Direct naar artikelinhoud

Zo maakten de lokalo's hun onstuitbare opmars

Achter het containerbegrip ‘lokale partijen’ gaan grote verschillen schuil. Maar hun succes bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen heeft wel degelijk gemeenschappelijke factoren.

De voltallige fractie van Onafhankelijk Delft voor het stadhuis, met fractievoorzitter Martin Stoelinga in het Midden.Beeld Freek van den Bergh

De lokale partijen mogen bij de gemeenteraadsverkiezingen dan samen de meeste stemmen hebben vergaard, ze zijn onmogelijk onder één noemer te brengen. Wie de uitslag bijvoorbeeld louter interpreteert als een ruk naar rechts of een massale proteststem, gaat aan veel nuances voorbij. ‘De lokale partij is een containerbegrip waarachter sterk uiteenlopende gezindten schuil gaan en waarop kiezers om sterk uiteenlopende redenen hun stem hebben uitgebracht’, zegt ­Caspar van den Berg, hoogleraar global and local governance aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Tegenwoordig zijn er ook progressieve lokale partijen, al ‘is het merendeel wel rechts, als je naar de kiezers kijkt’, zegt Peter Kanne van onderzoeksbureau I&O Research. In ons onderzoek noemt 38 procent van de kiezers zich rechts; bij mensen die op een lokale partij stemmen is dat 45 procent, en 14 procent noemt zich links.'

Zonder de veelzijdigheid van lokale partijen te veel geweld aan te doen, zijn er  niettemin vier factoren te onderscheiden die bijdragen aan hun succes.

Politiek cynisme bij de kiezer

Voorbeeld: Onafhankelijk Delft.

Zetels: van 4 naar 5

Zoals bij meer lokale politici werd bij Martin Stoelinga het politieke vuur aangewakkerd door Pim Fortuyn. Stoelinga richtte een plaatselijke Leefbaar-partij op, later omgevormd tot Onafhankelijk Delft, die in revoltejaar 2002 in één klap 6 zetels kreeg in de raad. ‘Toen zei de burgemeester: ik hoop dat ze nooit in het college komen.’

Inderdaad werd de partij buiten de orde geplaatst en nog steeds opereert Onafhankelijk Delft aan de randen van de plaatselijke politiek. Niet in de laatste plaats vanwege een langslepende juridische twist met een wethouder – de zogenoemde ‘gondel-affaire’. ‘Acht jaar lang heb ik met geen raadslid gesproken, ging ik niet meer naar commissievergaderingen en heb ik verschrikkelijke ruzies gehad met de burgemeester.’ Met wie hij wel sprak? ‘Met de gewone Delftenaren. Als wij horen dat iemand problemen heeft, gaan we ernaartoe en proberen we een oplossing te vinden.’

De belangrijkste reden voor het succes van lokale partijen is dat kiezers zich vaak niet gehoord voelen, zegt Peter Kanne. ‘Ze hebben het gevoel dat politici niet weten wat er leeft, vooral lager opgeleiden, en dat er van alles wordt gezegd, maar dat dat voor de bühne is. Van die houding profiteren lokale partijen.’

Kiezers van lokale partijen laten zich niet in één hokje plaatsen, maar kiezersonderzoeken suggereren dat politiek ­cynisme betrekkelijk vaak meespeelt bij hun stem. Ze zijn relatief laagopgeleid, ouder en minder bedeeld, zo concludeerden onderzoekers twee jaar terug in het Lokaal Kiezersonderzoek. En ze hebben betrekkelijk weinig vertrouwen in de politiek. ‘In onze laatste peiling gaf eenderde van de mensen die op een lokale partij stemmen het functioneren van de democratie een onvoldoende, terwijl ­gemiddeld een kwart dat doet’, aldus Kanne. Dat zie je terug in de kiezersbeweging: lokalo’s concurreren vaak met partijen als Leefbaar, 50Plus en de PVV, die ook een product zijn van politiek ­cynisme.

‘Het is niet zo verbazend dat de landelijke partijen bij deze verkiezingen op achterstand stonden’, zegt Van den Berg. ‘De gevestigde politiek wordt gemangeld tussen globalisering aan de ene kant en de mondige burger aan de andere kant. Haar speelruimte om die burger tegemoet te komen, is begrensd.’ De lokale partijen kampen niet met die ballast. ‘Zij kunnen veel kwistiger met beloftes strooien. In die zin is woensdag een ongelijke stembusstrijd gevoerd.’

‘Het succes van lokale partijen heeft vele vaders’, zegt Julien van Ostaaijen, bestuurskundige aan de Tilburgse universiteit. Aan de ene kant staan deze partijen doorgaans dichter bij de mensen, wat ze geliefd maakt. Tegelijkertijd lijdt de landelijke politiek al jaren gezichtsverlies. Partijen die niet gerelateerd zijn aan ‘Den Haag’ profiteren daarvan. ‘Kiezers die landelijk een vaste partij hebben, willen op gemeenteniveau nog weleens iets anders proberen. Dan is de overstap naar een lokale partij makkelijker dan naar een ideologisch andere landelijke partij.’

Tegenwicht aan ingrepen van bovenaf

Voorbeeld: Belangen Buitengebied Coevorden.

Zetels: van 6 naar 9

Toen de gemeente Coevorden vier jaar geleden het zwembad in Aalden dreigde te sluiten, richtten dorpsbewoners uit protest een nieuwe partij op. ‘Dorpelingen voelden zich achtergesteld’, zegt Jan Zwiers, lijsttrekker van Belangen Buitengebied Coevorden. ‘De gemeente ging volledig voorbij aan de maatschappelijke functie van het zwembad. Er werd gevreesd dat ook andere voorzieningen in de dorpen zouden verdwijnen.’ Drie maanden later won Belangen Buitengebied uit het niets 6 zetels en werd daarmee de grootste partij in ­Coevorden.

Zoals de naam verklapt, huist de achterban vooral in de dorpen rondom het historische stadje Coevorden. ‘Voordat we die naam kozen, hebben we wel even geteld hoeveel kiezers in het buitengebied wonen ten opzichte van de stad’, aldus Zwiers. Genoeg, zo bleek, want de partij werd in 2014 de grootste. ‘Toen stemde in de stad maar 2 procent op ons, woensdag was dat al 16 procent. Wij komen dan wel uit het buitengebied, maar als collegepartij zijn we er voor de hele gemeente.’

Veel lokale partijen beloven tegenwicht te bieden aan de schaalvergroting, die talloze dorpen en kleine gemeente hun zelfstandigheid heeft ontnomen. Herindelingen slokken het ene na het andere dorp op: telde Nederland in 1992 nog 642 gemeenten, inmiddels zijn dat er nog maar 380. De fusiedrift van hogerhand leidt de kiezer naar partijen die opkomen voor het ‘bedreigde’ dorps­belang. Zie de Gooi- en Vechtstreek, waar de lokalo’s die tegen herindeling ageren woensdag veel zetels oogstten. Zo won nieuwkomer De Lokale Partij in Wijdemeren vier zetels met de verkiezings­slogan: ‘Geen fusie met Hilversum.’

‘Kiezers zien alles groter worden, er gaat veel naar Europa, Nederland wordt steeds kleiner in de wereld’, observeert Kanne. ‘Vroeger woonden ze in een dorp dat meteen ook de gemeente was.’ Nu hun dorp is opgeslokt in een grotere ­gemeente en nieuwe herindelingen op de agenda staan, keren mensen zich naar binnen en kruipen ze naar elkaar toe, is zijn analyse ‘In reactie op de schaalvergroting ontstaan er belangenpartijen die opkomen voor afgebakende groepen. Landelijk zijn dat partijen als 50Plus en Denk, lokaal partijen die opkomen voor de eigen buurt of dorpskern.’

Gemeentelijke herindelingen waren aanvankelijk juist nadelig voor lokale partijen. ‘Toen er nog veel kleine gemeenten waren, konden de landelijke partijen niet overal een afdeling oprichten’, zegt Van Ostaaijen. Dat veranderde toen die kleine gemeenten gingen fuseren. ‘Inmiddels dragen herindelingskwesties juist bij aan de bloei van lokale partijen.’

Dicht bij de burger

Voorbeeld: Samenwerking Reusel-De Mierden

Zetels: van 6 naar 8

Als Bert van Laarhoven over straat loopt, wordt er veel gezwaaid. Ja, de mensen kennen hem hier, zoveel laat zijn bescheidenheid wel toe. ‘Iedereen is wat overdreven, maar wel veel.’ Al 24 jaar is hij actief in het Brabantse Reusel-De Mierden voor Samenwerking, een lokale partij die al op het stembiljet stond lang voordat de landelijke partijen zich aan de Belgische grens kwamen melden. Woensdag won zijn partij acht van de vijftien zetels in de gemeenteraad en heeft daarmee een absolute meerderheid – een prestatie die alleen door het CDA in Tubbergen werd geëvenaard.

Het verkiezingssucces dankt Samenwerking aan haar diepe wortels in de gemeenschap, denkt Van Laarhoven. ‘We hebben bewust gezocht naar kandidaten uit alle dorpskernen. Vrijwel iedereen die op de lijst staat is actief bij een ­lokale vereniging, van de sportclub tot de harmonie.’ Een dwarsdoorsnede, zo noemt hij de partij, en daarmee heeft ze een streepje voor op de landelijke afdelingen. ‘We zijn in alle kernen herkenbaar. Als mensen vragen hebben, weten ze bij wie ze moeten zijn. Dat is heel belangrijk.’

De herkenbare, tastbare politicus is ontegenzeggelijk een van de troeven van de lokale partij. ‘Politici die wortelen in het verenigingsleven, die plaatselijk veel bekendheid genieten en die fysiek benaderbaar zijn, zijn in het voordeel ten opzichte van representanten van een landelijke partij’, zegt Van den Berg. ‘Voor de laatsten is de kracht van vroeger – een lijntje naar een landelijke partij – een zwakte geworden. Dat is wel ironisch.’

Nu de kloof tussen burger en ‘Haagse’ partijen in de perceptie groeit, keert de gemeentepolitiek terug naar een vroegere tijd. ‘Lokale partijen waren in het begin van de vorige eeuw al heel sterk, vooral in het zuiden van het land’, zegt Van Ostaaijen. ‘De KVP liet lokale partijtjes vrij, andere niet-katholieke partijen deden in Limburg lange tijd niet mee – er viel toch niets te halen, dachten ze.’ Na een dipje in de jaren tachtig zitten de ­lokalo’s alweer 25 jaar in de lift, ziet hij. ‘Tegenwoordig zijn we wat gelijkmatiger over het land verdeeld. Je ziet ze nu meer in de grote steden: lokale partijen zijn de grootste in Rotterdam, Den Haag en ­Tilburg.’

Lokaal bestuurt minstens zo goed

Voorbeeld: Gemeentebelangen Voorst

Zetels: van 7 naar 9

‘Een beloning voor onze noeste arbeid in de afgelopen decennia.’ Arjen Lagerweij, lijsttrekker van Gemeentebelangen Voorst, weet waaraan hij de 9 zetels die woensdag werden gewonnen heeft verdiend. Al 36 jaar regeert de lokale partij onafgebroken in de Gelderse ­gemeente. ‘Je kan wel zeggen dat we een gevestigde partij zijn’, zegt Lagerweij, die ook wethouder is. ‘Onze kiezers zijn geen proteststemmers, wij geen one-issuepartij.’

Degelijkheid, rust, geen geouwehoer – het zijn kenmerken die Gemeentebelangen al decennia in het college houden. ‘En we staan dicht bij de burger. We hebben een lange lijst, iedereen kent wel iemand.’ Maar in Den Haag klinkt een ander geluid, tot ergernis van Lagerweij. ‘Kopstukken als Buma en Pechtold zetten lokale partijen als beun­hazen weg, terwijl wij ons bestuurswerk gewoon goed doen.’ Zijn partij zat in het college met het CDA en D66, maar die zijn woensdag gehalveerd. ‘Het geklungel van hun landelijke leiders heeft de bodem onder deze coalitie weggeslagen.’ Dat vindt hij jammer, want als echte bestuurderspartij was Gemeentebelangen graag op dezelfde voet doorgegaan.

​Lokale partijen zijn lang niet altijd de uitdagers van de gevestigde orde. In ­gemeenten als Voorst maken ze al ­decennia de dienst uit en dat gaat hen niet slechter af dan hun landelijke collega’s. ‘Je kunt niet zeggen dat lokale partijen heel anders besturen’, denkt Van Ostaaijen. ‘Als nieuwe partij moet je het spel leren, met vallen en opstaan. Omdat de meeste nieuwe partijen ­lokale partijen zijn, wordt ten onrechte verondersteld dat die laatste bestuurlijke prutsers zijn.’

De lokale partij is een normale partij, wil hij maar zeggen. En ook voor de ­lokalo’s geldt dat de speelruimte ­begrensd is, zegt Van den Berg. ‘Ze kunnen zich niet helemaal losmaken van Haags beleid.’ Maar lokale partijen hebben wel een streepje voor bij het verkopen van marsorders vanuit het rijk. ‘Ze zouden beter in staat moeten zijn om de burger mee te nemen in het beleid, ook als die burger daar niet meteen blij mee is.’

Hoe verder de opmars van de lokale partijen doorzet, hoe meer de aanwas van bestuurlijk talent uit de regio onder druk komt te staan bij de landelijke partijen in Den Haag. Op den duur gaat er iets veranderen, vermoedt Van den Berg. ‘Er zullen andere lijntjes ontstaan tussen de lokale overheden en Den Haag.’