Direct naar artikelinhoud
Everts

Stefan Everts revalideert na bijna fatale malaria-aanval: “Alsof er miertjes in mijn tenen zitten”

Belgiës beste motorcrosser ooit krijgt verzorging in Beringen, waar hij woont. 'Het kan zijn dat ik mijn tenen kwijt raak.'Beeld Joel Hoylaerts / Photonews

Stefan Everts is opnieuw onder de levenden. Hij revalideert nu, in de hoop dat hij de oude wordt na een bijna fatale malaria-aanval. Het is afzien voor de tienvoudige wereldkampioen motorcross. “En dat door die verrekte mug.”

Wat als Stefan Everts (46) niet had toegezegd om in Congo te racen voor een goed doel? ("Ik ben een avonturier, ik zag dat als een uitdaging. Ik kan mezelf nu wel voor de kop slaan.") Wat als hij pilletjes had ingenomen tegen malaria? ("Mijn contactpersoon deed dat ook niet. Ik ben daar te licht overgegaan.") Wat als hij die muggensteek had opgemerkt? ("Ik heb geen idee wanneer dat beest me stak. Ik heb me altijd goed ingesmeerd.") Wat als hij de eerste symptomen sneller had herkend? ("Twee weken na mijn terugkeer kreeg ik koorts en rillingen. Griep, dacht ik. Ik heb drie T-shirts vol gezweet.")

‘Vragen als 'waarom ik?', die stel ik me niet. Ik probeer er het beste van te maken.’
Stefan Everts

Wat als hij sneller naar het ziekenhuis was gegaan? Everts, laconiek: "En als mijn tante ballen had, dan was ze mijn nonkel. Vragen als 'waarom ik?', die stel ik me niet. Ik probeer er het beste van te maken. Wat zijn zes maanden revalideren in een heel mensenleven? Ik heb in het revalidatiecentrum in Pellenberg mensen zonder benen, vingers en voeten gezien, mensen die helemaal verlamd zijn en niks meer kunnen. Veel ergere gevallen dan ik."

Op 17 december kwam het verlossende bericht dat Everts' medische toestand niet meer kritiek was. Twee weken had hij in coma gelegen. Het is een blinde vlek voor de Limburger. Hij herinnert zich haast niets meer van zijn transfer van de spoedafdeling in Hasselt naar de High Intensive Care Unit in het Leuvense Gasthuisberg, toen bleek dat hij 25 procent malaria in zijn bloed had. "Ik ben de eerste die zo'n hoog percentage overleefde. Dat was het eerste wat de dokter me zei toen ik weer bij bewustzijn was. Dat was toch schrikken."

Stuur in de onderbuik

Dat het kantje boord was voor Everts had veel te maken met een valpartij in een grote prijs in 1992. Hij kreeg toen het stuur in zijn onderbuik en moest meteen onder het mes. Zijn milt ging eruit. "Zo kregen die parasieten nu vrij spel", vertelt hij. "Ze vielen onmiddellijk mijn lever en nieren aan. Het scheelde niet veel of ze waren uitgevallen. Ik heb dagen tussen leven en dood gezweefd. Ik kreeg ook medicatie die het bloed naar mijn hart deed pompen.”

‘Ik heb dagen tussen leven en dood gezweefd’
Stefan Everts

"Toen mijn vader hoorde dat ik op intensieve lag, keerde hij halsoverkop terug van zijn vakantie in Zuid-Afrika. Hij zei dat mijn hele lichaam ijskoud voelde, alleen rond mijn hart voelde het warm aan. Heel beangstigend. Ook voor mijn vrouw en kinderen waren die twee weken een hel. Liam (14) wilde eerst niet naar het ziekenhuis komen. Hij kon het niet aan me zo te zien liggen."

Eens buiten levensgevaar werd Everts uit zijn kunstmatige coma gehaald. De ex-wereldkampioen had tien dagen nodig voor zijn geest weer fris was. "Ik heb serieus wat wartaal uitgekraamd. Ik hallucineerde. Ik zag mijn zoon met oorbellen aan en met een paardenstaart. Ik verwarde hem met de verpleegster. Ik klaagde over het constante lawaai van een bulldozer naast mijn raam. Bleek dat het de airco was. Gelukkig raakten mijn hersenen niet beschadigd. Dat had gekund. (neemt zijn petje af en wijst op een putje in zijn schedel) Hier maakten ze een gaatje om de druk in mijn hersenen te kunnen meten."

Wat deed het deugd toen Everts zijn gezin weer in zijn armen kon sluiten en zijn vrienden kon zien. "Ik was erg emotioneel, terwijl ik altijd eerder koel was. Ik kan op één hand tellen hoe vaak ik vroeger een traantje heb gelaten: bij de geboorte van mijn kinderen, bij mijn trouw en toen ik mijn tweede wereldtitel won, nadat ik afstand had genomen van mijn pa. Maar nu had ik dat niet onder controle. Elke keer dat ik iemand zag, kreeg ik tranen in de ogen. Omdat je beseft: ik was er bijna niet meer. Dan leer je het leven vanzelf te waarderen."

Zwarte tenen

Stefan Everts is terug, maar alle leed is nog niet geleden. Zijn vingers dragen nog de sporen van de ziekte en zijn voeten zijn sterk aangetast omdat ze niet voldoende bloed kregen. Hij spendeert zijn ochtenden bij Actlive in Beringen, waar de kinesist zijn omzwachtelde voeten uitvoerig 'mobiliseert'. Zijn gewrichten zijn nog stijf. Ook zijn vingers worden behandeld. In de namiddag heeft een verpleger elke dag een uur nodig om de verbanden te verversen en zijn (zwarte) tenen en hielen te ontsmetten.

Op een ziekenbed in zijn woning moet Everts geduldig toekijken en hopen dat het betert met het dode weefsel. "Dat ziet er vies uit, hé. Links komt het wel goed, denk ik, maar rechts gaat het ongelooflijk traag. Millimeter per millimeter. Hopelijk kan ik mijn dikke teen houden want die is toch belangrijk voor het evenwicht. Het is afwachten. De dokter wil pas over twee à vier maanden beslissen of hij al dan niet amputeert. Het kan zijn dat ik tenen kwijt raak, maar liever dat dan mijn leven.”

‘Het kan zijn dat ik tenen kwijt raak, maar liever dat dan mijn leven’
Stefan Everts

Everts wil niet doemdenken, zelfs al staat hij voor de zwaarste revalidatie uit zijn leven. Hij brak ooit zijn onderarm, scheurde de patellapees en de kruisbanden van zijn knie, maar dat herstel had hij zelf in de hand. Nu moet Everts vooral geduldig zijn. "Niet mijn sterkste kant. Ik had altijd al een sterk lichaam en ik leerde mezelf om snel te herstellen van blessures. Dat zit in mijn DNA. Maar ik weet dat ik niets mag forceren. Het is weer van nul beginnen."

In een maand raakte 'The Legend' elf kilo kwijt. Hij ging het ziekenhuis in met 80 kilo, hij keerde naar huis met 69 kilo. Everts neemt er de balans bij en weegt zich: "73,8 kilo. Dat is het meest sinds ik ziek werd."

Everts wrijft over de bovenbenen en schudt het hoofd. "Zo smallekes dat die nu zijn. Het is net alsof ik veertig jaar niets van sport heb gedaan. De eerste keer dat ik mijn wekker wilde afzetten, kreeg ik mijn arm niet opgetild. En als ik mezelf in de spiegel zie, dan vraag ik me af: waar zijn al die spieren naartoe? Bij mijn andere blessures moest ik maar aan één lichaamsdeel werken, nu is heel mijn lichaam plat. Het zal een jaar duren voor het weer normaal is."

Krachttraining

In de kinepraktijk trekt Everts, die in een soort van moonboots rondstapt, elke dag een uur uit voor zijn krachttraining. Het is soms op de tanden bijten, maar als atleet ging hij ook altijd tot aan of over zijn grenzen. In de namiddag last hij in een kleine gym in zijn woning nog een cardiotraining in. Eerst een halfuurtje spinnen, vervolgens een twintigtal minuten roeien.

Dat doet hem goed, zegt Everts. De oefeningen bevorderen de bloedcirculatie en verlichten de knagende pijn in zijn voeten. "Soms lijkt het alsof er miertjes in mijn tenen zitten, een heel vervelend gevoel." Hij grijnst. "Wat heb ik mezelf toch aangedaan? En dat allemaal door die verrekte mug. Maar mij kreeg ze niet klein."