Het kindje viel op 13 januari in het plaatsje Totalán in een schacht van amper 25 à 30 centimeter breed en 107 meter diep. Vermoed wordt dat het jongetje zich op 70 à 80 meter onder de grond bevindt.

Sinds maandagavond is men klaar met de bouw van een verticale tunnel. Die moet worden verstevigd, waarna een groep gespecialiseerde mijnwerkers uit Australië naar verwachting rond het middaguur in een metalen kooi zal kunnen afdalen. Deze ‘lift’ is slechts 1,05 meter breed en 2,5 meter hoog. Er passen twee personen in.

Wanneer de mijnwerkers op de juiste diepte zijn, begint hun zware taak. Ze zullen met de hand een horizontale tunnel van ongeveer vier meter moeten graven om de schacht te bereiken. De grond die ze moeten weggraven, kunnen ze in een laadbak onder het vloerrooster van de lift kwijt. In die bak past circa 500 kilogram aarde.

De grote vraag is nu of Julen zich daadwerkelijk bevindt op de diepte waar de mijnwerkers graven. Het kan zijn dat de peuter nog tientallen meters dieper in de 110 meter diepe put zit.

Hoe is het met Julen?

Dan rijst de vraag hoe het met Julen gesteld is. Volgens het reddingsteam is er “goede hoop” dat het jongetje levend wordt teruggevonden. De Spaanse kinderartst Manuel Baca vindt het moeilijk te voorspellen. “Er zijn veel onzekerheden. We weten niet precies hoe diep hij is gevallen”, klinkt het in El Confidencial. “Als dat 100 meter was dan is het effect van zo’n val te vergelijken met die van een flatgebouw van 50 verdiepingen.”

Baca vermoedt dat Julen onderweg is vast komen te zitten in de schacht. “Dan is de vraag of hij gewond is en al dan niet bij bewustzijn. Er zijn uitzonderlijke gevallen bekend van kinderen die vele dagen overleefden. Het lage energieverbruik in een smalle diepe put kan bij Julen in zijn voordeel werken.”

Ene probleem na het andere

De reddingswerken lopen veel moeizamer dan verwacht. Zo lukte het aanvankelijk niet om de voertuigen en het loodzware materiaal dat voor de operatie nodig was, de berg op de krijg. De spullen moesten gedemonteerd worden, wat voor de nodige vertraging zorgde. Ook het boren van de schacht duurde veel langer dan verwacht (55 uur in plaats van de verwachte 15 uur) door de aanwezigheid van een groot rotsblok onder de grond. Aardverschuivingen als gevolg van de hevige regenval, zorgden voor nog meer tegenslag.