Direct naar artikelinhoud
Design

6 vrouwelijke toptalenten uit de wereld van design wier werk niet altijd naar waarde werd geschat

Anna Ferrieri Castelli.Beeld sebjarnot

De sterke vrouw achter de succesvolle man, de andere, betere helft van het genie, de muze, de toegewijde grote liefde. Aan eufemismen geen gebrek om de systematisch onderbelichte bijdrage van vrouwen in de designgeschiedenis elegant voor te stellen. Wij halen ze uit de schaduw. 

en

Anna Ferrieri Castelli, architecte en oprichtster van Kartell (1920-2006 )

Anna Ferrieri was een van de eerste vrouwen die als ­architect afstudeerden aan de Politecnico Di Milano in 1943, in volle oorlogstijd. Ze veroverde een plaats tussen haar beroemdste generatiegenoten, die in tijden van wederopbouw een enorm elan gaven aan het Italiaanse design. Hoewel ze architecte was, zijn het vooral de Componibili-kastjes die een belletje zullen doen rinkelen. Die ontwikkelde ze in 1967 voor Kartell, het bedrijf dat ze met haar man oprichtte. De stapelbare plastic kastjes waren revolutionair in materiaalkeuze en hun modulaire aspect was tekenend voor de nieuwe vrijheid die meubilair bood.

Dit najaar opende in het Brusselse designmuseum ADAM een bescheiden tentoonstelling ter ere van Componibili. Haar kleindochter Lorenza Luti, vandaag marketing manager van Kartell, was in Brussel voor de vernissage en herinnert zich haar grootmoeder als sterk en eigenwijs. “Als je iets wil doen, moet je je inbeelden dat je het al aan het doen bent”, zou haar grootmoeder vaak zeggen. Die instelling groeide volgens Luti uit Castelli’s ruimdenkende opvoeding. “Haar vader was een belangrijk toneelregisseur en -schrijver, waardoor de belangrijkste Italiaanse schrijvers van de jaren 40 tot 60 kind aan huis waren. Zo groeide mijn grootmoeder op in een omgeving waarin mannen en vrouwen gelijk waren. Daarna ontmoette ze mijn grootvader. Hun huwelijk was een gelukkig huwelijk, maar dat ze elkaar ontmoetten, was ook een geluk. Voor haar werk en haar carrière.”

'Haar vader was een belangrijk toneelregisseur en -schrijver, waardoor de belangrijkste Italiaanse schrijvers kind aan huis waren. Zo groeide mijn grootmoeder op in een omgeving waarin mannen en vrouwen gelijk waren'
Lorenza Luti, haar kleindochter

Ferrieri trouwde in 1943 met de scheikundig ingenieur Giulio Castelli. In 1949 richtten ze samen het bedrijf Kartell op, dat zou uitgroeien tot een van de meest toonaangevende Italiaanse designmerken gespecialiseerd in betaalbare meubelen en objecten uit hoogwaardig kunststof. Intussen had ze haar eigen architectenbureau in Milaan. Hoewel ze allerlei moderne architectuurrealisaties op haar naam mag schrijven, zoals de beroemde rode fabriek van Kartell net buiten Milaan, wordt ze vooral hoog aangeschreven als pionier van het industriële design.

Bij Kartell speelde ze een betekenisvolle rol. Het eerste product van Kartell in 1949 was een skirek voor auto’s en werd gevolgd door allerlei plastic voorwerpen voor alledaags gebruik. Het is de verdienste van Anna Castelli dat ze haar man wist te overtuigen om design als een onmisbare schakel in het productieproces te integreren en erop toe te zien dat de intrinsieke kwaliteiten van plastic in nieuwe ­ontwerpen benut werden in plaats van bestaande voorwerpen in het nieuwe ­materiaal na te maken. Zo werd Kartell een pioniersbedrijf dat volwaardige en elegante plastic meubelen op de markt bracht.

Vijftig jaar later staat Componibili nog steeds in de top vijf van meest verkochte Kartell-producten ter wereld

Naast haar taak als artdirector van Kartells design­studio ontwierp ze vanaf het midden van de jaren 60 zelf veel. En daarvan is de Componibili het perfecte voorbeeld: een aantrekkelijk en praktisch systeem van opbergkastjes in ABS die flexibel gecombineerd en gestapeld kunnen worden. Ze bracht als een van de eersten speelse, levendige kleuren in het plastic design. Felrood was haar lievelingskleur.

Ze bleef haar hele carrière actief in allerlei organisaties en functies die traditioneel aan mannen voorbehouden waren.

Kleindochter Luti: “Er is een prachtige foto van mijn grootouders uit 1972. Ze staan vertrekkensklaar naast een vliegtuig dat hen naar New York zou brengen, want het MoMa hield een eerste expo over Italiaans design. Alle belangrijke mensen uit de designwereld gingen mee en daartussen stonden twee vrouwen: ontwerpster Gae Aulenti en mijn grootmoeder. Ze waren de enigen toen.”

Castelli’s visie zou tijdloos blijken: vijftig jaar later staat Componibili nog steeds in de top vijf van meest verkochte Kartell-producten ter wereld.

A tribute to Componibili is nog tot 29 januari 2018 te bekijken in het ADAM-museum (Belgiëplein, Brussel), adammuseum.be

Nathalie Du Pasquier, bezielster van de Memphis-beweging (° 1957)

In 1981 vormde zich in Italië een internationaal groepje architecten en ontwerpers dat komaf wilde maken met de toenmalige dominante designcultuur. Ze noemden zich Memphis, naar de stad in het oude Egypte en naar de geboortestad van Elvis. Ze wilden boven alles de vrijheid om alles te maken wat hen inspireerde en staken de draak met het saaie functionalisme en rationalisme.

Nathalie Du PasquierBeeld sebjarnot

Naast het 64-jarige Memphis-boegbeeld Ettore Sottsass waren de 24-jarige Nathalie Du Pasquier (°1957) en de Britse architect George Sowden medeoprichters. Du Pasquier had nooit een hogere opleiding in kunst of architectuur gevolgd, maar kreeg snel de smaak te pakken van het tekenen, met een voorkeur voor kleurige abstracte motieven en grafische ­patronen. Haar fantasierijke decors kwamen bij Memphis als versiering op de oppervlakken van plastic laminaten, textiel, tapijten, meubelen en andere objecten terecht. De modernisten hadden frivole decoratie nog als totaal overbodig gezien.

Na de ontbinding van Memphis in 1988 verlegde Du Pasquier haar aandacht haast volledig naar de schilderkunst en pas vrij recent werden haar motieven weer gebruikt voor textiel door American Apparel, Zig Zag en Hay. De herwaardering van Memphis bracht haar individuele stijl sterker onder de aandacht. De kunstenares legt graag de nadruk op de ­creatieve dynamiek van het collectief waar ze veel van anderen kon leren. Alleen jammer dat de geschiedenis altijd schijnt te vergeten wat de mannelijke boegbeelden in het collectief van de rest hebben opgestoken. 

Ray Eames. Net haar man Charles, maar dan beter (1912-1988)

Het Amerikaanse echtpaar Ray Kaiser en Charles Eames (1907-1978) behoort tot de invloedrijkste designpioniers van de 20ste eeuw. Zowat alle meubelen die deze creatieve duizendpoten vanaf 1940 ontwierpen, gelden als iconen. Daarnaast zetten ze de toon met kleurig speelgoed, textiel, affiches, tentoonstellingen, speelse documentaire kortfilms en fotografie. Tijdens zijn leven kreeg de charismatische Charles de meeste waardering. Pas na zijn dood in 1978 begon langzaam door te dringen dat Rays inbreng zich niet tot mooie kleurtjes beperkte, al was ze daarin uitzonderlijk goed. Ray was bij alles intensief betrokken, ook bij hun grensverleggende experimenten met nieuwe productietechnieken en materialen zoals complex 3D-gebogen multiplex, glasvezelversterkt kunststof, staaldraad en aluminium.

Ray EamesBeeld sebjarnot

Ze startte in 1940 met studies aan de Cranbrook Academy of Art (in Michigan) en kreeg er les van de vijf jaar oudere architect en ontwerper Charles Eames. Een jaar later was Charles gescheiden van zijn eerste vrouw en trouwde hij met Ray. Ze was echt geen ‘groentje’ dat alles nog moest leren. Ze had al abstracte kunst gestudeerd in New York en de aantrekkelijke kleuren en organische vormen die de invloedrijke visuele taal van al hun werk zou typeren, zijn duidelijk in haar vroegere kunstwerken te herkennen. In haar multiplexsculpturen experimenteerde ze al met dezelfde materialen en technieken die ze samen verder ontwikkelden in hun wereldberoemde meubelen. Ze hield zich zowel met prototypes bezig als met de uitwerking en afwerking.

Charles beweerde ooit: 'Anything I can do, Ray can do better'. Het was meer dan zomaar een complimentje.

Charles beweerde ooit: “Anything I can do, Ray can do better.” Het was meer dan zomaar een complimentje.

Marianne Brandt, Bauhaus-pionier en metaalontwerpster (1893-1983)

Marianne Liebe, beter bekend onder de naam van haar Noorse man Brandt, was al 31 en had al een schilder- en beeldhouw­opleiding achter de rug toen ze zich in 1924 aan de avant-gardeschool Bauhaus in Weimar inschreef. Oprichter Walter Gropius wilde aan een betere wereld werken door alle kunstdisciplines weer in het kunstonderwijs te verenigen. Marianne Brandt maakte snel indruk. Van de Hongaarse ‘vormmeester’ László Moholy-Nagy mocht ze als enige vrouw in de ‘metaalwerkplaats’ aan de slag, een mannenbastion. Aanvankelijk schoven de mannen haar alle moeilijke klussen toe om haar te doen inzien dat een vrouw daar niet hoorde, maar ze hield vol en overklaste hen.

Marianne BrandtBeeld sebjarnot

Ze was gepassioneerd door metaal en waagde zich aan vernieuwende materiaalcombinaties. Ze maakte haar iconische Bauhaus-theepot MT 49 in haar eerste jaar. Later ontwierp ze succesvolle metalen standaardlampen.

Na de sluiting van Bauhaus in 1933 werd Brandt werkloos en moeilijke omstandigheden dreven haar op haar veertigste terug naar haar ouders in het Oost-Duitse Chemnitz. Het nationaalsocialisme, WO II en later het ijzeren gordijn zorgden ervoor dat het stil werd rond haar. Pas in de jaren 70 kwam haar betekenis als talentvolle pionier weer onder de aandacht. Haar bekendheid nam vooral toe toen Alessi twee jaar na haar dood in 1985 enkele re-edities van haar producten op de markt bracht onder licentie van het Bauhaus-archief in Berlijn. 

Charlotte Perriand, architecte en ontwerpster achter de chaise longue (1903-1999)

De jonge Charlotte Perriand ging na haar studies meubel­ontwerp in Parijs bij het architectenbureau van Le Corbusier aankloppen om te solliciteren. De Frans-Zwitserse architect wees haar af: “We borduren hier geen kussens.” Hij zag snel zijn vergissing in, toen hij op het Salon d’Automne in Parijs een door haar ontworpen bar zag. Haar gedurfde gebruik van aluminium, glas en verchroomde stalen buis voor een woon­inrichting baarde opzien. Uiteindelijk zouden Le Corbusier en Perriand tien jaar samenwerken.

Charlotte PerriandBeeld sebjarnot

Tot in de jaren 1970 werden de moderne klassiekers altijd aan Le Corbusier zelf toegeschreven maar intussen zijn velen overtuigd dat Perriand al het werk deed, onder meer van de LC4 of ‘Chaise Longue’. Voor zijn dood in 1965 gaf Le Corbusier de rechten om zijn meubelen te produceren aan Cassina. Later werd Perriand als adviseur betrokken. Het Italiaanse bedrijf verkoopt de meubelen nu met vermelding van drie auteurs: Le Corbusier, Pierre Jeanneret en Perriand, een late erkenning van de samenwerking. Naast haar samenwerkingen met Le Corbusier en later Jean Prouvé kreeg haar eigen werk meer waardering, als een van de meest invloedrijke figuren van de 20ste eeuw.

Tot in de jaren 1970 werden de moderne klassiekers altijd aan Le Corbusier zelf toegeschreven maar intussen zijn velen overtuigd dat Perriand al het werk deed, onder meer van de LC4 of ‘Chaise Longue’

Gunta Stölzl, de eerste vrouwelijke Bauhaus-juniormeester (1897-1983)

Bij de oprichting van het Bauhaus in 1919 had Walter Gropius geschreven dat “iedereen, onafgezien van leeftijd of geslacht, toegang kreeg”. Toch moesten de vrouwen naar een textielklas, want werkmiddelen in andere ateliers waren schaars en de meesters geloofden niet echt dat vrouwen kans later maakten op een artistiek beroep. Je kon die kansen beter aan de mannen geven. Gunta Stölzl had zich na haar studies glasschilderkunst en keramiek ingeschreven. Ze slaagde er glansrijk in het beste uit de opgelegde keuze van textielwerkplaats te halen. Achteraf verklaarde ze dat ze veel kon opsteken uit inspirerende vriendschappen met mannelijke medeleerlingen, onder meer de Hongaar Marcel Breuer. Ze hadden een kortstondige affaire en Stölzl weefde de kleurige bekleding voor twee door hem ontworpen stoelen.

Gunta StölzlBeeld sebjarnot

Ook haar individuele werk had invloed. Enerzijds wist ze de moderne kleur- en vormtheorieën uit de abstracte schilderkunst op briljante wijze in textiel te vertalen. Anderzijds vervolmaakte ze zich in technische textielprocedés, die de illustere mannelijke collega’s stiefmoederlijk behandelden. In 1927 werd ze de eerste vrouwelijke ‘juniormeester’ aan het Bauhaus.

De vrouwen moesten naar een textielklas, want werkmiddelen in andere ateliers waren schaars en de meesters geloofden niet echt dat vrouwen kans later maakten op een artistiek beroep

Ze zette door contacten met de industrie betekenisvolle stappen in de evolutie van ambachtelijk naar industrieel textiel­ontwerp. Na haar huwelijk met de joodse medeleerling Arieh Sharon verloor ze haar Duitse staatsburgerschap. Twee jaar voordat het Bauhaus mede onder druk van de nazi’s de deuren sloot, werd ze al ontslagen. Ze verhuisde naar Zwitserland waar ze verschillende weefateliers zou oprichten.