De overeenkomsten liegen er niet om. Zowel de Nederlandse groep autonomen, zoals de soevereinen ook wel genoemd worden, als hun mogelijke Duitse rechts-extremistische tegenhangers hebben weinig vertrouwen in officiële instanties en autoriteiten.
De groepen zien de overheid bijvoorbeeld als 'kwaadaardige elite' en wantrouwen instituten als de Belastingdienst. Daarom betalen sommigen geen belasting of hypotheek meer. Dat kan leiden tot oplopende schulden en zelfs huisuitzettingen.
Die manier van denken kan dus behoorlijk ontwrichtend zijn. Niet alleen voor de soevereinen zelf, maar ook voor de democratie. Een deel van de soevereinen in Nederland vindt het namelijk geoorloofd om geweld te gebruiken om zich te verzetten tegen het systeem. Dat bleek uit een analyse die de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) enkele weken terug publiceerde.
Daar zit meteen een belangrijke nuance: de groep in Nederland die zich gewelddadig zou kunnen opstellen, is waarschijnlijk erg klein. Het gaat om "enkele tientallen tot honderd mensen", schreef de AIVD. Dat is maar een klein deel van de groep soevereinen die volgens de veiligheidsdienst in Nederland uit zo'n tienduizend mensen zou bestaan.
'Zeker wat te vrezen'
Dat wil niet zeggen dat we ons geen zorgen hoeven maken, vindt Kees van den Bos, hoogleraar Sociale Psychologie bij de Universiteit Utrecht. "In zijn algemeenheid hebben we zeker wat te vrezen van anti-institutioneel extremisme in Nederland." Hij noemt als voorbeeld de bestorming van het Capitool in de Verenigde Staten, waarbij Trump-aanhangers zich in 2021 op een gewelddadige manier tegen de verkiezingswinst van Joe Biden verzetten.
In Nederland vond een vergelijkbare actie plaats na de moord op Pim Fortuyn in 2002. Een golf van verontwaardiging tegen de toenmalige minister-president Wim Kok zorgde voor rellen op het Binnenhof. Het geweld was niet zo heftig als in Amerika, maar de overeenkomsten zijn niet ver weg.
Reichsbürger hebben deels toegang tot wapens
"Als mensen weerzin hebben tegen belangrijke instituties zoals de overheid of de Belastingdienst, dan is dat heel link", benadrukt Van den Bos. Daarin komt de Nederlandse groep soevereinen overeen met de extremisten in Duitsland.
Maar een verschil is dat de Duitse Reichsbürger voor een deel bestaan uit (voormalig) militairen. Ze hebben dus toegang tot wapens, waardoor die groep potentieel gevaarlijker is dan die in Nederland. Bovendien richten de twee groepen zich op andere thema's. "Geen belasting willen betalen is iets heel anders dan de regering omver willen werpen", zegt Van den Bos. "Dat gaat wel een paar stappen verder."
Er is dus een "zekere overlap" tussen de twee radicale bewegingen, maar we kunnen ze niet zomaar gelijktrekken. De situatie in Duitsland is zorgwekkender. "Al is de veiligheidsdienst er hier ook altijd alert op", besluit Van den Bos.
Niet op één hoop gooien
Daar sluit Luuk de Boer zich bij aan. Voor de Rijksuniversiteit in Groningen deed hij onderzoek naar rechtszaken rond soevereinen in Nederland. Hij ziet wel dwarsverbanden tussen de Nederlandse en Duitse groep, maar wil ervoor "oppassen ze op één hoop te gooien".
In de rechtszaken zeggen beide groepen vaak hetzelfde, zegt De Boer. Een van de argumenten die ze vaak gebruiken om hun zaak te bepleiten is: we vallen niet onder de wet, en daarom hoeven we er niet aan mee te doen of ernaar te luisteren.
Andere parallellen ziet hij in het rapport van de AIVD: een klein deel van de soevereinen is net als de Duitse extremisten bereid tot geweld. "Maar de Reichsbürger gaan verder. Ze hebben zich verder ontwikkeld, hebben een eigen bestel met rechters en politie. Hoe vergelijkbaar ze verder zijn, is lastig te zeggen".
De Boer wijst ook op de Selbstverwalter: zo wordt de groep autonomen die dezelfde overtuigingen hebben als de soevereinen hier, in Duitsland genoemd. En die zien zichzelf niet als Reichsbürger.
Hoewel er nu een rechtszaak tegen de Reichsbürger loopt vanwege de terroristische signalen, maakt De Boer zich op dat vlak nog geen zorgen voor Nederland. "Die signalen zie ik in Nederland nog niet", zegt hij. "Maar ik richt me ook vooral op rechtspraak. De AIVD let goed op de dreiging."