Direct naar artikelinhoud
Column

Je weet erg goed waarom je dochter zo van Hotel P.R. houdt. Het doet haar denken aan oma

Je weet erg goed waarom je dochter zo van Hotel P.R. houdt. Het doet haar  denken aan oma
Beeld Geert Joostens

Bart Eeckhout is opiniërend hoofdredacteur bij De Morgen en papa van John John (8) en Missy (5).

"Hoeveel dagen nog en het is grote vakantie?" Elke dag eentje ­minder, antwoord je je dochter. Maar ze wil een concreet getal horen. Alle getallen hoger dan haar leeftijd vindt ze te hoog.

Het valt mee. Bij het begin van de maand heeft Missy keurig zelf een kalender gemaakt, waarop ze de finale eindsprint naar juli kan ­afvinken. Elke dag mag een vakje doorkruist worden.

Nu is het dan eindelijk bijna zover: grote vakantie. Maar ook hier geldt dat ze nog geen flauw benul heeft van lengte en tijd. “Twee maanden, is dat langer dan de paasvakantie?” En eens die geweldige periode dan begonnen is, zal ze elke dag bang vragen hoelang de vakantie nog duurt. Zoals ze ook in het zwembad telkens alvast vraagt hoe lang jullie nog gaan blijven, terwijl jij met haar op je schoot je schouders min of meer vrijwillig laat kneuzen tegen de wand van de wildwaterbaan. “Nog zeker een uur”, schreeuw je alvorens je kopje onder gaat.

Je dochter verwacht, zoals elk kind, veel, zo niet alles, van de zomervakantie. Al valt ‘veel, zo niet alles’ nog mee bij mensen die vijf jaar oud zijn. Concreet eist ze twee dingen om gelukkig te kunnen zijn. Eén: ze wil terug naar het vakantiepark-met-zwemparadijs waar jullie met Pasen waren. Dat wordt geregeld, met dank aan de grootouders. En ze wil graag op hotel aan zee. Niet zomaar gelijk welk hotel aan zee. Ze wil naar Hotel P.R. Daar wil ze naartoe met haar broer, haar mama, haar hartsvriendinnetje, haar knuffel. En met haar andere oma.

Het is vreemd dat kleuters, die nog geen flauw benul hebben van hoelang twee maanden duren, het in de gaten hebben als er iets goed mis is

Het is niet helemaal duidelijk wat er nu zo bijzonder is aan Hotel P.R. Ze hebben een zwembad en een speelzaal, een buffet en kamers met zicht op zee. Dat hebben ze in wel meer kusthotels. Toch heeft Hotel P.R. een plek in haar hart veroverd. Als jullie langs Brussel-Noord passeren, vraagt ze onvermijdelijk: ‘Gaan we naar P.R.?’ Want de trein dient om naar zee te gaan. Zelf ken je Hotel P.R. enkel van de verhalen achteraf, maar je weet erg goed waarom je dochter er zo van houdt. Hotel P.R. doet haar ­denken aan oma.

Het heeft er lange tijd naar uitgezien dat er dit jaar geen vakantie aan zee met oma in zou zitten. Misschien zouden die vakanties wel nooit meer terugkomen. Oma was ziek. Een ziekte van het type waarbij dokters zeggen dat je moet proberen te genieten van alles wat het leven je nog schenkt. Dat is nog zo simpel niet, als je vergaat van de pijn.

Het is vreemd dat kleuters, die nog geen flauw benul hebben van hoelang twee maanden duren, het wel in de gaten hebben als er iets goed mis is. Nooit heeft je dochter iets gevraagd over hoe ziek haar grootmoeder precies is. Maar ze wist wel al die tijd dat ze naar Hotel P.R. wou. Het is haar manier om te zeggen: ‘Word gauw weer beter’.

Oma werd weer beter, wonder boven wonder. Missy is niet de enige die het vooruitzicht van een weekje zee het beste nieuws van het jaar vindt. De rest zullen we dan wel weer zien.