Direct naar artikelinhoud

Spaans politicoloog Álvarez Junco: Het is nogal moeilijk om nationalisme te doen ontstaan zonder vijand

Deze week gaat Catalonië naar de stembus voor regioverkiezingen om uit de impasse te komen. De crisis heeft een opvallend bijeffect: de Spanjaarden beseffen opeens hoe belangrijk hun natie voor hen is.

Het Catalaans referendum en de nasleep ervan waren voor veel Spanjaarden dé aanleiding om een vlag aan te schaffenBeeld Hollandse Hoogte / Zuma Press

Ineens waren ze er: de Spaanse vlaggen aan de huizen in Madrid en in andere steden. Het Catalaans referendum en de nasleep ervan waren voor veel Spanjaarden dé aanleiding om een vlag aan te schaffen. Met de vouwen er nog in werden ze aan het balkon gehangen, om daar de eenheid van het land te verdedigen. Vooral in de rijkste, conservatiefste buurten is het inmiddels alsof het elke dag een nationale feestdag is. Maar ook in de armere buurten is een balkon met een vlag eraan allesbehalve uitzonderlijk.

Donderdag zijn er in Catalonië verkiezingen - en als de peilingen iets laten zien, is het dat de Catalanen tot op het bot verdeeld zijn over wel of niet bij Spanje horen. Maar terwijl de Catalaanse samenleving gebroken is, is de rest van Spanje in de afgelopen maanden juist steviger in elkaar geklonken.

Terwijl de Catalaanse samenleving gebroken is, is de rest van Spanje in de afgelopen maanden juist steviger in elkaar geklonken

Zoveel vlaggen, dat was tot voor kort ondenkbaar. Aan de vlag hing nog altijd de geur van het franquisme, de vroegere dictatuur van generaal Franco. De meeste Spanjaarden wilden er niet mee worden gezien.

José Álvarez Junco, de politicoloog die in Spanje altijd opduikt als het over nationalisme gaat, heeft er een veelzeggende anekdote over. 'Een vriend van mij had een jaar of tien geleden de hele avond doorgebracht in de bioscoop. Toen hij naar buiten kwam, zag hij een enorme menigte met vlaggen. Het eerste wat hij dacht: er is een staatsgreep geweest. Het franquisme is terug. Wat bleek: er werd een of andere sportieve overwinning gevierd. Maar dit is wat de vlag betekent voor mijn generatie.'

Dat wil zeggen: de oudere generatie. Álvarez Junco is met emeritaat. Dat is nu plotseling veranderd. Na het Catalaans nationalisme kwam al gauw het Spaans nationalisme. In de straten van Madrid is nog een enkele franquistische vlag te zien, met een zwarte adelaar erop. Maar het zijn lang niet meer alleen verstokte franquisten die Spanje verdedigen. De officiële Spaanse vlag, met het wapen, komt verreweg het meest voor.

Tijd van Franco

'Een deel van de mensen ziet in de vlag nog steeds een symbool van een cultureel homogeen, conservatief, katholiek land - het Spanje uit de tijd van Franco', zegt Álvarez Junco. 'Maar anderen willen juist Spanje verdedigen als een land met verschillende regio's die elk hun eigen cultuur hebben, waarin vrijheden als het homohuwelijk en echtscheiding voorop staan. Ik denk dat de meeste vlaggen nu voor dat tweede Spanje staan.'

Er is een aanval, dus er moet worden verdedigd. Zo simpel is het, aldus Álvarez Junco. 'Het is nogal moeilijk om nationalisme te doen ontstaan zonder vijand.'

Spanje is een land waarin het volkslied geen tekst heeft, de inwoners zouden het er nooit over eens kunnen worden. Maar nu begint zich dan toch een zekere eigenwaarde te ontwikkelen. 'Spanje heeft nu een positiever imago dan een jaar geleden', zegt Álvarez Junco. 'Het is een land dat in staat is problemen op te lossen en obstakels te overwinnen. Wat ook erg heeft geholpen voor de nationale trots is de steun die Spanje van andere Europese landen kreeg.'

Ook links doet mee aan dat nieuwe patriottisme. De leider van de sociaal-democratische partij PSOE, Pedro Sánchez, sprak onlangs over het recht van links om 'de eenheid en het idee van Spanje' te verdedigen, 'zonder de complexen die we hebben geërfd uit het franquisme'. Links moest maar eens zonder scrupules het woord 'Spanje' gaan gebruiken.

Spanje is een land waarin het volkslied geen tekst heeft, de inwoners zouden het er nooit over eens kunnen worden

Bij een grote demonstratie voor de eenheid van Spanje - vlak nadat de Spaanse regering het Catalaanse deelstaatbestuur de laan had uitgestuurd - doken verscheidene oude linkse leiders op. Onder hen was de voormalige voorman van de Spaanse communistische partij, Francisco Frutos. 'Het is meer dan ooit nodig volkeren te verenigen, in plaats van de arbeidersklasse uit elkaar te spelen', verklaarde Frutos tegen dagblad El País, verwijzend naar de onafhankelijkheidsbeweging. 'Dat is politieke zelfmoord.'

Frutos werd door geestverwanten een fascist genoemd, omdat hij de machtsovername door de Spaanse conservatieve regering goedkeurde. Toch is hij geen eenling. De protestpartij Podemos verliest gestaag in de peilingen, vermoedelijk doordat kiezers vinden dat de partij zich te toegeeflijk opstelt ten opzichte van de afscheidingsbeweging. Podemos wil als enige grote landelijke partij een referendum in Catalonië toestaan.

Binnen Podemos spreekt Íñigo Errejón, die voorheen gold als de nummer twee van de partij, zich veelvuldig uit voor 'een nieuw patriottisme'. 'Het probleem is de culturele zwakte van ons nationale project', analyseerde Errejón in El País. 'We staan voor de historische taak een progressief nationaal idee te construeren.'

Alle democratieën en samenlevingen hebben een demos nodig, een gezamenlijk ik. In zekere mate is nationalisme noodzakelijk

Jaloersmakende verzorgingsstaat

Hij geeft zelf een voorschot. 'Spanje is al heel erg veranderd. Het is een modern land, met ondanks de bezuinigingen een jaloersmakende verzorgingsstaat. We zijn pioniers geweest op het gebied van seksuele vrijheden en gelijkheid, we hebben een 15 mei (protestbeweging tegen bezuinigingen, red.) gekend die nergens ter wereld is geëvenaard. Het Spanje van de Partido Popular is al het Spanje van het verleden.'

Dat betekent niet dat het franquisme helemaal verdwenen is. Als Álvarez Junco, de hoogleraar, uit zijn raam kijkt, ziet hij de vlag van de buren hangen. Zij hebben expres een exemplaar gekozen zonder het Spaanse wapen, weet hij, dat sinds de overgang naar de democratie op de vlag prijkt. 'Daar wonen franquisten', zucht hij.

Zelf zegt Álvarez Junco weinig nationalistisch ingesteld te zijn; bij zijn huis geen vlag. Toch ziet hij de nationalistische opleving als iets goeds.

'Het is goed om een emotionele verbintenis te voelen met de gemeenschap waarin je leeft. Dat leidt ertoe dat individuen bereid zijn zich op te offeren voor het algemeen belang. Alle democratieën en samenlevingen hebben een demos nodig, een gezamenlijk ik. In zekere mate is nationalisme noodzakelijk.'