Direct naar artikelinhoud

Deden wij een WC-Eend over de gewonnen Tegels?

Jaap Biemans en Corinne van Duin bij de uitreiking van ‘de Lampen’ van de Art Directors Club Nederland.Beeld RV

Twee Tegels

Op maandagavond zat ik op het balkon van de Haagse Schouwburg te juichen voor onze twee Tegelwinnaars, buitenlandredacteur Carlijne Vos met haar Afrikareportages en talent Timo Nijssen met zijn onderzoeksverhaal over een waterflesje. De volgende ochtend kibbelde ik met mijn vrouw. Hadden we die prijzen voor onszelf zo prominent in de krant moeten zetten? Dat is toch een beetje wij van WC-Eend, betoogde ze. Ik vond dat erg streng. Moeten we iets heuglijks over de krant, waarmee lezers zich verbonden voelen, dan niet vermelden? We doen dat altijd. Dit is nog de berichtenpoot, ik stond destijds met mijn eigen Tegel op de voorpagina, sputterde ik (toen nog broadsheet). En kijk eens wat voor mails ik krijg als nieuwsbrieflezer van de Amerikaanse kranten: ‘The New York Times has won three Pulitzer Prizes, bringing its total to 125 awards.’ Zo ver gaan wij niet. Ik overtuigde haar nauwelijks. Wat niet hielp,  was dat uit het op de site verschenen stukje in de krantenversie de helft was geschrapt. Het deel waarin de andere Tegelwinnaars stonden, onder meer de twee van onze geachte concurrent NRC. Terwijl die krant het juist heel ruiterlijk had gedaan, met een groter stuk waar in de kop al gewag werd gemaakt van de Tegels voor de Volkskrant en de NOS. Erbij stond ook nog een telling van Tegelnominaties vanaf 2007, het jaar dat deze Nederlandse versie van de Pulitzer-prijs begon: de Volkskrant en NRC zijn koplopers in het dagbladensegment, maar de Volkskrant kreeg er 32 tegen NRC 18. Daar ben ik van WC-Eend heel trots op, kan ik u vertellen.  Maar in sportiviteit en evenwicht van de berichtgeving over die prijzen heeft NRC ons in de dinsdagkrant dus vierkant verslagen.      

Het artikel over de twee Tegels die de Volkskrant maandagavond won.Beeld RV

Zilveren Lamp

Ik ga toch nog even door. Jaap Biemans, art director van Volkskrant Magazine en verzamelaar van klompige prijsbeeldjes, won er samen met vertrekkend Magazinechef Corinne van Duin deze week alweer één voor de Magazine-covers, een zilveren Lamp in de categorie editorial bij de ACDN-awards. Dat zijn voornamelijk reclameprijzen, en ik haast me te zeggen dat de grote winnaar dit jaar reclamebureau N=5 was.  Maar de jury oordeelde over het Magazine – het gaat daar in het Engels:  ‘They give themselves room to try things. It makes the product different from all other offerings in the category.’ En dat lijkt me een goede omschrijving. Biemans, ook de man achter de wereldwijd gevolgde website Coverjunkie, markeerde het afscheid van Corinne vorige week met tien verschillende wisselcovers van internationale ontwerpers. Sommigen zijn al jaren idolen van hem, nu mocht hij ze instrueren. Jaap gaat zijn covers vanaf nu maken met een nieuwe leiding bij het Magazine. Experimenteel zal hij blijven.

Ander papier

Over onze papierschaarste schrijf ik deze week in het voorwoord van Sir Edmund. Het gekke was dat ik dat moest schrijven zonder de Sir Edmund op het nieuwe papier te hebben gezien. Gisterochtend kregen we een doosje op de redactie en begonnen we naarstig te bladeren. Het oordeel: ziet er best goed uit, het beeld is hier en daar zelfs mooier, art director Lucas van Esch heeft de vormgeving heel vakkundig verkleind.  Maar het is onwennig, en dat omroepgidspapier schijnt een beetje door en bladert niet fijn. Toch, als je in zak en as zat, en dat deden de makers, valt het nog mee. Of is dat ook een WC-Eend?  

Philippe Remarque      

De Sir Edmund op het nieuwe papier.Beeld RV