Direct naar artikelinhoud
Reportage

In deze Berlijnse wijk stemde één op vier voor AfD: "Ik noem me een Duitser. Ben ik dan een nazi?"

AfD-afgevaardigde Jeannette Auricht (l.) in gesprek met Anke Weiler, overtuigd aanhanger van de rechts-populisten.Beeld MARLENA WALDTHAUSEN

Vandaag maakt de AfD haar entree in de Bondsdag. In de wijk Marzahn-Hellersdorf in Berlijn, waar een kwart AfD stemde, verwachten ze alleszins geen wonderen. Maar de gevestigde partijen hadden een tik nodig.

Op een guur plein tussen een S-Bahnstation en massieve hoogbouw drinken Detlev (63) en Jörgen (61) een biertje. Ze willen graag praten over vroeger, toen (bijna) alles beter was. Ja, zelfs in de DDR, waar ‘hun’ Berlijnse wijk Marzahn-Hellersdorf een pronkstuk was van woningbouw voor jonge gezinnen en mensen die zich verdienstelijk maakten voor de oppermachtige communistische partij.

Bij de parlementsverkiezingen van september stemden beiden op de AfD, beamen ze. “Is dat verkeerd?”, zegt Jörgen uitdagend. “We zijn de enigen niet.” Sterker nog, in het stadsdeel met ruim een kwart miljoen inwoners koos bijna een op de vier kiezers voor de rechts-populistische Alternative für Deutschland die vandaag zijn intrede doet in de Bondsdag. In Marzahn-Hellersdorf is de AfD de tweede partij, na Die Linke, en nipt voor de CDU van bondskanselier Angela Merkel.

Niet dat Detlev, gepensioneerd stukadoor, en Jörgen, zwemtrainer, wonderen verwachten van de AfD. Ze wilden de “traditionele partijen” een tik uitdelen, omdat die de ogen sluiten voor problemen van gewone burgers als zij. Ze hebben “een proteststem tegen de regering” uitgebracht, en evenzeer tegen de parlementaire oppositie: “Allemaal jaknikkers.”

Het begint zachtjes te regenen, maar beiden willen graag hun grieven kwijt. Die komen erop neer dat oude waarden en fatsoensnormen verdwijnen. De grote toestroom van buitenlanders is de belangrijkste oorzaak. Beide mannen larderen hun tirade met voorbeelden uit eigen ervaring. Moslimvrouwen zwemmen gescheiden, zodat anderen (“Duitsers, ja”) niet in het lokale zwembad terecht kunnen als ze willen; in turnhallen gebeurt hetzelfde. Buitenlanders accepteren slechtbetaalde banen en verdringen daardoor de oorspronkelijke bevolking van de arbeidsmarkt (dat doen niet alleen moslims trouwens, maar ook Polen en Roemenen).

Geen achternamen

Op de woningmarkt hebben buitenlanders eveneens een negatieve invloed; ze concurreren met Berlijners die zich de hoge huurprijzen elders niet kunnen veroorloven en daarom hier, relatief goedkoop, willen wonen. En dan is er natuurlijk het probleem van de veiligheid… “Oude mensen en vrouwen durven ’s avonds niet meer de straat op.”

Is er dan niets om tevreden over te zijn? Jazeker, het winkelaanbod, dat vooral bestaat uit goedkope supermarkten. Vroeger waren er alleen kleine buurtwinkeltjes. Wat eigenlijk wel knus was.

Hun spraakzaamheid en vriendelijkheid ten spijt, willen Detlev en Jörgen hun achternamen niet noemen. “Dan kent ­iedereen ons.” De AfD staat ook in het buitenland in een kwaad daglicht, weten ze.

‘In de DDR mocht je er geen afwijkende mening op nahouden. Nu worden we weer in een hoek geduwd’
Jeannette Auricht, afgevaardigde AFD

Even verderop, in een foeilelijk café, willen twee AfD’ers die aan het dobbelen zijn wel met hun naam in de krant. “Ik ben er trots op een nationalist te zijn”, zegt de 57-jarige zakenman Klaus-Peter Heller. “Ik noem me graag een Duitser. Ben ik dan een nazi? Belachelijk! Natuurlijk, er zitten wel een paar nazi’s bij de AfD. Maar het wordt zwaar overdreven. Toen de Groenen voor het eerst in de Bondsdag kwamen, werden ze linkse terroristen genoemd. Toen Die Linke in het parlement kwam, zei men: ‘Die lui hebben allemaal voor de Stasi (de gevreesde veiligheidsdienst van de DDR, red.) gewerkt.’ Quatsch natuurlijk.” Waarmee hij overigens niets positiefs over beide partijen wil zeggen. Die Linke domineert al jarenlang het bestuur van de deelgemeente Marzahn-Hellersdorf en heeft niet kunnen zorgen voor de “orde en veiligheid” die Heller zo op prijs stelt. Het steekt hem vooral dat “buitenlanders geen respect kunnen opbrengen voor vrouwen”.

“Ik haal mijn vrouw altijd af van het ­S-Bahn­station”, zegt Ulf Baumann, een ­56-jarige metselaar. Zijn vrouw Anne (46) die bij de belastingdienst werkt, heeft, anders dan Ulf, “geen proteststem” op de AfD uitgebracht. Wat bereik je ermee? De AfD zal moord en brand schreeuwen in de oppositie, en daar blijft het bij.

Sinds vorig jaar is de AfD vertegenwoordigd is het parlement van de Duitse deelstaat Berlijn. AfD-afgevaardigde Jeannette Auricht (46) deed in september een gooi naar een zetel in de Bondsdag, maar werd in haar kiesdistrict gepasseerd door een kandidate van Die Linke, wier politieke loopbaan begon in de DDR. Auricht houdt kantoor in een kantoor op de Allee der Kosmonauten, een kilometerslange verkeersader die door Marzahn-Hellersdorf loopt. Ze heeft de bovenste verdieping betrokken, want ze wilde geen beledigende graffiti op de muur en stenen door de ruiten, zoals partijgenoten te verduren hadden. Het roept herinneringen op aan haar jeugd in de DDR: “Je mocht er geen afwijkende mening op nahouden. Nu worden we weer in een hoek gedreven.”

Anne en Ulf Baumann en Klaus Peter-Heller in een bruine kroeg. De mannen stemmen AfD, Anne niet.Beeld MARLENA WALDTHAUSEN

Verwaarloosde huizen

Een korte autorit door het kiesdistrict leidt langs een van de zeven grote opvangcentra voor asielzoekers (zo’n 16 procent van de bevolking is migrant, het aantal is sinds 2010 verdubbeld), en eindigt in een troosteloze straat die luistert naar de weidse naam Kastanienboulevard. Dicht­getimmerde etalages, verwaarloosde huizen, overal lege bierflessen.

'Natuurlijk, er zitten wel een paar nazi’s bij de AfD. Maar het wordt zwaar overdreven'
Zakenman Klaus-Peter Heller

Een vrouwelijke jogger op leeftijd spreekt Auricht aan, maar maakt zich snel uit de voeten als de AfD-politica zich voorstelt. Heel anders verloopt de onverwachte ontmoeting met de 47-jarige Anke Weiler, een overtuigd AfD-aanhanger. De vrouw zegt door de Stasi jarenlang opgesloten, mishandeld en seksueel misbruikt te zijn. Ze hoopt dat volksvertegenwoordiger Auricht in staat is een schadeloosstelling los te peuteren, bij deze of gene autoriteit.

Auricht voelt met haar mee; ze zat zelf een paar dagen vast in een Stasi-cel. Maar belangrijker dan dat (“haar leed is niet te vergelijken met het mijne”) is het gebrek aan empathie in de samenleving. “We laten mensen toe uit de hele wereld, in enorme aantallen. Onze eigen slachtoffers vergeten we.”