Tuinbouwers smeken: laat ons wiet kweken

Amsterdam

Bij cannabis zullen veel lezers misschien denken aan een joint blowen in een coffeeshop. Maar het is glastuinbouwers vooral te doen om de medicinale variant, die je als olie onder de tong druppelt, inhaleert met een verdamper of door de thee roert.

Hoewel het wetenschappelijk bewijs voor gezondheidsvoordelen van ­cannabis niet altijd even waterdicht is, ziet het Bureau voor Medicinale Cannabis – dat in Nederland het monopolie heeft op mediwiet – voldoende bewijs voor onder meer het bestrijden van pijn bij multiple sclerose, van tics bij mensen met tourette en van misselijkheid bij chemotherapie.

hennepplantage

Op het gebied van cannabis fietste Nederland lange tijd voor het internationale peloton uit, door het gedoogbeleid voor softdrugs en ’s werelds allereerste staatswiet, die sinds 2003 wordt gekweekt door de laboranten – met stofjassen en haarnetjes – van het Veendamse Bedrocan. Maar de laatste jaren wordt Nederland van alle kanten ingehaald. Van Thailand tot Nieuw-Zeeland en van Colombia tot Zuid-Korea is medicinale cannabis inmiddels legaal. In Italië is de vraag naar mediwiet zelfs zo groot dat het leger, ’s lands enige kweker, die amper kan bijbenen op zijn zwaarbewaakte hennepplantage in Florence.De avant-garde van de cannabis is Canada, dat het esdoornblad in zijn nationale vlag inmiddels bijkans zou kunnen vervangen door een hennepblad. Canada is sinds oktober na Uruguay het tweede land ter wereld waar marihuana volledig legaal is, en telt ondertussen 154 hennepplantages met een licentie van de overheid. Negentien Canadese cannabisbedrijven hebben een marktwaarde boven de 100 miljoen euro. Uitschieter is de ­Canopy Growth Corporation (10 miljard euro), waar de Mexicaanse bierbrouwer Corona onlangs bijna 4 miljard euro in stak om samen wietbier te ontwikkelen.

Het is alsof de Canadezen met onze stroopwafel aan de haal gaan, vindt Juriën Koster van Cannabis Industry Europe, een aan de Wageningen Universiteit gelieerd platform voor de cannabisindustrie. Koster: ‘Een ondernemer uit het Westland zei het laatst mooi: “Eigenlijk weten we pas 5 tot 10 procent van wat er te weten valt over cannabis.” De Canadezen kunnen nu een enorme kennisvoorsprong opbouwen. Ik ben bang dat zij straks de banen, de omzet en het wetenschappelijk onderzoek hebben, terwijl wij alleen hun producten kunnen afnemen. Zo zonde, want we hebben in Nederland de beste agriculturele kennis ter wereld.’

‘We wachten met smart tot de Nederlandse markt eindelijk opengaat’, zegt ook tuinbouwondernemer Kees Valstar, die met twee compagnons een medicinale cannabiskwekerij in het Westland wil opzetten. Dat kan niet zolang Bedrocan als enige cannabis mag kweken. Bedrocan zelf is ook voorstander van meer concurrentie. ‘Laat alsjeblieft concurrenten toe in de markt, dat levert meer kwaliteit en lagere prijzen op’, zei Bedrocan-oprichter en topman Tjalling Erkelens begin dit jaar in het cannabis-tijdschrift Soft Secrets.

kwaliteit

Maar de staat wil met het wietmonopolie ‘de constante kwaliteit van medicinale cannabis’ garanderen, zoals minister Bruins (Medische Zorg) het onlangs zei. Wel krijgen Valstar en zijn compagnons binnenkort misschien een kans. Het Bureau voor ­Medicinale Cannabis komt dit voorjaar waarschijnlijk opnieuw met de aanbesteding voor twee percelen met medicinale cannabis. Vorig jaar moest het cannabisbureau die procedure staken, nadat Canadese gegadigden hadden geklaagd dat de aanbesteding zo was opgetuigd dat alleen het ­Nederlandse Bedrocan zou kunnen winnen.

Het is jammer dat de staat zo huiverig is voor meer concurrentie, vindt Henk Verbakel van de Bleiswijkse kassenbouwer Havecon. Hij dankt inmiddels een kwart tot een derde van zijn omzet aan Canadese cannabiskwekers. ‘In Canada zijn er echt geen wildwesttoestanden, daar moeten bedrijven aan heel strenge regels voldoen’, vertelt hij telefonisch vanuit Canada.

Te laat is het nog niet, denkt Laura Rastovac van het Bredase Meteor Systems, dat gouden tijden beleeft door onder meer de levering van teelt­goten en irrigatiesystemen aan de ­Canadese wietindustrie. ‘Nederland is een klein land, maar we hebben de meeste tuinbouwkennis van de hele wereld. De Canadezen kunnen nu misschien een stapje op ons voorliggen, maar als we hier de krachten bundelen en de kans krijgen, dan lopen we de Canadezen zo honderd stappen voorbij.’ <