Luister naar

Meer inzet van militairen bij binnenlandse crises is niet nodig

Nieuws
Gert-Jan Ludden betoogt dat de Nederlandse krijgsmacht in het geval van rampen en crises een grotere rol kan spelen (ND 17 augustus). Volgens ons is dat niet nodig.
Willem Treurniet Jori Kalkman
woensdag 23 augustus 2017 om 03:00
Het is niet nodig om Nederlandse militairen nog vaker in te zetten bij civiele operaties – zoals het verhogen van een stuk dijk langs de rivier. Het leger wordt al op genoeg momenten ingezet.
Het is niet nodig om Nederlandse militairen nog vaker in te zetten bij civiele operaties – zoals het verhogen van een stuk dijk langs de rivier. Het leger wordt al op genoeg momenten ingezet. anp / Evert-Jan Daniels

Het openbaar bestuur zou krampachtig omgaan met de inzet van defensie bij rampenbestrijding en crisisbeheersing. Wij menen van niet.

De rampenbestrijding en crisisbeheersing zijn in Nederland decentraal geregeld: op gemeentelijk niveau of, in bijzondere omstandigheden, op regionaal niveau. De Wet veiligheidsregio’s biedt ook mogelijkheden om nog verder (tot op rijksniveau) te centraliseren. Maar dat is nooit in de praktijk gebracht.

De uitvoering van de decentrale rampenbestrijding en crisisbeheersing wordt gedaan door een ‘gelegenheidscoalitie’. Deze past qua samenstelling bij wat de ramp of crisis vraagt. Vaak maken brandweereenheden, politie-eenheden, geneeskundige eenheden en gemeenten hier deel van uit. Maar meestal ook beheerders van betrokken of getroffen (vitale) voorzieningen, zoals bijvoorbeeld drinkwater- of telecommunicatiebedrijven.

Ook militaire bijstand is geregeld in de Wet op de veiligheidsregio’s.

Iedere veiligheidsregio heeft een Regionaal Militair Operationeel Adviseur (RMOA). De RMOA adviseert de crisisorganisatie waar inzet van militaire eenheden nuttig kan zijn.

twee redenen

In de praktijk kunnen er twee redenen zijn om militaire eenheden onder aansturing van lagere overheden in te zetten bij rampenbestrijding of crisisbeheersing. De eerste reden is dat er behoefte is aan een bepaald specialisme. De tweede is dat er behoefte is aan veel capaciteit in de vorm van mensen en middelen (‘extra handjes’). Deze praktijk verloopt over het algemeen naar tevredenheid.

Er kunnen ook buitengewone omstandigheden zijn, zoals grootschalige maatschappelijke ontwrichting. Daarbij is aansturing vanuit lagere overheden niet meer mogelijk. Maar zulke ontwrichting maken we gelukkig zelden mee. De Watersnoodramp van 1953 is het meest recente voorbeeld. Toen zijn militaire eenheden op grote schaal ingezet en dat werd landelijk aangestuurd.

De vraag rijst of defensie een (nog) grotere rol zou moeten spelen in het nationale veiligheidsdomein, zoals Ludden beargumenteert. Naast het feit dat de noodzaak daartoe beperkt lijkt, hebben zowel Defensie als het openbaar bestuur goede redenen om daar voorzichtig mee te zijn. Veel crises en rampen in Nederland zijn namelijk ‘flitscrises’. Dat betekent dat de respons van de hulpdiensten in zeer korte tijd noodzakelijk is. Defensiemiddelen staan over het hele land verspreid en er zijn meestal lange aanrijtijden, waardoor militaire bijstand in veel gevallen te laat zou komen. Daarnaast zijn militaire middelen ontwikkeld voor expedities en daardoor niet altijd beschikbaar binnen Nederland. Die onzekerheid weerhoudt civiele crisisorganisaties ervan om structureel te bouwen op deze militaire middelen.

branden

Ludden signaleerde dat er talloze voorbeelden zijn waar defensie had kunnen worden ingezet, terwijl dat niet gebeurd is. Ons vallen juist de vele voorbeelden op waarin militaire bijstand wél naar tevredenheid heeft plaatsgevonden. Defensie speelt een structurele rol bij natuurbrandbestrijding. De Explosieven Opruimingsdienst van defensie wordt standaard ingezet bij het ruimen van bommen en wanneer verdachte pakketjes worden gevonden. Bij snelle interventie en bijzondere bijstand werken politie en krijgsmacht nauw met elkaar samen. Militaire zoekteams doorzoeken gemiddeld een aantal keren per maand panden van criminelen op verborgen drugs, wapens en geld. Daarnaast wisten civiele en militaire diensten elkaar ook te vinden bij enkele bijzondere gebeurtenissen zoals na het treinongeval in Barendrecht in 2009, bij de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk, bij evacuaties in Groningen in 2012, bij de verdwijning van de broertjes Ruben en Julian, en bij de beveiliging van de Nuclear Security Summit. Kortom, civiel-militaire samenwerkingsvoorbeelden te over.

Vanzelfsprekend zijn er altijd verbeterpunten; iedere crisisinzet is nu eenmaal uniek. Mede dankzij de RMOA’s worden regelmatig verrassende en creatieve oplossingen gevonden. Soms zelfs ondanks de vooraf gemaakte afspraken. <

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Nederland neemt met zo'n 5000 militairen deel aan de NAVO-oefening Steadfast, waar in totaal 90.000 militairen uit 32 landen aan meedoen. Hier vindt een oversteek van de IJssel plaats.

Dienstplicht alleen voor jongeren? Stel de héle maatschappij in dienst van Defensie

Een oorlogseconomie klinkt eng, maar het gebrek aan zo’n economie is veel zorgelijker, betoogt militair Herwin Meerveld. Hij vindt dat je de dienstplicht veel breder moet zien.

NSC wil dat de overheid regelt dat werkgevers medewerkers aanspreken op welke dag ze naar kantoor komen, om zo de verkeersdrukte te spreiden.

Voorschriften, regels en wetten maken mensen en ondernemingen kapot, zegt Frank van den heuvel

Wanneer stopt de drang bij de overheid naar registratie, regels en controle? Ondernemers zijn volgens Frank van den Heuvel woest en wanhopig. Dit is de reden dat mensen klaar zijn met ‘Den Haag’.

We maken de mooie hoofdstukken van het leven tot kostbare herinneringen.

Liefdevol ontvlechten bij een echtscheiding is mogelijk: erken elkaars menselijkheid

Midden in de storm van een echtscheiding is het mogelijk samen te kiezen voor een proces van liefdevol ontvlechten, stelt voorganger en therapeut Martin de Jong.

Theo Basoski: 'In de beleving van veel jongeren ligt er een heel groot accent op het ene moment van openbare geloofsbelijdenis. Dat werkt onnodig drempelverhogend.'

Het kerkelijke gebruik van de openbare geloofsbelijdenis heeft in deze tijd ook keerzijde

Mooi dat jonge mensen belijdenis van hun geloof afleggen. Maar het gebruik van openbare geloofsbelijdenis, zoals die in veel protestantse kerken bekend is, heeft ook nadelen, stelt studentenpastor Theo Basoski.

CU-leider Mirjam Bikker en minister Carola Schouten van Armoedebestrijding op uitslagenavond van de laatste Tweede Kamerverkiezingen.

ChristenUnie peilt de geest van de tijd onvoldoende: kiezer ziet niet waar de partij verschil kan maken

Zijn er thema’s waarvan de Nederlander zegt ‘dat is typisch de ChristenUnie’? Nee, stellen drie partijgangers uit zuid-Nederland. Zij analyseren de tegenvallende verkiezingsuitslag.

Afbeelding

Twee vrome protestanten die goed waren in de oorlog? Het was een kerkgemeenschap die Joden redde

Israëls president Isaac Herzog noemde bij de opening van het Nationaal Holocaust Museum Kees en Amanda Vissers-van der Linden uit Bussum. George Harinck zocht uit hoe zij Joden hadden gered.