de klippen.

Het zal me ook deze keer wel lukken, spreek ik mezelf hardop moed in terwijl ik door een prachtig Ardens bos loop. Het is me altijd al gelukt. En zo niet, dan verkoop ik de boel en ga alsnog in een hutje met zeepkisten wonen.

Ik haal diep adem en snuif de heldere boslucht op. Ik kijk naar Mr. Wilson die als een gek achter een konijn aan rent en geen aandacht heeft voor wat ik ­allemaal luidop loop te bespreken met mezelf.

Wat zou ik er veel voor overhebben om iemand naast mij te hebben met wie ik die stress kan delen. Ik mis de raad en steun van een geliefde. Als ik angstig wakker word ’s nachts en me met kloppend hart afvraag of het ­allemaal wel goed zal komen, mis ik een hand die mijn rug streelt en een stem die me toefluistert: kom hier, schat, slaap lekker verder, het komt allemaal goed, ik ben er toch ook.