Ontvoerd, vermoord en begraven: de laatste dagen van Daniel (9), de jongen op de fiets die dacht een centje te krijgen

Dit is Daniel (9). Samen met zijn moeder is hij op uitstap aan het water. Het weer is prachtig, de sfeer uitgelaten, de picknick lekker. Enkele uren later is hij dood. Ontvoerd, vermoord en begraven onder een berg zand aan een asielcentrum. Hij is de eerste minderjarige asielzoeker die in ons land vermoord werd. Zijn moeder Amani (26) reconstrueert zijn laatste dagen en uren.

Tekst: Pieter Huyberechts / Foto’s: Geert Van de Velde

Vrijdag 17 april, 7.43 UUR

Een kus voor mama Amani en weg is hij, op zijn onafscheidelijke fiets. Zoals steeds stopt Daniel El Alali ’s ochtends voor school even aan de weide naast het asielcentrum. Thuis, in Libanon, was hij al zo ­gefascineerd door paarden. Hij kan er uren naar kijken, maar de tijd dringt. Hij weet dat hij op tijd op de speelplaats van De Springplank moet zijn, 2,5 kilometer ­verder. Hij vindt het, ondanks zijn jonge leeftijd en het nieuwe land, leuk om alleen naar school te fietsen.

Hij had aanvankelijk weinig zin in school, ­merken Karen en Isabel op, zijn twee juffen in het vierde leerjaar. Ze twijfelen of hij in z’n geboorteland wel “een klassituatie” heeft gekend. “Samen met een andere leerling aan een bank zitten, ging moeilijk”, vertellen ze. En dus had Daniel zijn ­eigen bank voor hem alleen, achteraan de klas. “Daar zat hij ook het liefst.”

In de eerste maanden wordt Daniel nog niet uitgenodigd op verjaardagsfeestjes van klasgenoten, maar intussen is hij goed geïntegreerd. Ondanks de taalbarrière speelt hij steevast met zijn twee beste vrienden, Milan en Vincent. “Daniel was verantwoordelijk voor de koekenbak ’s morgens”, vertellen zijn juffen. “Hij moest de koekendoosjes verzamelen en daar maakte hij altijd een hele show van. Daniel was onze koekenbakman.”

Hij was een heel aanwezige jongen, die hield van bouwdozen van Knex en Kapla en graag gek deed. Zijn favoriet uit de klasbib: het paardenboek, uiteraard. “Hij vertelde dat hij in zijn thuisland ook een paard had. Hij imiteerde graag dierengeluiden en kon heel goed hinniken.”

Net als de rest van de klas maakt Daniel zich klaar voor zijn eerste schoolfeest, een week ­later. Een concept dat hij niet kent, maar het schrikt hem niet af. Hij kan echt goed dansen. Zo staat het ook op zijn persoonlijk sterrenkaartje. Net als: “Iemand die ­anderen graag aan het lachen brengt.” Een moeder van een klas­genoot herinnert zich dat Daniel ook altijd zélf lachte. Volgens mama Amani Chihadeh sprak hij al goed Nederlands, maar met de juffen is de voertaal ­Engels. Met de gewone ­toetsen doet hij nog niet mee. “Hij verstond wel Nederlands, maar ­volgde zijn eigen traject voor taal en wiskunde.”

Als vrijdagnamiddag de bel luidt, is de Libanees-Palestijnse jongen als eerste weg. “Hij is een echte deugniet, die het liefst alleen fietst.”

Zaterdag 20 april

Ietwat stuntelend glijdt hij op zijn rollerskates toertjes in Blok C van het asielcentrum in Broechem. Mama Amani maakt een filmpje. Als ze er opnieuw naar kijkt, ­begint ze te huilen. Het is één van de honderden filmpjes die ze samen opnamen in Broechem. Daniel komt aangereden, een Arabisch liedje zingend, en werpt kushandjes naar de camera. “Hij hield zo van me”, vertelt Amani, terwijl ze opnieuw een sigaret van het merk Panter opsteekt.

Moeder en zoon zijn onafscheidelijk sinds ze midden ­september samen aan hun zoektocht naar een beter leven zijn ­begonnen. Weg uit geboortestad Beiroet, Amani’s broer Bassam achterna. Hij woont al tien jaar in Antwerpen en heeft er ­dertien stielen opzitten. Hij spreekt vlot Nederlands en speelt voor tolk. “Daniels vader Mahmoud en ik zijn getrouwd in 2003 en ­gescheiden in 2008”, vertelt Amani. Volgens de familie was het leven in Libanon goed, maar gevaarlijk. De verhalen die ze ­erover vertellen, zijn warrig en duiden vooral op een aversie voor “Arabieren”. En de hoop op een veiligere toekomst.

De roots van de Chihadeh-clan – zes zussen, één broer – ligt in Nazareth, in het noorden van Israël, maar daar zijn ze nooit ­geweest. Half september is Daniel samen met moeder, tante ­Fatima en nichtje Malak vanuit Beiroet met een Boliviaans ­visum richting Spanje gevlogen. “De meest handige manier”, zegt Amani’s broer met een grijnslach. Vanuit Madrid heeft de familie 1.700 euro betaald aan een taxichauffeur/smokkelaar om naar Broechem te reizen. Daar arriveren ze op 3 oktober 2018. Ze nemen hun intrek in Blok C van het Fedasil-gebouw. Samen met 336 anderen tellen ze de dagen af tot ze, hopelijk, de status van erkend vluchteling krijgen.

Samen met zijn mama – allebei gehuld in een T-shirt met Coca-Cola-opschrift – staat Daniel te zingen in de speeltuin van het asielcentrum. Hij verheugt zich op het ­lange weekend zonder school. Want ook op ­paasmaandag zal De Springplank dicht zijn. ­“Engelstalige rap, Arabische liedjes, Spaanse meezingers, hij vond het allemaal leuk”, zegt Amani. “Hij was zot van muziek. En hij had ­aanleg, net als zijn ­vader.”

Daniel belt elke dag met vader Mahmoud, die in de Libanese hoofdstad Beiroet te boeken is als dj op trouwfeesten. “Het stond in de sterren ­geschreven dat Daniel iets zou doen met muziek. Piano, orgel, geluidstechnicus, daar lagen zijn ­talenten.”

Net als veel van zijn leeftijdgenoten houdt hij van voetballen. Maar hij was niet van de snelste, zegt zijn mama, omdat hij problemen had met zijn gewicht. Voor een jongen van 9 was hij niet alleen groot, maar ook struis gebouwd. “Daarom gingen we op zaterdag niet alleen naar de snackbar, maar ook fitnessen in de Basic-Fit.”

Op foto’s van dat weekend is Daniel te zien ­terwijl hij zich breed lachend in het zweet werkt op de loopband. Nou ja, vooral spielerei op de ­toestellen.

Maandag 22 april, ochtend

Het is aangenaam en zonnig. Moeder en zoon trekken naar het zwembad van Deurne. “Daniel was ­opgetogen, want in Libanon gingen we vaak zwemmen. Hij vond het eerst wat jammer dat zijn nonkel Bassam niet mee kon, maar hij wist dat de hele ­familie elkaar ’s namiddags zou terugzien voor een gezellige picknick.” Samen met enkele vrienden spreken ze af aan het Galgenweel, op Linkeroever. Amani fleurt op als ze over hun namiddag aan het water praat: “We aten kip, luisterden naar muziek en genoten van een prachtige zonsondergang.” Op foto’s is Daniel te zien terwijl hij op een rots staat. Op een video staat nonkel Bassam te rappen. De sfeer is uitgelaten, ontspannen. Tante Fatima: “Ik herinner me nog dat we moesten lachen toen ­iemand op zo’n elektrische step voorbijreed. In Beiroet zie je zoiets niet.”

Maandag 22 april, 21.30 uur

Om 20.30 uur arriveren ze weer in het asielcentrum, waar je ­enkel met een gepersonaliseerde badge binnen kan. Wat ze niet weten, is dat de camera aan de ingang ­defect is.

Via WhatsApp is er nog contact tussen Daniel en vader Mahmoud. Nadien stopt hij zijn gsm in het stopcontact om op te laden. “Ik wou dat hij rond 21.30 uur kwam slapen, maar hij moest en zou nog even fietsen”, vertelt Amani. “Ik wou dat eigenlijk niet, maar omdat Daniel zeurde dat het de dag ­nadien weer school was, stemde ik toe.”

Buiten aan Blok C kruist hij het pad van Ali (20) en Fahmi (19 volgens het gerecht, 17 volgens zijn eigen verklaring). Twee Palestijnse vrienden die ook in Broechem verblijven. Correctie: verbleven, want Ali is op 1 april uit het centrum geweerd. Hij is illegaal in ons land, maar kan het domein ­betreden via de badge van zijn broer, die wel nog in Broechem verblijft. “Ali had eerder al voor ­problemen gezorgd en mocht al een maand niet meer binnen. Maar iedereen wist dat hij stiekem kwam overnachten.”

© Geert Van de Velde

Amani omschrijft Fahmi als een boom van een ­kerel, Ali als een kleiner, geniepig mannetje. ­Volgens enkele advocaten lokt Ali Daniel mee door hem “een centje te beloven”. De twee, zou later ­blijken, hebben geld geroken omdat ze vermoeden dat de familie langs vaderszijde er warmpjes bij zit. Quod non. Nonkel Bassam: “Was het omdat Daniel een nieuwe fiets had gekregen? En de vader af en toe geld opstuurde? We weten niet waar die twee hun zieke verbeelding hebben opgedaan?”

Een andere these die terugkeert in het dossier, is dat moeder Amani er een rijke vriend op nahoudt die in Zwitserland woont. Iemand die de oversteek naar België mee financierde en af en toe ook in Broechem financieel bijspringt. Ook die theorie verwijst Bassam naar het rijk der ­fabelen. Zeker is dat Fahmi en Ali ergens geld geroken hebben. En dat de Zwitserse kennis/vriend zeer zeker bestaat.

Als Daniel om 23 uur nog altijd niet opduikt, slaat Amani alarm. “Een moeder voelt zoiets meteen aan, maar aan de receptie namen ze mij eerst niet serieus”, vertelt ze. “Pas na een tijdje wilden ze toch de politie bellen.” De start van een lange zoektocht. Wat de mama pas om 4 uur ’s nachts zal ­ontdekken, is dat zijn twee ontvoerders om 23 uur al een alarmerende WhatsApp-boodschap naar ­Daniels gsm hebben verstuurd. Letterlijk: “Hi. Your boy is with me. You have 4 days to give me the money. And now your boy in germany. Give me 100000 yero. And i will give you your boys. I will call you later. You ­have only 4 days.” De afzender: een onbekend Brits nummer.

“Toen ik dat las, schoot ik helemaal in paniek. Mijn arme Daniel, mijn jongen die nooit een vlieg kwaad deed. Wisten wij veel wat er aan het ­gebeuren was.” Die nacht loopt ze het terrein van het asielcentrum in alle mogelijke richtingen af ­terwijl ze zijn naam roept. Ze doet geen oog dicht.

Dinsdag 23 april

De recherche spreekt van een ­bijzonder onrustwekkende ­verdwijning. Ook de Cel Vermiste Personen wordt opgetrommeld. Met speurhonden wordt een eerste sweeping van het terrein gehouden. Al snel vinden ze zijn fiets, maar kleine Daniel lijkt van de aardbodem verdwenen. “Het was een dag van blinde paniek”, vertelt Amani. “Ik kon niet stoppen met huilen.”

“Op basis van doorgedreven telefonieonderzoek kwamen we snel uit bij vijf verdachten die opgepakt werden”, klinkt het in Antwerpse speurderskringen. Drie onder hen verblijven in het centrum, twee wonen erbuiten. Een van hen werkt als ­magazijnier bij Katoen Natie. Een andere was in de maanden voordien in het bezit van de gsm waarmee het losgeld wordt geëist. Speurders ­twijfelen intussen of Daniel zich nog wel op het gigantische terrein van Broechem bevindt. De vrees voor een slechte afloop groeit met de minuut.

Woensdag 24 april, 16 uur

Er volgt een tweede sweeping, ­deze keer met een peloton van honderd man sterk. Rond 16 uur roept één van hen dat er iets gevonden is. De uitkomst is dramatisch: de arme Daniel ligt, grotendeels begraven onder een berg zand, achter Blok C. Enkel zijn hand steekt nog ­boven de grond. Hij blijkt vastgebonden aan armen en voeten. Wat begon als een ­verdwijning, wordt een moordonderzoek. ­Daniel wordt zo officieel ’s lands eerste ­vermoorde minderjarige asielzoeker.

Donderdag 25 april

De spanningen lopen hoog op aan de toegangspoort. Amani’s broer Bassam is razend. Hij foetert dat het centrum dicht moet en maakt ruzie met de familie langs vaderszijde, die in allerijl uit het Duitse Bochum is overgekomen. Er wordt gedacht aan een openstaande schuld bij een mensen­smokkelaar. Een spoor dat de speurders later, op basis van doorgedreven telefonieonderzoek, ­zullen verlaten. Het gekrijs van vader Mahmoud, die alles vanuit Beiroet volgt via videochat, gaat door merg en been. Hij eist antwoorden van zijn familie, zijn vrouw en van justitie, schreeuwt hij.

“Ik herinner mij amper iets van die dag”, vertelt Amani. Ze zegt dat “een belangrijk iemand” haar kwam condoleren (staatssecretaris Maggie De Block, nvdr.). ’s Namiddags wordt ze naar het ­Universitair Ziekenhuis van Antwerpen gebracht, om Daniels lichaam te gaan groeten. Daar gebeurt volgens haar een dubbel mirakel: “Toen ik Daniels ijskoude hand greep, voelde het plots warm aan. En uit zijn ooghoek kwam een straaltje bloed.” Bassam knikt en zweert dat het zo is gelopen.

Vrijdag 3 mei

Er is een doorbraak in de zaak. Drie verdachten worden vrijgelaten en zijn enkel zijdelings (of niet) betrokken bij de gijzeling en moord. Ali en Fahmi zijn diegenen die Daniel ­meelokten, ontvoerden en verantwoordelijk zijn voor zijn dood. Ze kraken allebei na urenlange ­ver­horen. Het enige wat gelijkloopt in hun ­verklaringen: dat het nooit de bedoeling was dat het zo zou escaleren. Een gerechtelijke bron: “We ­moeten ­enkel nog uitklaren wie precies wat heeft gedaan. ­Momenteel beschuldigen ze elkaar.” De advocaat van Ali, Cédric Monheim, zegt dat het “op basis van het dossier en de verklaringen maar beter is om niets te zeggen”. Iemand anders uit het dossier zegt dat Ali zijn vriend Fahmi heeft ­klemgezet na een urenlang verhoor.

Een getuige heeft gezien hoe ze het voetbalnet losscheurden waarin het lichaam van Daniel ­gewikkeld was. Beiden verklaren dat het niet het plan was om Daniel te doden. Of er nog andere mensen betrokken zijn? “Het onderzoek loopt”, zegt een woordvoerder van het ­Antwerpse gerecht. Camerabeelden waarop Ali en co. het domein ­betreden, zijn er niet. Het ­motief bleef lang ­onduidelijk, maar is intussen zonneklaar: de twee jongemannen hoopten op snel geld.

Daniel heeft intussen in besloten kring een ­afscheidsplechtigheid gekregen in een moskee in Anderlecht. Vervolgens is hij gecremeerd in zijn thuisland. “Ik heb het ministerie van Buitenlandse Zaken van Libanon gesmeekt om België te vragen de onderste steen boven te krijgen in het ­onderzoek”, zegt vader Mahmoud vanuit Beiroet.

© Geert Van de Velde

Vorige week

Tien kilogram is ze al vermagerd, zegt Amani.Ze zit op een bankje aan het Antwerpse MAS en steekt een nieuwe sigaret op. “Ik kan enkel roken en huilen.” In haar rechterhand houdt ze een wit T-shirt vast van Daniel. Een T-shirt dat ze de afgelopen weken amper heeft losgelaten. De vierkoppige familie – Amani, zus Fatima, nichtje Malak en broer Bassam – draagt ook zelf speciaal gemaakte T-shirts, met een opschrift van de jongen. Amani wijst ook naar haar gouden halsketting met zijn naam.

“We hebben in Libanon een spandoek laten ­maken met vier foto’s van hem”, vertelt ze. ­“Foto’s van op de trein in België, gemaakt in de weken voor hij stierf.” Het plan: met dat spandoek voor het Antwerpse Justitiepaleis protesteren telkens als Ali en Fahmi voor een rechter moeten verschijnen. Stil protest, zodat Daniel nooit zou worden vergeten. Ze verlaten België niet, zeggen ze, voor recht is geschied. In Broechem zal Amani nooit nog een voet zetten, klinkt het stellig. “We zijn overgeplaatst naar een dorpje in de buurt van Oostende. Ver weg van mogelijk gevaar.” Want de familie is bang, zegt broer Bassam. En daar kan een uit Zwitserland overgekomen vriend, die van op afstand toekijkt, niets aan veranderen.

Meermaals barst Amani tijdens onze gesprekken in tranen uit. “Mijn Daniel was zo’n goede ­jongen.” Ze begrijpt het niet, en zal het nooit ­begrijpen, zegt ze. En dus: een hongerstaking. “Ik eet niet meer tot de moordenaars van Daniel hier hun straf hebben gekregen. Mijn lieve jongen, mijn lieve ­Daniel is vermoord. Mijn enige kind, dat ik hier aan de universiteit wilde laten ­studeren. We zijn naar België gekomen om ons veilig en beschermd te voelen. Niet om in een ­opvangcentrum vermoord te worden. En ­waarom? Om niets.”

© Geert Van de Velde

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer