De Roemeen klopt al langer op diezelfde nagel. Maar dat was om de druk weg te houden, toch? Neen. Twee maanden geleden schoot Laszlo Bölöni in een colère na de 2-1 winst tegen Lokeren. Eerst in de kleedkamer – waar hij zijn ploeg met de grond gelijkmaakte – en wat later op de persconferentie. Hij zag toen al hoe het gebrek aan offensieve efficiëntie een probleem kon worden voor zijn ploeg. En wij wilden hem toen eigenlijk vragen of Antwerp ooit een betere wedstrijd speelde sinds zijn komst. Die vraag hebben we maar niet gesteld.

Dit weekend bleek Laszlo Bölöni gelijk te hebben. Er wordt wel eens gezeurd over hoe veeleisend hij is, dat hij nooit tevreden is. Maar het gebrek aan efficiëntie waar hij al een heel seizoen op hamert, is een terechte zorg. Als je tegen Waasland-Beveren negentien doelpogingen laat optekenen, maar er slechts twee binnen het kader krijgt, dan roept dat vragen op. Zeker als de tegenstander aan vijf doelpogingen – waarvan twee binnen het kader – genoeg heeft om twee keer te scoren.

Eén geluk heeft Antwerp wel. Club Brugge, Anderlecht, Sint-Truiden,… Ze deden het allemaal nauwelijks beter afgelopen weekend. Nu, twijfelen aan de kwalificatie voor Play-off 1, dat doet nog steeds niemand. Maar de geschiedenis leert dat als je als nummer twee aan PO1 begint, je niet meer naast een Europees ticket grijpt. En dus telt – zeker voor Antwerp – elk punt in de reguliere competitie. Laszlo Bölöni had zich een pak comfortabeler gevoeld als hij volgende week met een voorsprong van drie punten naar Brugge kon trekken dan op gelijke hoogte, zoals nu.