De Belg beweegt te weinig: zo word je gezonder zonder veel moeite

© Shutterstock

Uit nieuwe cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet Global Health, blijkt dat mensen te weinig bewegen. Vooral in België zitten we - letterlijk - met een groot probleem. En dat terwijl meer bewegen makkelijk in je leven te integreren is. Bewegingsexperte An Bogaerts, projectmanager van het portaAL expertisecentrum voor gezond bewegen van de KU leuven, geeft tips.

vwh

Onderzoekers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stellen vast dat de cijfers sinds 2001 gestagneerd zijn, enkel in het westen blijven ze stijgen. Eén op de drie Belgen beweegt vandaag te weinig. Vrouwen doen het iets beter: onder hen beweegt maar één op de vier onvoldoende. We horen bij de slechtste scoorders in Europa: enkel in Duitsland en Groot-Brittannië zitten ze nog meer stil. Wereldwijd zijn Koeweit, de Filipijnen en Servië de minst actieve landen. Wie in Moldavië, Jordanië of Oeganda woont, beweegt het meest. De WHO roept overheden op om burgers meer te sensibiliseren een aan te zetten om te beweging. Wie regelmatig beweegt kan allerhande gezondheidsproblemen, zoals hart- en vaatziekten, kanker en diabetes voorkomen.

Hulp van de werkgever

“Meer beweging integreren in je leven begint bij je eigen kennis en overtuiging om iets aan je zitgedrag te veranderen. Als die motivatie er niet is, dan blijft alles bij het oude”, zegt An Bogaerts. Volgens de experte is er hulp nodig van je oversten. “Als je zelf gemotiveerd bent om rechtstaand te werken of over de middag naar buiten te gaan, maar er geen ondersteuning is vanuit je sociale omgeving, dan wordt het moeilijk. De kans bestaat dat je het gedrag van collega’s gaat overnemen. Ook de fysieke omgeving speelt een rol. Als de tafel in de vergaderruimte in hoogte verstelbaar is, dan zal een meeting al sneller rechtstaand verlopen. Ook het beleid heeft en impact: wat zijn de interne afspraken rond vergadering? En mag je zomaar naar buiten?”

Bogaerdse, gespecialiseerd in bewegingstrainingen voor bedrijven, deelt enkele laagdrempelige oefeningen die je kunt doen tijdens de werkuren. “Geef prioriteit aan je beweegkansen overdag, zodat het geen verplichting wordt ’s avonds. Het moet natuurlijk altijd leuk blijven. Als je iets tegen je zin doet, houd je het niet vol. Ben je iemand die makkelijk drie uur aan je computer zit? Probeer de zittijd af te bouwen tot je na een tijdje om hat half uur even rechtstaan. Er bestaan apps en zandlopers die hierbij kunnen helpen. Na een drukke werkdag al dat zitten proberen compenseren met beweging telt niet, want dan is de zitschade al een feit.”

Tien laagdrempelige oefeningen

Leg je handen op je schouders en maak voor- en achterwaartse draaibewegingen met de ellebogen. Herhaal vijftien keer aan elke kant.

Ga squatten: doe alsof je gaat zitten, maar ga net niet zitten en houd deze positie even aan. Herhaal een tiental keer.

Sta even recht, breng je handen samen, strek je armen en stretch je bovenrug.

Doe enkele lunges. Breng je hiel naar je zitvlak. Afwisselend links en rechts. Herhaal een tiental keer aan elke kant.

Doe een uitvalspas: zet je voorste voet plat op de grond, je voorste knie boven je teen. Herhaal de oefening vijf keer links en vijf keer rechts.

Sta recht en rek jezelf goed uit.Stap stevig ter plaatse. Trek hierbij je knieën hoog op en beweeg ook je armen.

Sta recht op je tenen, houd een paar seconden aan en zak opnieuw. Doe een reeksje van vijftien herhalingen.

Algemene tips op het zitpatroon te doorbreken: ga te voet of met de fiets naar de bakker. Ga je ergens naartoe met het openbaar vervoer, stap dan een halte vroeger af. Zet je de kinderen af aan de sportschool? Ga ondertussen zelf iets actiefs doen. Nog meer inspiratie nodig om te oefenen aan je bureau? De Vlaamse fitgirl Tess van Beurden leert je enkele laagdrempelige trucjes die je elke dag kan toepassen.

Ruim 1 op de 3 Belgen beweegt onvoldoende

© ss

Ruim 1 op de 3 Belgen beweegt onvoldoende. België scoort daarmee onder het internationale gemiddelde. Volgens een studie in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet beweegt ruim een kwart (27,5 procent) van de wereldbevolking onvoldoende. Als er niet snel ingegrepen wordt, zal de doelstelling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om tegen 2025 te zorgen voor 10 procent minder inactiviteit niet gehaald worden.

Stapels wetenschappelijke literatuur hebben het al bewezen: bewegen is gezond. Wie fysiek actief is, loopt bijvoorbeeld minder kans op cardiovasculaire aandoeningen, hypertensie, diabetes en borst- en darmkanker. Wie meer beweegt, voelt zich mentaal ook beter, kan dementie vertragen en kan beter een gezond gewicht bewaren.

Dat zijn ook de redenen waarom de Wereldgezondheidsorganisatie het onvoldoende bewegen tegen 2025 met 10 procent wil terugdringen. De WHO definieert voldoende bewegen als per week 150 minuten bewegen aan matige intensiteit (bv. fietsen of stevig wandelen) en 75 minuten aan een hoge intensiteit (bv. stevig doorzwemmen) of een evenwaardige combinatie van beide.

Maar uit een brede internationale studie blijkt nu dat de WHO-ambitie tegen 2025 niet gehaald wordt, tenzij beleidsmakers ingrijpen. Uit een brede studie, die gegevens van 358 onderzoeken uit 168 landen verzamelt, blijkt dat 27,5 procent van de bevolking onvoldoende beweegt. Mannen (23,4 procent) doen het iets beter dan vrouwen (31,7 procent).

België doet het, net als veel andere westerse landen, slechter dan het wereldwijde gemiddelde. In België beweegt 35,7 procent van de bevolking onvoldoende. Vooral vrouwen komen onvoldoende aan bewegen toe. Zo bewegen vier op de tien Belgische vrouwen te weinig, tegenover 30,6 procent van de mannen.

De studie bevat een aantal opvallende evoluties en opmerkelijke geografische verschillen. Zo is het probleem duidelijk groter geworden in rijke westerse landen terwijl het kleiner is geworden in het Verre Oosten en in Zuidoost-Azië. In de rijke westerse landen was er tussen 2001 en 2016 namelijk een stijging van 30,9 procent naar 34,6 in 2016, terwijl in het Verre Oosten en Zuidoost-Azië in dezelfde periode een daling was van 25,7 naar 17,3 procent.

Verder blijkt het probleem dubbel zo groot in rijke landen als in arme landen. Er zijn zeven landen waar het cijfer onder de 10 procent zit. Het gaat om: Oeganda, Mozambique, Lesotho, Tanzania, Niue, Vanuatu en Togo. In vier landen ligt het percentage dan weer boven de 50: Koeweit, Amerikaans-Samoa, Saoedi-Arabië en Irak.

De onderzoekers dringen bij beleidsmakers aan op actie. Nationale beleidsmakers moeten mensen aanmoedigen om meer te fietsen en wandelen en ze zouden ook de deelname aan sport en actieve recreatie meer moeten promoten. Er moet ook iets gebeuren aan de ‘genderkloof’. Zo moeten vrouwen bijvoorbeeld meer en vlotter toegang krijgen tot activiteiten in de vrije tijd.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer