“Het gaat hier om niets minder dan een criminele organisatie die zich niets aantrok van de regels. Via een frauduleuze constructie hebben ze 2,6 miljoen aan RSZ ontdoken.” De arbeidsauditeur schetste geen fraai beeld van een Gents bedrijf dat arbeidskrachten leverde.

Ze leverden werknemers om taxussen gratis te snoeien en dat snoeisel werd dan gebruikt voor kankeronderzoek. Drie jaar lang draaiden ze zo een omzet van rond de 9 miljoen euro, maar bij een controle in 2016 bleek dat het bedrijf “met niets in orde was”, aldus de arbeidsauditeur.

Het faillissement kreeg vorige week een staartje voor de Gentse rechtbank. Het arbeidsauditoraat wil elf personen en de vennootschap vervolgen voor oplichting in het sociaal strafrecht, witwas, misbruik van vertrouwen, faillissementsmisdrijven en dit binnen een criminele organisatie.

De verdachten waren volgens de arbeidsauditeur enkel bezig met zo veel mogelijk geld te cashen. “Personeel werd niet correct ingeschreven om geen RSZ te moeten betalen. Ze brachten zo grote schade aan ons economisch weefsel. De manier waarop handel werd gedreven, is hallucinant.”

Geheugenverlies

Uit het onderzoek bleek ook dat 49 geleasde bestelwagens doorverkocht waren in Bulgarije en Turkije. Dit ter waarde van meer dan 400.000 euro en geld om de zwendel in stand te houden. Ook gingen ze materiaal huren en tankkaarten aanvragen, om die later nooit terug te betalen.

Volgens het arbeidsauditoraat werd het geld daarop doorgesluisd naar het buitenland om het daar opnieuw cash af te halen. “Om zo het proberen legaal in omzet te brengen. Maar als we de beklaagden vragen waar het geld is, dan leiden ze aan geheugenverlies”, klonk het op de zitting.

Woensdag werd urenlang in de Gentse rechtbank gepleit. De man die door het arbeidsauditoraat als kopstuk werd aanzien, ontkende daar alle betrokkenheid met klem. “Hij regelde enkel arbeiders en stond niet aan het hoofd”, was een deel van het pleidooi van zijn advocaten.

Nochtans wezen de andere verdachten in het dossier in zijn richting als kopstuk van het netwerk. Zelf minimaliseerden zij van hun kant wel hun aandeel of ontkenden ze zelfs betrokken geweest te zijn bij illegale praktijken. “In dit verhaal is hij een tweederangsfiguur”, klonk het vaak.

2,6 miljoen euro

Het arbeidsauditoraat vroeg aan de rechtbank echter om alle beklaagden te vervolgen. Voor het kopstuk vorderde het vijf jaar, een beroepsverbod en een boete van 20.000 euro. De anderen riskeren telkens 6 tot 30 maanden celstraf, een boete en sommigen ook een beroepsverbod.

Verschillende schuldeisers stelden zich ook burgerlijke partij. De leasingbedrijven vroegen om de schade vergoed te krijgen. Volgens de curator van het faillissement liepen de schuldvorderingen al op tot in de miljoenen. “De totale schade is nog altijd niet duidelijk en wordt nog bepaald.”

Naast deze vorderingen en de boetes hangt de kopstukken ook een torenhoge verbeurdverklaring boven het hoofd. In totaal dreigt een deel van de beklaagden 2,6 miljoen euro aan winsten te moeten terugbetalen, waarvan 500.000 euro voor het kopstuk. De rechter vonnist op 5 juni.