Henk Algra: Soms zie ik door de borden het verkeer niet meer
Hoeveel verkeersborden staan er in Nederland? Ooit noemde iemand het onwaarschijnlijke aantal van een miljoen. Dat lijkt me overdreven, maar in ieder geval telt ons land véél verkeersborden – à ongeveer 200 euro. Iedere gemeente bedenkt tal van regels en voorschriften, die allemaal juridisch onderbouwd en gevisualiseerd moeten worden. Zo wonen wij sinds kort aan een fietsstraat. Niet alleen de fietsstraat wordt nadrukkelijk aangekondigd; aan het begin van alle zijstraten staan weer borden dat díe straten géén fietsstraten zijn. Dat lijkt me logisch: als je een voorrangsweg verlaat, rijd je niet meer op een voorrangsweg. Niet dus: in alle zijstraten staat een bord ‘Einde fietsstraat’. Ze staan vrachtauto’s behoorlijk in de weg. Een chauffeur die de draai niet kon maken, heeft inmiddels zo’n bord eigenhandig verwijderd. Het is er in de zijstraat niet gevaarlijker op geworden.
Ook de stadscentra staan vol met verkeersborden. Voor een mooi historisch pand staan op het smalle trottoir twee grote verkeersborden. Wil je het gebouw vanuit de beste hoek op de foto zetten, dan zie je veel bord en weinig geschiedenis. Zo worden tientallen historische plekken in de steden ontsierd door – vaak vies geworden – metalen borden. Een soort gemeentelijke graffiti. Kan dat niet wat minder? Slechts 10 tot 20 procent van de borden wordt door de verkeersdeelnemers werkelijk gezien. Hoe meer borden, des te minder worden ze gezien. Deze overdaad schaadt en ontsiert.
En dan hebben we het niet eens over tal van onduidelijke onderschriften, die zo ongeveer om hogere wiskunde vragen. ‘Fietsen toegestaan voor 12 uur / na 18 uur/ Op don na 21 uur/ Op zat voor 8 uur/ na 18 uur / Op zondag de gehele dag/ Niet op koopzondagen’. Soms zie ik door de borden het verkeer niet meer. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.