Het komende schooljaar komen er nochtans meer dan 500 nieuwe plaatsen bij, wat het totaal op 39.324 brengt. Dat meldt Joost Vaesen, voorzitter van het Lokaal Overlegplatform (LOP) Brussel Basisonderwijs, dinsdag. In totaal waren er 6.001 aanmeldingsdossiers, wat betekent dat voor bijna de helft in Brussel geen plaats is.

Ouders die een aanvraag indienden, kregen dinsdag te horen of hun kind volgend jaar kan starten in een van de scholen die ze kozen. Voor de ouders van 3.186 kinderen kwam er een positief antwoord, en 70 procent van hen (zonder al eerder aangemelde broers of zussen) kan terecht bij hun eerste keuze.

In het kleuteronderwijs ziet het LOP de meeste weigeringen, maar ook in het eerste en tweede leerjaar is dat het geval. Dit capaciteitsprobleem mag “gezien het belang van kleuteronderwijs in functie van onderwijsparticipatie (...) niet van de agenda verdwijnen”, aldus het LOP. 

Behalve het plaatstekort speelt in Brussel, meer nog dan in de rest van Vlaanderen, een groot lerarentekort. “Het heeft weinig zin om te beschikken over (passende) schoolinfrastructuur als er als het ware niemand voor de klas staat”, klinkt het bij het LOP. De “creatieve en flexibele aanpak” van directies en schoolteams heeft een houdbaarheidsdatum. “Lerarenteams in Brussel ondervinden dag in, dag uit dat de situatie steeds meer ontspoort.”

Want het lerarentekort heeft behalve een kwantitatieve ook een kwalitatieve dimensie, stelt het LOP nog. Scholen kunnen door het tekort niet kiezen tussen verschillende geschikte kandidaten, maar er is ook een gebrek “aan goed opgeleide kandidaten met een passend profiel”.

Daarom pleit het LOP ervoor bestaande initiatieven, zoals de lerarenbonus, verder te zetten, maar daarnaast moet er ook een beleid komen dat “rekening houdt met de grootstedelijke specificiteit”.  Om tot een kentering te komen zullen “voldoende middelen en expertise nodig zijn”.