Direct naar artikelinhoud
De gedachteBart Eeckhout

De pr-campagne voor Israël heeft festivalorganisator EBU veel geld opgeleverd. Ze kunnen er een geweten mee aanschaffen

'Ik zou toch opletten met het politiseren en recupereren van een televoting.'Beeld Eva Beeusaert / ANP

Hoofdcommentator Bart Eeckhout zag hoe sommigen in het Israëlische succes bij de Eurovisie-televoting een ‘nieuw politiek feit’ ontwaarden. Maar: ‘Aan de uiterste zijden van het politieke spectrum wordt flink op de trommel geslagen, voor en tegen Israël, maar de kans is groot dat zo alleen overtuigd wordt wie toch al overtuigd was.’

Nogal wat rechts georiënteerde spraakmakers, van Kamerlid Theo Francken (N-VA) over Mia Doornaert tot zowat de hele VB-club, konden zaterdagnacht de pret niet op, na het einde van het Eurovisiesongfestival. Dat uitgerekend omstreden deelnemer Israël onder meer in België veruit de meeste stemmen binnenrijfde bij de publieke stembeurt zagen zij als niet minder dan een nieuw politiek feit. Eindelijk had de ‘stille meerderheid’ gesproken en was de empathie met de Palestijnen tot haar ware proporties teruggebracht. En wie het niet geloofde, zou het wel voelen op 9 juni.

De gedachten zijn vrij, maar ik zou toch opletten met het politiseren en recupereren van een televoting. Het is niet bepaald een wetenschappelijk gevalideerde opiniepeiling. Van die televoting weten we dat fans tot twintig keer mochten stemmen op dezelfde kandidaat, als ze er maar genoeg geld voor over hadden. We weten ook dat in vele landen rechtse tot uiterst rechtse politici hun achterban vooraf opgeroepen hadden om voor Israël te stemmen en we weten dat de Israëlische regering zelfs tot in de VS toe een promocampagne gevoerd heeft voor haar Songfestival-kandidaat.

Het enige wat we dus zeker weten, is dat deze actieve Israël-campagne organisator EBU veel televotinggeld heeft opgeleverd. Ze kunnen er misschien een geweten mee aanschaffen.

Dat wil niet zeggen dat er geen grote groep Europeanen, Belgen of Vlamingen bestaat met sympathie voor de positie en de oorlogspolitiek van Israël. In Vlaanderen verkondigen de twee grootste partijen sterke pro-Israëlische standpunten. Vaak zijn dat ook slecht vermomde anti-islamstandpunten. Zeker dat laatste trekt wel wat aanhang aan. Daar is niets verrassend of onthullend aan.

Een nieuw politiek feit? Ach, iedereen weet ondertussen wel ongeveer welk stembusresultaat ons in Vlaanderen te wachten staat op 9 juni, toch? Ook daar is dus weinig nieuw aan. Hopelijk is het wel nog toegestaan om daar bezorgd over te zijn.

Ondanks alle legitieme maar polariserende discussie zou de impact van de oorlog in Gaza op de kiescampagne in Vlaanderen weleens vrij beperkt kunnen zijn. Aan de uiterste zijden van het politieke spectrum wordt er flink op de trommel geslagen, voor en tegen Israël, maar de kans is groot dat zo alleen overtuigd wordt wie toch al overtuigd was.

Daartussenin zit zeer waarschijnlijk een zeer grote groep mensen die redelijk genuanceerd kijkt naar de Palestijns-Israëlische kwestie. Mensen die best wel empathie kunnen opbrengen voor het afschuwelijke lijden dat de inwoners van Gaza wordt aangedaan, mensen die willen dat het nodeloos brute oorlogsgeweld stopt en die tegelijk beseffen dat ook de inwoners van Israël recht hebben op vrede en veiligheid en op een leven zonder angst voor de terroristische kidnapping van geliefden. Het ene standpunt hoeft het andere helemaal niet uit te sluiten.

Met nieuwe politieke feiten heeft dat allemaal weinig te maken. Het gaat om ouderwetse medemenselijkheid. Zou het kunnen dat die zogenaamde ‘stille meerderheid’ daar nog altijd voor te vinden is?