Sinds het klimaatakkoord van Parijs in 2016 hebben de zestig grootste banken ter wereld 6,9 biljoen dollar (zo'n 6,4 biljoen euro) in fossiele brandstoffen gestopt. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de ngo BankTrack, die de gegevens van banken in de gaten houdt. In 2023 ging het om 705 miljard dollar.
Het Amerikaanse JPMorgan Chase heeft de twijfelachtige eer om op de eerste plek van die lijst te staan. De bank investeerde vorig jaar 40,8 miljard dollar in fossiele brandstoffen. Het Japanse Mizuho schoot naar de tweede plaats met zo'n 37 miljard dollar.
Een aantal banken die beleid hadden gemaakt om hun impact op het klimaat te verkleinen, draaiden dit in het afgelopen jaar weer terug. Zo liet bijvoorbeeld Bank of America, die op de derde plek staat in de lijst, de belofte te stoppen met boren in het noordpoolgebied varen. De bank investeert ook weer in steenkool. Eerder werd ook beloofd daarmee te stoppen.
ING investeerde vorig jaar zo'n 12 miljard dollar in fossiele brandstoffen, Rabobank bijna 4 miljard dollar. Hoewel dit een stuk minder is dan de koplopers in de lijst, is dit voor allebei de banken een toename ten opzichte van vorig jaar.