Direct naar artikelinhoud
John John & Missy

Er zijn vast gezinnen waar wel gevloekt wordt over de kleur van de klasgenootjes

Er zijn vast gezinnen waar wel gevloekt wordt over de kleur van de klasgenootjes
Beeld Tim Coppens

Bart Eeckhout is opiniërend hoofdredacteur bij De Morgen en papa van John John (9) en Missy (4). Elke week schrijft hij over zijn avonturen met zijn kroost.

Het is zaterdagmiddag en dus dient er gebraden kip gehaald te worden op de markt. “Mijn zoon wil graag weten hoeveel kippen u zo dagelijks aan het spit rijgt”, vraag je naar waarheid aan de verkoopster die twee stuks van een reuzenspies haalt. De zoon heeft zich achter je rug ­verstopt. Beschaamd om zijn vader die hem te schande maakt.

Kijk, grijns je, als jullie weer gewoon met zijn twee over de markt wandelen. “Die meneer die daar handjes staat te schudden is dezelfde meneer als degene die je daar op die affiche ziet.” Want dit is nog de laatste week vóór de verkiezingen, waarop nog voor elke stem dient gestreden te worden. “Die meneer is van de partij die het openluchtzwembad heeft gesloten. Zal ik hem eens zeggen dat jij graag wil weten waarom hij dat een goed plan vindt?” De (best wel harde) trap tegen je schenen brengt je op andere gedachten.

Voor welke partij John John zou kiezen? Namen onthoudt hij niet, maar over de kleur hoeft hij niet na te denken

Op weg naar huis bekent John John dat hij het toch wel graag had willen weten, van dat zwembad. Jullie lopen voorbij de met kippengaas afgezette aanplakborden. Hij: “Waarom die ijzerdraad?” Jij: “Omdat sommige mensen zo boos zijn op politici dat ze ­affiches gaan afscheuren.” Zijn stilzwijgen duidt op enig begrip voor dat protest. De ­gedachten gaan uit naar de langste glijbaan van België die ­voortaan in Roemenië kinderen zal plezieren. “Affiches zijn stom”, luidt zijn eindoordeel. “Wie stemt er nu op iemand omdat er een affiche ophangt?”

Over politiek heeft je zoon wel een gedacht, zo blijkt plots. Voor welke partij hij zou kiezen? Namen onthoudt hij niet, maar over de kleur hoeft hij niet na te denken. Meteen voegt hij er ook de kleur aan toe van de partij waarop hij zeker en vast ‘nooit’ gaat stemmen. Rustig beluister je zijn – sterke – argumenten (die je niet kan herhalen om zijn stem­geheim niet te schenden). Het vreemde is dat zijn voorkeuren redelijk overeenstemmen met die van jezelf. Dat is vreemd omdat je je niet kan herinneren dat je ooit zelfs nog maar in zijn bijzijn over politiek hebt gediscussieerd. Vallen appels dan echt maar zo ver van een boom?

Dat klopt natuurlijk maar half. Ook al praat je met je kinderen nooit concreet over politicus X of partij Y, ze ervaren wel welke bekommernissen er aan de ontbijttafel leven. En welke niet. Ze horen je beschaafd vloeken over zwerfvuil, levensgevaarlijk sluipverkeer en over gesloten openluchtbaden. Ze horen je nooit ­vloeken over de kleur van de kindjes in de klas. Er zijn vast ook­ gezinnen waar het omgekeerde gebeurt.

Twee weken later. De affiches zijn stilaan uit het straatbeeld aan het verdwijnen, mensen kunnen weer een maand of acht in alle rust kip op de zaterdagmarkt kopen. In je stad is de partij waar je zoon op gestemd zou hebben één van de formaties die de burgemeester steunt die zijn favoriete zwembad dichtgegooid heeft.

Wat is politiek? Dat is politiek. Probeer dat maar eens uit te leggen aan een kind van negen.