Direct naar artikelinhoud
Reportage

In de verdronken dorpen van Mozambique wacht overlevenden niets dan stank, bruine drek en verwoesting

Het water zak in Mozambique en langzaam dringt de schade door die cycloon Idai aanrichtte.Beeld AFP

Nu het waterpeil in Mozambique zakt, keren overlevenden van cycloon Idai voorzichtig terug naar hun huizen. Maar wat is daar nog van over? Inwoner Trevor vreest het ergste wanneer hij zijn zwaar getroffen dorp Buzi bezoekt.

Tot aan zijn knieën waadt Trevor Chilemba (30) door het water en klautert dan aan boord bij een schipper met een houten bootje met een buitenboordmotor. Chilemba gaat de schade opnemen aan zijn huis in het dorp Buzi, op zo’n 30 kilometer van deze zandbank bij de stad Beira. Op het witte zand liggen hier verwrongen kotters als strooigoed door elkaar. Jonge mannen staan tot aan hun borst in het water om met turkooizen muskietennetten vis te vangen.

‘Toen orkaan Idai toesloeg, was ik thuis’, vertelt Trevor, wanneer de boot koers zet door de baai van Beira. Links is eerst nog de open zee te zien. Hij veegt opspattend water van zijn gezicht en verheft zijn stem om uit te komen boven de ronkende buitenboordmotor.

‘De orkaan blies het dak van mijn huis. Toen daarna de overstroming kwam, vluchtte ik met mijn vrouw het dak op van een ander huis. Daar zaten we twee dagen. We aten sinaasappels. Na die twee dagen vluchtten we met een boot van Buzi naar Beira. Mijn vrouw herstelt nu in een ziekenhuis in de stad. Ze was ziek geworden door de vochtigheid. Ik wil nu gaan zien hoe ons huis in Buzi erbij staat. Ik heb geen idee, want communicatie met het dorp is onmogelijk.’

Trevor Chilemba (links).Beeld Mark Schenkel

Trevor zit op de boot met zo’n dertig andere dorpelingen, die ook naarstig willen weten wat er over is van hun bezittingen – áls er iets van over is. Het landelijk gelegen dorp Buzi ligt in een van de hardst geraakte gebieden van Mozambique – de provincie Buzi langs de rivier Buzi. Het kwam na orkaan Idai helemaal onder water te staan. Nu het waterpeil weer zakt, kunnen mensen voorzichtig poolshoogte nemen. Staan Trevors muren van baksteen en cement nog overeind? Heeft zijn koelkast het overleefd? Zijn studieboeken?

‘Naast mijn baan als bouwvakker leer ik voor een diploma in milieuwetenschappen’, zegt hij, starend over het water. ‘Ik wil graag hogerop.’ Hij bijt op zijn lip.

Kinderen in Beira halen plastic bloemen uit een verwoeste kerk.Beeld AFP

Desolaat

De boot bereikt de monding van de Buzi-rivier en het landschap verraadt hoe hoog het water hier heeft gestaan. Uit de oevers zijn hele happen genomen, bomen aan de waterkant zijn teruggebracht tot stompjes en stronken. Alle bladeren zijn weg, de wal kleurt asgrauw – op een vreemde manier doet de desolate aanblik na de watersnood denken aan een landschap waar een bosbrand de boel heeft kaalgevreten.

Eerst verwoestte orkaan Idai de huizen in Buzi. Het water sloot de Mozambikanen daarna in, dreef hen letterlijk de bomen in. Daar moesten ze dagen blijven.

‘Daar’, wijst Trevor naar een oever. ‘Daar zaten we met 140 mensen vast, toen we met de boot van Buzi naar Beira vluchtten en onze motor er een tijd mee ophield.’

Overal gutsen watervallen van de wal de rivier in. Het verzopen land leegt zich. ‘Normaal is de rivier niet zo bruin’, zegt Trevor over de Buzi-rivier. Al dat modderwater vertraagt de boot, die tegen de stroming in vaart. De tocht van zo’n 30 kilometer naar Buzi duurt vierenhalf uur, onder een schroeiende zon. Trevor zoekt bescherming onder een lichtblauwe omslagdoek van een vrouw naast hem.

In een gespaard gebleven boom langs de oever hangt iets te rotten dat lijkt op een hond. Verderop drijft een dode slang voorbij. Palmbomen staan er bij met geknakte bladeren. De krokodillen hier overleefden het water natuurlijk wel, er komt er eentje voorbij op een paar meter afstand. Trevor was niet bang voor krokodillen toen hij na de overstroming vast zat op het dak in zijn dorp. ‘Ik dacht toch al puur aan overleven. Ik heb wel van andere mensen gehoord dat ze krokodillen zagen.’

Na een lange tocht legt het bootje met Trevor eindelijk aan. Al snel is duidelijk: Buzi is stuk.

Kinderen in Buzi schuilen onder plastic.Beeld AFP

Het zandpad dat doorging voor de hoofdweg ligt vol met mensen. Ze slapen onder lappen plastic, of helemaal in de open lucht. De gelukkigen liggen op veranda’s van huisjes die niet helemaal zijn vergaan. Anderen slapen op de betonnen tribune van een openluchtstadion ter grootte van een basketbalveld. Kinderen poepen en plassen er op de grond.

Schroothoop

Het ziekenhuis van Buzi is een schroothoop. Het dak van de afdeling radiologie is weg, de vloer ligt vol met gescheurd golfplaat en kapotte tegels, vermengd met omgevallen ladekasten, rolstoelen en behandeltafels. Medewerkers met mondkapjes ruimen een door de modder getroffen pand ernaast leeg. Een defibrillator in een rode doos van Philips wordt gered.

Schroothoop

Het witte kantoortje van het districtsbestuur, dat op wat hogere grond staat, is in bezit genomen door een hongerige menigte. ‘Waarom komt er amper hulp?’, roept Madalena Jofrisse. ‘We hebben per persoon alleen een half kopje rijst en een half kopje bonen gehad bij het kantoor van regeringspartij Frelimo.’

Het Mozambikaanse leger speelt een rol bij het uitdelen van rantsoenen en hulporganisaties hebben voedsel gebracht per helikopter en per boot. Maar het is nog lang niet genoeg in Buzi, waar duizenden mensen lijken te leven. Terwijl er weer een helikopter laag overvliegt, zegt Madalena Jofrisse: ‘Die dingen zien we hier de hele tijd. Ze hebben vlak na de overstroming mensen opgepikt, maar verder heb ik ze alleen wat dozen met koekjes naar beneden zien gooien.’

Sommige dorpsbewoners proberen aan eten te komen door op de modderige paden het beetje rijst te drogen dat ze nog hebben van voor de overstroming. De rijst is nog wel onbewerkt en dus niet meteen eetbaar.

Bruine drek

Trevor baant zich een weg naar de plek waar hij zijn huis hoopt te vinden. Hij stapt voorzichtig door de modder en klimt over de takken van omgewaaide bomen. Buurvrouw Afua ziet hem komen en zwaait vanuit de deuropening van haar besmeurde witte huisje. Op de buitenmuur laat een bruine streep op heuphoogte zien op welk peil het overstromingswater het langst heeft stilgestaan. Met goedbedoeld sarcasme zegt ze tegen Trevor: ‘Goed je weer te zien! Wij zijn de hele tijd hier gebleven met de overstroming. Jij ging naar de stad?’

De spullen van Trevor zijn besmeurd met bruine drek.Beeld Mark Schenkel

Trevor lacht en zwaait terug en glibbert de laatste meters naar huis. Zijn grijze muren van baksteen en cement staan er nog. Met zijn zwarte kaplaarzen aan duwt hij zijn houten voordeur open. Binnen is het alsof zijn woning is veranderd in een door modder aangedreven centrifuge. Smerige stukken golfplaat van zijn dak liggen naast zijn besmeurde rode bankstel dat op de kop is beland met de tv erbovenop en de roze waterkoker eronder. Zijn grijze koelkast is omgevallen, Trevor opent de koelkastdeur en kijkt naar een drek van geplette en verrotte eieren. De stank is niet te harden, de stank ook van het modderige water dat overal in is getrokken.

Ergens van onder het puin trekt Trevor een dichtgeknoopte zwarte plastic zak tevoorschijn. Verwachtingsvol opent hij de zak. De boeken voor zijn studie milieuwetenschappen zijn veranderd in een bruine drek. ‘Om eerlijk te zijn weet ik niet wat ik nu moet doen’, fluistert Trevor. ‘Ik ben beland op het nulpunt.’

Mozambikanen waden door de ondergelopen wegen in de omgeving van Buzi.Beeld Getty Images