NVJ wil dat inspectie erkent dat PowNed-docu geen commercial is

Foto: ANP

Journalistenvakbond NVJ wil dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toegeeft dat journalistieke documentaires geen reclamespotjes zijn. Dat meldt woordvoerder Paul Teixeira van de NVJ in reactie op de waarschuwing die Omroep PowNed kreeg over het programma PowNed of View: De Prikpen, over het omstreden middel Ozempic. Het risico zou zijn dat de documentaire reclame zou maken voor het middel.

“We zijn verbaasd en teleurgesteld dat wordt gesuggereerd dat een journalistieke productie op één lijn wordt gesteld met een commercial”, stelt Teixeira. “Een reclamespot heeft als doel een product wervend aan te prijzen, je belicht alleen de positieve eigenschappen op een zo aantrekkelijk mogelijke manier. In een journalistiek onderzoek belicht je een onderwerp van allerlei kanten. Je pleegt wederhoor, je benadert een onderwerp kritisch. Je laat experts aan het woord, je schetst een evenwichtig beeld. Je haalt als het nodig is de onderste steen boven.”

Volgens de NVJ is dat in het geval van de PowNed-documentaire gebeurd. “De film schetst een evenwichtig beeld van de voors en tegens van Ozempic”, aldus de NVJ-zegsman. “Er wordt ook getoond hoe gemakkelijk het is dat spul zonder recept onder de toonbank te krijgen. Als de inspectie de documentaire had gekeken, hadden ze dat ook gezien.” IGJ benaderde PowNed op basis van de vooraankondiging van het programma. Een woordvoerder kan niet zeggen of de inspectie na alle commotie van plan is de uitzending wel te gaan kijken.

De NVJ veroordeelt de actie van de IGJ als “een poging journalistieke vrijheid in te perken, een doodzonde”. De journalistenvakbond wil dat de inspectie en het ministerie van Volksgezondheid de fout erkennen en duidelijk maken “dat zij het verschil tussen een commercial en een journalistiek project snappen”. Als de IGJ dit niet doet, beraadt de NVJ zich op volgende stappen. Een woordvoerder van IGJ laat aan het ANP weten dat “het verschil tussen journalistiek en reclame soms lastig te beoordelen is”.