Direct naar artikelinhoud
Houtkachel

Waarom is de Vlaming zo verknocht aan zijn houtkachel?

Een haardvuur als centrale ontmoetingsplaats in het huis

Waar men gaat langs Vlaamse wegen, overal komt men dampende schoorstenen tegen. De Vlaming heeft een innige band met zijn houtkachel. "De kachel is het middelpunt van het gezin."

Oei, dat had hij beter niet kunnen zeggen. De Vlaamse bouwmeester Leo Van Broeck oordeelde dat we onze open haard of houtkachel slechts met Kerstmis even mochten aansteken. De rest van het jaar mogen we ons warmen aan de centrale verwarming of warmtepomp. Meteen schoot half Vlaanderen in een kramp. De bouwmeester vervelt tot zedenmeester, klonk het. En zelfs de liberale frontvrouw Gwendolyn Rutten ontstak in een, welja, vlammende furie en twitterde '#waanzin'.

Wat is dat toch met de Vlaming en zijn houtkachel? Houtverbranding produceert meer fijn stof dan het wegverkeer. Dertig procent van het totaal aan fijn stof komt op rekening van de verwarming van de huishoudens. De Vlaamse Milieumaatschappij rekent voor dat wanneer je twee uur hout brandt in een open haard, er evenveel fijn stof in de lucht wordt geblazen als wanneer je driehonderd kilometer met een vrachtwagen rijdt.

'Ieder huisje had zijn kruisje'

En toch: er zijn geen precieze data beschikbaar van het aantal houtkachels of open haarden in Vlaanderen, maar uit de statistieken van de VRIND (Vlaamse databank) blijkt toch dat hout voornamelijk dient als bijkomstige verwarming. Aardgas (67 procent) en stookolie (23 procent) zijn onze twee voornaamste verwarmingsbronnen. De claim dat uit arren moede hout wordt opgestookt om zich alsnog een beetje te kunnen warmen, klopt niet. Het clichématige tegenbeeld van de knetterende blokken hout als achtergrond bij een gezellig huiselijk tafereel ligt veel dichter bij de waarheid. 

En dat beeld verrast professor Els De Vos (UAntwerpen) helemaal niet. De Vos doceert aan de faculteit ontwerpwetenschappen, en haar onderzoek situeert zich op het snijveld van architectuur, genderstudies en sociale geschiedenis.

Sinds haar monografie Hoe zouden we graag wonen? geldt ze als een autoriteit inzake de geschiedenis van wonen in Vlaanderen. De Vos ziet voor onze hang naar haardvuur een rijke traditie. "De haard is het symbolisch kloppend hart van een woning. Het spreekwoordelijke kruisje op de schouw mag dan wel door de ontkerkelijking en ontzuiling vervangen zijn door een ander relict, de plaats van de haard is verworven."

'Het gezin rond de haard was een toonbeeld van sociale cohesie'
Els De Vos (UAntwerpen)

Het was voornamelijk christelijk geïnspireerd, zo blijkt. De socialisten hadden met hun sociale woningbouw minder oog voor dat 'huiselijke' aspect. En terwijl die haard van oorsprong vooral bij de christelijke arbeidersvrouwen en op het platteland een centrale plaats kreeg, kon de toenemende welvaart in het huis die echte ervaring van een knetterend vuur niet wegnemen. "Zelfs de komst van de centrale verwarming, vanaf de jaren 60-70, heeft de schouw niet kunnen wegduwen. Het gezin rond de haard was een toonbeeld van sociale cohesie. Terwijl de centrale verwarming met argwaan werd bekeken, omdat voortaan elke kamer verwarmd was, en er dus geen noodzaak meer was om bij elkaar te gaan zitten."

'Fysieke warmte'

Dat die hang naar huiselijkheid meer dan ideologisch-cultureel geworteld is, kan blijken uit onderzoek van professor Carole Després. Zij verricht onderzoek aan de universiteit Laval in Canada. In haar rapport The Meaning of Home blijkt dat het fysieke aspect van een woning een belangrijk onderdeel is van de betekenis van 'home'. De huiselijke atmosfeer als schuilplaats en bescherming. Zowel architectuur als verlichting én verwarming zijn belangrijke onderdelen van die fysieke dimensie. En met warmte wordt letterlijke warmte bedoeld, aldus de Canadese onderzoekster.

Els De Vos zit op diezelfde lijn. De toename van de welvaart en de democratisering van het autobezit lagen aan de basis van een suburbanisatiegolf. Er kwam televisie in huis, een douche. Maar die nieuwe beschikbare technologieën deden net een soort van tegenbeweging ontstaan. "Vergelijk het met onze hoogtechnologische keukens met tal van nieuwe snufjes. En tegelijkertijd zie je de trend naar barbecueën en gourmet niet milderen. Het is een soort primaire drang naar dat vuur."

Het is heus niet typisch Vlaams. "Hoe noordelijker, hoe meer de haard een rol in huis speelt", weet De Vos. En ook in onze buurlanden is fijn stof en de rol van de houtkachel aanleiding tot discussie. In Duitsland, Denemarken en sinds kort ook Nederland kun je als burger zelfs premies krijgen voor de installatie van een nieuwe houtkachel. Het is wellicht de inspiratiebron voor onze minister Joke Schauvliege die op eenzelfde plan broedt. (DM 22/2). Concrete info over de premie is er nog niet. Dit wordt nog uitgewerkt en het moet dit voorjaar nog rond zijn. Intussen gooien we nog maar een blokje op het vuur. #gezellig