Voetgangers en fietsers komen niet meer eerst: nieuwe mobiliteitsaanpak Weyts (N-VA) maakt CD&V boos

"We gaan niet alle investeringen in autowegen achteruitschuiven, omdat we eerst per se in openbaar vervoer moeten investeren", zegt Weyts. "De budgetten voor álle vervoersvormen zijn verhoogd, maar we moeten af van een dogmatische aanpak." De minister van Mobiliteit heeft een ontwerptekst klaar voor het nieuwe mobiliteitsdecreet waarin er geen sprake meer is van het zogenaamde STOP-principe, sinds jaren de leidraad van de Vlaamse regering. Dat legde de prioriteiten vast: eerst de Stappers (voetgangers), dan de Trappers (Fietsers), vervolgens het Openbaar vervoer en tot slot de Personenwagens.

In plaats daarvan schuift Weyts de zogenoemde 'combimobiliteit' naar voor. Daarbij wordt gekeken hoe vervoersvormen op elkaar kunnen worden afgestemd. Iemand kan met de auto naar het station, om daar de trein te nemen tot in de stad, waar hij aansluiting heeft op een bus.

Weyts denkt dat je zo meer mensen kunt overtuigen minder kilometers te doen in de wagen. "Je kunt geen dictaat opleggen: je moet de auto nu laten staan." Daarom komen investeringen toegespitst op voetgangers en fietsers niet meer eerst.

Kritiek

Coalitiepartner CD&V is boos. "We zetten onze handtekening niet als het STOP-principe niet wordt opgenomen in het decreet", zegt Vlaams Parlementslid Dirk de Kort. "Desnoods blokkeren we dit in het parlement." Hij verwijt Weyts een gebrek aan visie. "Hij durft geen echte keuzes te maken." Er volgt nu overleg binnen de meerderheid, de definitieve tekst wordt verwacht tegen begin juli, al wil Weyts geen deadline vastleggen.

Ook vanuit de oppositie klinkt kritiek. "Dit zou een revolutie zijn, en geen goede", zegt Groen-fractieleider Björn Rzoska. "Vlaanderen zou ingaan tegen alle internationale trends."

Het principe staat nochtans in het regeerakkoord én in Weyts' beleidsnota's. "Als het gaat om verkeersveiligheid houden we daaraan vast", zegt de minister. "Bij de inrichting van een kruispunt zullen we dat conflictvrij maken. Maar wat betreft investeringen, sta ik voor een realistisch beleid."

Toch is deze koerswijziging essentieel, vindt professor mobiliteit Dirk Lauwers (UGent). "Alle adviezen over subsidies en infrastructuurwerken worden op basis van het decreet gegeven", zegt hij. Lauwers zetelt in de Vlaamse mobiliteitsraad en kreeg al een eerste toelichting bij het decreet. "Zonder het STOP-principe valt een belangrijk argument weg. Experts kunnen toch niet op basis van hun persoonlijke overtuiging advies geven?"

Een voorbeeld: als een stationsomgeving opnieuw wordt aangelegd, zou het volgens het STOP-principe logisch zijn om ruimte te maken voor fietsers en voetgangers. Terwijl vanuit combimobiliteit je evengoed het voetpad kan versmallen om meer parkeerplaatsen in te richten. Zodat mensen van de auto meteen de trein kunnen opstappen.

Geen goede evolutie, vindt Lauwers. "Je moet duidelijke prioriteiten stellen."