Direct naar artikelinhoud
PortretBruno Vanobbergen

Met Bruno Vanobbergen krijgt het katholiek onderwijs een progressievere kleur

Bruno Vanobbergen wordt de baas van het katholiek onderwijs.Beeld Eric de Mildt.

Oud-Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen volgt Lieven Boeve op aan de top van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Vanobbergen heeft een wat progressiever imago dan zijn voorganger. Waar brengt hem dat in de cultuurstrijd over het Vlaamse onderwijs?

“Vijftien jaar geleden heb ik tegen mijn vrouw gezegd: mocht ik ooit topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen mogen worden, dat zou ik ontzettend graag doen.” Voor zowat iedereen, behalve hem dus, was het een verrassing van formaat dat Bruno Vanobbergen (52) zelfs in overweging werd genomen als nieuwe directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

Maar hij wordt het dus wel degelijk. Vanaf volgend schooljaar staat Vanobbergen, die momenteel administrateur-generaal is van het Agentschap Opgroeien, aan het hoofd van de grootste onderwijskoepel in Vlaanderen.

Velen kennen hem vooral als voormalig Kinderrechtencommissaris, een functie die Vanobbergen tussen 2009 en 2019 bekleedde en waarvoor hij een eredoctoraat kreeg van de UHasselt. Sinds 2019 was hij actief bij het Agentschap Opgroeien: eerst als algemeen directeur jeugdhulp, na het ontslag van Katrien Verhegge eind 2022 als grote baas.

Die job en de crisis in de kinderopvang die het Agentschap in nauwe schoentjes bracht, zijn ook de redenen waarom Vanobbergen lang heeft getwijfeld om de job aan te nemen. “Het was niet evident om daar afscheid van te nemen”, zegt hij. Dat er net een nieuw decreet voor de jeugdhulp werd goedgekeurd in het Vlaams Parlement en Vanobbergen het gevoel had daar een stuk werk mee te hebben afgerond, overtuigden hem van het feit dat het moment gekomen was om te springen. Wellicht speelde ook het besef mee dat zo’n trein geen twee keer passeert.

Pedagogie

Vanobbergen heeft altijd een zwak gehad voor onderwijs – al is dat misschien minder bekend. Hij is van opleiding pedagoog, behaalde een doctoraat in de pedagogie en geeft al 25 jaar les binnen die opleiding aan de UGent. Daarnaast is Vanobbergen al drie jaar lang voorzitter van de raad van bestuur van de Scholengroep Katholiek Onderwijs Gent (SKOG). Die vzw bundelt zeven katholieke schoolbesturen van verschillende strekkingen.

“Daar heb ik enorm veel uit geleerd”, zegt Vanobbergen. “Het is ook symbolisch voor de grote diversiteit binnen het katholiek onderwijs, waarbij alle schoolbesturen hun eigen identiteit en geschiedenis hebben.” Die met elkaar verbinden is een heuse uitdaging, ook binnen de Guimardstraat – dat is de naam die de koepel vaak krijgt, naar de vestigingsplaats van het hoofdkantoor. Met Vanobbergen komt er iemand aan het hoofd te staan van de katholieke koepel die volgens velen inzet op verbinding en compromis.

In die zin verschilt hij misschien nog het meeste van de huidige directeur-generaal Lieven Boeve. Die was nooit vies om zijn voet te zetten bij het verdedigen van de katholieke belangen. De kritiek die kwam, nam hij voor lief. “Dat is waarvoor ik hier zit”, zei hij daar altijd over.

Dat Boeve ermee zou ophouden, werd afgelopen zomervakantie bekend. Na twee termijnen had hij genoeg gezien: Boeve keert terug naar de KU Leuven, waar hij steeds is blijven lesgeven als professor theologie.

Uitdagingen

Al wacht er Vanobbergen nog een andere, fundamentelere uitdaging: het katholiek onderwijs relevant houden. Het onderwijs is een van de weinige pijlers waarop de kerk nog steunt binnen onze maatschappij, voorlopig met succes. Al staat dit onder druk. Als antwoord op de kwaliteitserosie probeert de politiek, en met name de N-VA, bijvoorbeeld al langer om haar grip op het onderwijs te vergroten – getuige daarvan de nieuwe minimumdoelen en Vlaamse toetsen.

Wat betekent de aanstelling van Vanobbergen daarvoor? De man van Gents Vooruit-schepen Astrid De Bruycker heeft een progressiever imago dan zijn voorganger. Dat is een opmerkelijke keuze op een moment dat een heuse cultuurstrijd over het onderwijs aan de gang is. Conservatieve stemmen, vaak vertolkt door de N-VA van huidig onderwijsminister Ben Weyts, menen dat progressieve pedagogische keuzes kwaliteitsverlies in de hand gewerkt hebben.

Zelf legt Vanobbergen zijn keuze voor katholiek onderwijs uit als een positieve keuze. “Nogal wat van onze jongeren worden geconfronteerd met een soort leegte en leemte”, zegt hij. “De enorme aandacht voor mentaal welzijn bij kinderen en jongeren is terecht. Vaak wordt die ingevuld vanuit een soort psychologisering. Ik denk dat er onderliggend een vraag zit naar: ‘Wie ben ik?’ Dit zijn vragen waar we in Katholiek Onderwijs Vlaanderen een sterke traditie hebben.”

Daarbovenop zijn er nog de evergreens zoals het lerarentekort en de dalende onderwijskwaliteit. Dit zijn uitdagingen voor het hele Vlaamse onderwijs, en dus zeker voor het hoofd van de onderwijskoepel die 70 procent van de leerlingen vertegenwoordigt. Naar alle verwachting zal de volgende Vlaamse regering zich moeten buigen over een zogeheten lerarenloopbaanpact, een akkoord dat het beroep moet moderniseren en aantrekkelijker maken.

Naast de “prachtige en schitterende dingen die er gebeuren” erkent ook Vanobbergen dat onderwijs “niet aan de woelige wateren is ontsnapt”. “Maar dat heeft net een belangrijke rol gespeeld om ‘ja’ te zeggen.” Ook dat zegt iedereen: Vanobbergen is een man die zaken wil veranderen in de wereld. Ingaan op de inhoud wilde hij dinsdag nog niet, behalve dan dat hij “bruggen wil slaan tussen welzijn en onderwijs”, met een focus op de jongeren die nu uit de boot vallen. Geen onlogische uitspraak, gezien zijn voorgeschiedenis.