Direct naar artikelinhoud

Durk van der Mei (1924-2018): bedaard politicus en vriend van veteranen

Indië-ganger Durk van der Mei was een invloedrijk christen-democraat. Hij was staatssecretaris in Van Agt I en inspireerde Balkenende.

Het eeuwige leven
Beeld anp

Durk van der Mei speelde een omstreden rol bij de meest tumultueuze kabinetsformatie van de vorige eeuw.

Vijf dagen nadat de PvdA van Joop den Uyl op 25 mei 1977 een monsteroverwinning had behaald bij de Tweede Kamer-verkiezingen, kwam de CDA-top bijeen. Dries van Agt, Willem Aantjes, Roelof Kruisinga, Frans Andriessen, Rinus Peijnenburg en Cor Kleisterlee waren het snel eens dat Joop den Uyl de formateur moest worden van een PvdA/CDA-kabinet. Alleen Durk van der Mei, afkomstig uit de CHU, die niet aan het eerste kabinet-Den Uyl had meegedaan, was tegen. Hij kreeg de schuld de formatie te hebben getraineerd, maar zei later dat hij Den Uyl ongeschikt vond voor de specifieke rol van formateur.

Uiteindelijk zou die formatie ook mislukken, waarna Van Agt in zee ging met VVD-leider Hans Wiegel en een kabinet tot stand kwam, waarin Durk van der Mei staatssecretaris voor Europese Samenwerking zou worden. Later zou Van der Mei een van de grote pleitbezorgers worden van de veteranen. Hij overleed 2 februari in Zutphen. 'Uit volle overtuiging was hij christen-democraat', stond boven de overlijdensadvertentie.

Nederlands-Indië

Durk van der Mei werd geboren in het Gelderse Brummen in een gezin van drie kinderen. Zijn vader was daar commies van de belastingdienst. Hij doorliep het Christelijk Lyceum in Zutphen. Meteen na de bevrijding meldde hij zich als vrijwilliger voor de bevrijding van Nederlands-Indië van de Japanners. Hij volgde een artillerie-opleiding in Engeland, waarna hij naar Indië werd gezonden - niet meer om de kolonie van de Japanners te bevrijden, maar om te strijden tegen de vrijheidsbeweging van Soekarno.

Hij raakte bij de gevechten gewond en werd bevorderd tot opperwachtmeester. Na terugkeer in Nederland ging hij economie studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Nadat hij zijn doctoraal had behaald, bleef hij hier werken als kandidaat-assistent.

Intussen was hij politiek actief geworden binnen de Christelijk Historische Unie (CHU), waarvoor hij in 1956 in de Tweede Kamer werd gekozen.

Handelspolitiek

Hij zou bijna 21 jaar financieel-economisch woordvoerder zijn van de CHU en, na de fusie met KVP en ARP, van het CDA. Daarnaast was hij adviseur van de vakbond CNV en lid van het Europees Parlement. In de Tweede Kamer stond hij bekend als een politicus die zijn teksten doorspekte met citaten van allerlei wetenschappers.

Hij was voorzitter van de vaste commissies voor handelspolitiek en voor kernenergie en maakte deel uit van het Kamerpresidium.

Als staatssecretaris was hij betrokken bij de onderhandelingen over een verbod van zoutlozingen in de Rijn en verdedigde hij de toetreding van Griekenland tot wat toen nog de EEG heette.

Vertrouwenspersoon

In 1984 werd hij lid van de belangrijke Raad voor Vastgoedinformatie, waardoor hij zijn Kamerlidmaatschap moest opgeven. Drie jaar later werd hij Vertrouwenspersoon Oud-Militairen Indiëgangers. Hij maakte in opdracht van minister Wim van Eekelen van Defensie een rapport over de nazorg, erkenning en waardering van de Indiëgangers, dat in 1989 uitkwam. Alle vijftien aanbevelingen werden overgenomen, waaronder de totstandkoming van het Nationaal Indië Monument in Roermond. Ze vormen nog altijd de basis voor het Indië-beleid.

Van der Mei bleef tot 2005 adviseur actief binnen het Veteranen Platform. Het bedaarde politiek optreden van Van der Mei zou later nog een inspiratiebron zijn voor premier Balkenende.

Van der Mei wordt overleefd door zijn vrouw en drie kinderen.

De vijftien aanbevelingen vormen nog altijd de basis voor het Indië-beleid