Direct naar artikelinhoud
ReportageVolleybal

Hoe Nederlandse team werd gesloopt door een Italiaanse volleybalmuur van geluid en een monsterblok

Nederland eindigde de WK volleybal met een wedstrijd tegen het thuisland. Italië was al door, Nederland kon in het Milanese megastadion genieten van het meest hartstochtelijke volleybalpubliek ter wereld. Jasper Diefenbach over zijn laatste interland: ‘Dit WK is het hoogtepunt van mijn carrière geweest.’

Spelers van het Nederlandse nationale team klaar om te verdedigen tijdens het FIVB wereldkampioenschap.

Zaterdag tegen middernacht lagen de Nederlandse volleyballers op hun hotelkamer televisie te kijken. De benen gestrekt, het lange lijf uitrustend van de gewonnen viersetter tegen Finland, maar alle aandacht voor RAI Due, het kanaal dat het WK volleybal naar de Italiaanse kijker brengt.

Het was observeren van de volgende tegenstander, een blaadje met aantekeningen op schoot. Het was ook, uiteindelijk, kijken naar de eigen uitschakeling. Omdat het door twaalfduizend tifosi aangemoedigde Italië in de vijfde set van de reuzen van Rusland verloor, wist de Nederlandse ploeg dat het ticket voor de volgende ronde in Turijn, waar de zes beste ploegen komende week om de wereldtitel strijden, verscheurd kon worden. De plaatsen 1 en 2 in de poule waren voor Italië en Rusland.

Het is terug naar Nederland en dan weer uitvliegen naar de Europese landen waar de ‘Lange Mannen’, de deze weken opgepoetste geuzennaam van de nationale volleyballers, hun geld verdienen. Spelverdeler Daan van Haarlem moet zaterdag al zijn eerste competitiewedstrijd in Tsjechië spelen. Hij zal redelijk kapot bij VK Karlovarsko arriveren.

Die zaterdagavond, na de denderende overwinning op Finland (25-19, 23-25, 25-16 en 13) en na de studie van het Italiaanse geweld, namen de Nederlanders zich al voor met een wedstrijd van niveau afscheid te nemen van Milaan. Niemand van het team had gedacht daar te belanden bij deze wereldtitelstrijd die zich voor Nederland in Bulgarije leek af te spelen. Eerste ronde Ruse, tweede ronde Sofia en hopelijk Varna. Mooi toch voor een land dat zestien jaar niet had meegedaan aan het WK.

Het werd door de tweede plaats in de eerste ronde, na grote zeges op olympisch kampioen Brazilië en op Frankrijk, plots Milaan, in het land waar het hart werkelijk klopt voor ‘pallavolo’. In de jaren negentig trokken tal van Nederlanders naar de Po-vlakte. Blangé naar Parma, Posthuma en Zoodsma naar Montichiari, Zwerver naar Treviso, Van de Goor naar Modena, Held naar Reggio. De laatste woont daar nog en kwam zondagavond kijken naar Nederland-Italië, ooit een wedstrijd waar Nederlanders voor op bleven.

Walhalla

In dat walhalla van het volleybal wonen nu nog Maarten van Garderen en Nimir Abdelaziz. Jeugdinternational Luuc van der Ent sloot deze zomer aan. Hij kreeg een contract bij het grote Modena.

Van Garderen, van Modena naar Trento getransfereerd: ‘Onze verhuizing van Ruse naar Milaan was fantastisch. Opeens staan we in het grootste stadion dat er is. Ik heb een Duitse bekerfinale gespeeld voor twaalfduizend man en een halve finale WK beach voor elfduizend. Maar deze grote bak vol Italianen is met niets te vergelijken. Nederland-Finland, een voorwedstrijd van Italië-Rusland, voor tienduizend man. Ga je nooit meer meemaken.’

Abdelaziz, spelend in zijn thuisstad Milaan: ‘Met alle respect maar Nederland tegen China in Ruse voor vijftig man, dat is ook het WK. Maar dit is een ander land op volleybalgebied. De mensen vinden dit een mooie, grote sport. Voetbal is nog groter. Maar Ivan Zaitsev, de grote ster, kan niet over straat. En zelfs ik word hier in Milaan steeds aangeklampt. Ze bellen en appen om kaarten. Ik krijg er helaas maar drie per wedstrijd. Een voor mijn moeder. Man, ze hadden een stadion van 25.000 kunnen vullen. Dat is volleybal in Italië. Zo is het nergens.’

De doorbraak van de zaalsport kwam in 1978, met het WK in Rome, waarin het Italiaanse team, een outsider, de finale van de Sovjet-Unie verloor. Het zilver was een doorbraak. Technisch directeur Joop Alberda, zelf in 1991 als assistent-coach werkzaam in Milaan: ‘Toen hebben de Italianen een competitie opgetuigd, met licenties. Er was geld, een tijdje heel veel geld. Salarissen tot een miljoen. Tot de operatie Schone Handen. Maar nu maakt de sport weer een opgang.’

Monster Block

Het Forum van Milaan trilt en davert, als de nationale ploeg alleen maar het veld betreedt voor de warming-up. Er wordt gezongen, Volare, uit volle borst. Que Sera, net zo hard. Ace, Ace. En: Monster Block. Het dendert maar door in de betonnen kolos vol rode stoeltjes, dat de naam van Berlusconi’s Mediolanum draagt.

Favoriet Zaitsev, man met hanenkam, krijgt een aparte behandeling. De speaker herhaalt bij scores tot vier keer toe zijn voornaam I-Van. Het publiek gaat schor op ‘Zait-Sev’, de zoon van een befaamde Russische volleyballer. Hij is een immigrant die net als de Cubaan Juantorena een moeiteloze paspoortwissel heeft gedaan.

‘Olanda’ krijgt zondagavond zijn deel van de Italiaanse warmte. ‘Nimir’ wordt er gescandeerd voor de hoogspringer in Milanese dienst. De stemming is vriendelijk. Het is een wedstrijd om de eer. Italië is door naar de derde ronde. Nederland, negende bij dit toernooi, neemt met een buiging afscheid van de grootste belevenis uit veler volleyballevens.

De muur van geluid (de dreunende basboxen hebben ook zo hun bijdrage) slaat neer op het veld. Jasper Diefenbach speelt zijn laatste interland, een om nooit te vergeten. Hij heeft voor volle zalen in België en Frankrijk gespeeld. Werd dit jaar Frans kampioen met Tours. Mooi, maar niet te vergelijken met Italië. Als hij zijn jaren overziet: ‘Dan is dit WK het hoogtepunt van mijn carrière geweest.’