De term 'Dag van de Arbeid' zegt het eigenlijk al een beetje: het is een dag waarop het werk van de zogeheten arbeidersklasse in de schijnwerpers wordt gezet.
De Dag van de Arbeid vindt zijn oorsprong aan het einde van de negentiende eeuw. Socialistische partijen uit verschillende landen verenigden zich en riepen op om actie te voeren op 1 mei. Zij voerden toen actie voor onder meer een achturige werkdag. De partijen wezen 1 mei toen ook aan als internationale Dag van de Arbeid.
Koninginnedag zat Dag van de Arbeid in de weg
Volgens vakbond FNV zijn er twee hoofdredenen waarom 1 mei in Nederland niet als feestdag wordt gevierd. "Dat komt deels doordat Koninginnedag voorheen op 30 april viel en wij voornamelijk op kerkelijke feestdagen zoals Kerst en Pasen vrij zijn."
Daarnaast zegt de bond dat ons poldermodel een belangrijke reden is voor het relatieve gebrek aan aandacht voor de Dag van de Arbeid. In andere landen hebben stakingen, demonstraties en andere acties ervoor gezorgd dat er op de arbeidsmarkt dingen zijn veranderd.
In Nederland gebeurde dit vooral na onderhandelingen tussen de overheid, werkgevers en werknemers. "De confrontaties tussen vakbonden en de overheid waren in ons land minder heftig dan in bijvoorbeeld Frankrijk en Spanje", zegt een woordvoerder van FNV.
Tóch aandacht voor 1 mei
Toch hadden we in het verleden ook in Nederland aandacht voor de Dag van de Arbeid. Maar tijdens de Koude Oorlog kreeg 1 mei een slechte naam. De Dag van de Arbeid kreeg in het Oostblok en de Sovjet-Unie steeds meer een militair karakter. Daar wilden veel Nederlanders niet mee geassocieerd worden.
Sinds een aantal jaar staan we in Nederland tóch weer stil bij de Dag van de Arbeid. Zo heeft FNV dit jaar onder meer een actiemars en een manifestatie georganiseerd in Amsterdam.
Ook is de Amsterdamse beurs dicht op de Dag van de Arbeid. Dat is omdat in veel andere steden, waaronder die in Parijs en Brussel, de beurzen ook dicht blijven.