Investeer veel meer in werk voor vluchteling
Recente cijfers over het lage percentage geslaagden (39 procent) voor het inburgeringsexamen laten zien dat het leren van de Nederlandse taal een struikelblok is. Als je twee keer per week drie uur les hebt, zakt de kennis snel weg als je de stof niet oefent. Veel vluchtelingen hebben voornamelijk contact met mensen uit hun land van herkomst en oefenen de lesstof amper. Ook speelt de wijze van examineren een rol: lager opgeleide vluchtelingen hebben doorgaans niet veel ervaring met multiple choice en met het gebruik van dubbele ontkenningen.
Om werkelijk te kunnen participeren in onze samenleving is ook inzicht in onze cultuur van belang. Ook daarvoor is contact met Nederlanders van belang. Daarnaast moet ook gepast gedrag ‘uitgelegd’ en beoefend worden om in een baan te kunnen ‘aarden’.
Toegang tot de arbeidsmarkt is niet mogelijk zonder beheersing van de taal en aanvullende opleidingen. Wij hebben hier meer dan 61.000 bijstandsgerechtigde vluchtelingen. Er zijn genoeg werkgevers die vluchtelingen in dienst willen nemen. Maar niet zonder bij- of omscholing of extra begeleiding tijdens het werk.
Cijfers laten zien hoe moeilijk het is vluchtelingen naar werk te geleiden: in Amsterdam is in anderhalf jaar 12 miljoen euro uitgegeven aan begeleiding naar werk. Dat heeft geresulteerd in een uitstroom uit de bijstand van 326 vluchtelingen.
Nog een knelpunt: ook vluchtelingen van dertig jaar en ouder hebben geen recht meer op studiefinanciering. Zij kunnen vaak alleen participeren als zij zelf een baan vinden.
Een oplossing voor veel van deze knelpunten is dat vluchtelingen worden klaargestoomd voor werk met intensieve aandacht voor de taal, een passende werkhouding, gevolgd door een praktijkopleiding en vakinhoudelijke en mentale begeleiding tijdens het werk. Hierdoor zouden vluchtelingen binnen zes maanden taalvaardig kunnen zijn, voor werk beschikbaar en uit de bijstand.
Een investering van rond de 10 mille per deelnemer zou voldoende kunnen zijn om meer dan 140 mille aan bijstandskosten te besparen. Landelijk wordt er aan de groep 30-plussers meer dan 500 miljoen euro aan bijstandskosten uitgekeerd. Waarom schiet de overheid niet te hulp? <