Direct naar artikelinhoud
Column

Er zijn te weinig slechte ploegen op dit WK

Frank Heinen.Beeld rv

Tijdens het WK schrijven de Nederlandse thuisblijvers Daan Heerma van Voss en Frank Heinen elke dag om beurt over wat hen opvalt aan het voetbalfeest in Rusland. Vandaag: Frank Heinen.

Welgemoed stapt u op de fiets, want straks gaat u met vrienden de hele avond naar een kanaal kijken. Gewoon: een kanaal bij u in de buurt. Als u arriveert, blijkt dat zestigduizend anderen op hetzelfde idee zijn gekomen.

In de eerste helft gebeurt er niet veel. Het water klotst tegen de kant, een oude schoen drijft voorbij en in de berm wordt de wave ingezet zodat iedereen wakker blijft. En dan, vlak voor rust, gebeurt het toch: een binnenvaartschip met een berg zand erop vaart voorbij!

Het passeren van het schip wordt zes keer herhaald. Dan is het rust. Op een groot scherm legt Bob Peeters uit dat hij heel goed lag, die berg zand.

Na rust vaart er niets meer langs. Toch blijft iedereen zitten kijken, hopend op een waterskiër met een smeulend konijn op zijn hoofd. Of anders nog een berg zand.

Wat ik maar wil zeggen: het WK spettert nog niet. Volgens de kenners, die als Bijbelse insecten over werkelijk alle media zijn uitgezwermd, heeft dit te maken met het feit dat er te veel slechte ploegen zijn. Te veel dichtspijkeraars. Busparkeerders. Schoppers. Mannetjesputters. Allemaal mul zand waar de mooiste sportauto's in vastlopen.

IJsland, Iran, Australië, Panama. Voetbal als een kom droge havermout.

Na rust vaart er niets meer langs. Toch blijft iedereen zitten kijken, hopend op een waterskiër met een smeulend konijn op zijn hoofd

Ik geloofde het direct, dat van die slechte ploegen. Het klonk logisch, en het zou bovendien een bewijs zijn dat een reusachtig kussen met FIFA-logo bezig is de sport langzaam te smoren – een stelling waarvoor ik altijd nieuwe bewijzen verzamel.

Maar toen werd het woensdag. Spanje – Iran. Een middelgrote oceaan tegen de Bellewaerde-vijver. Spanje kwam voor doordat Diego Costa, een spoorbiels met voetbalschoenen, de bal tegen zich aan geschopt kreeg. De rest van de wedstrijd deed Iran amechtige pogingen om een goal te maken. Dat lukte, maar zelfs een blinde VAR kon zien dat het buitenspel was. Dus bleef het 1-0.

Dertig seconden voor het eind kreeg Iran een inworp op de Spaanse helft. Kenmerkend voor de 'slechte landen' waarover de kenners steeds spreken, is dat inworpen hun voornaamste wapen zijn. Vast omdat ze dan eindelijk ook hun handen mogen gebruiken.

Goed, Irans laatste kans. Milad Mohammadi, in het dagelijks leven verdediger bij Akhmat Grozny, ging de bal ineens voor het doel werpen. Mohammadi greep de bal, stuiterde ermee tegen het voorhoofd en nam een aanloop. Daarna gebeurde er iets ongelooflijks. Iets zonder weerga.

In plaats van in te gooien, zette Mohammadi de bal op de grond, maakte een soort koprol met het leer in zijn handen en was van plan daarna, met alle snelheid van de koprol, de bal vanuit zijn lendenen zó in het Spaanse doel te slingeren. Dat mislukte. Twee miljard mensen zagen hoe het bij Milad Mohammadi – bijnaam 'Mig-Mig', naar Road Runner – in zijn rug schoot.

Daarna gooide hij maar gewoon in.

Het was met voorsprong het mooiste moment van het WK.

Er zijn helemaal niet te veel slechte ploegen. Er zijn er te weinig. Perfectie kennen we nu wel, perfectie is een kanaal waar eens per negentig minuten een berg zand voorbij vaart. De wereld heeft behoefte aan meer Milad Mohammadi's.