© VMM

Chinese wolhandkrabben overspoelen Vlaanderen, maar wat doe je ermee?

De Vlaamse Milieumaatschappij heeft sinds begin dit jaar liefst 715.000 Chinese wolhandkrabben gevangen in de speciale val die ze voor de beestjes heeft opgezet in Grobbendonk. Er komt nu zeker nog een val bij voor de exotische krabben, die volledige rivierbodems leegvreten. En wat doe je met 715.000 krabbenkarkassen? Vermalen, visvoer van maken of verkopen aan de Chinezen.

Tom Le Bacq

In het Graaf Visartpark in Brugge liep er zaterdagmiddag eentje doodgemoedereerd over een paadje. Een Chinese wolhandkrab. Gevaarlijk is zo’n beest niet, al ziet hij er bepaald indrukwekkend uit als hij zijn scharen omhoog zet om zich te verdedigen. Maar krabben? In Brugge?

“De Chinese wolhandkrab zit intussen overal, in alle waterlopen in Vlaanderen, dus ook in de Brugse Reien”, zegt Katrien Smet van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). “Het is een invasieve exoot die hier ooit aangekomen is met het ballastwater van schepen uit China. Ze hebben geen natuurlijke vijanden, dus hun aantal neemt fors toe. En ze zijn zeer schadelijk voor onze waterlopen.”

Want zo’n krab knipt en vreet alles kaal op zijn wandeltochten over de bodem: planten, bladeren, dode vissen, noem maar op. De VMM, dat de onbevaarbare waterlopen beheert in Vlaanderen, bouwde daarom een val op de Kleine Nete in Grobbendonk. “Daar zijn sinds begin dit jaar 715.000 krabben in gelopen”, zegt Smet. “Dat is dubbel zo veel als het jaar voordien.”

715.000: het is een bijna niet te vatten cijfer. “Vooral als je weet dat we nog maar één zo’n val hebben”, zegt Smet. “Er moeten er dus miljoenen zitten in heel Vlaanderen.”

Brede brievenbus

De val is eigenlijk een soort brede brievenbus die met de gleuf naar boven over de volledige breedte op de bodem van de rivier ligt. De krab valt erin en kan er niet langs dezelfde manier weer uit. Dus zoekt hij een uitweg, en dat zijn buizen die naar een grote bak aan de rand van de rivier leiden.

“We laten ons personeel die bakken legen. Dat zijn mensen die anders ratten bestrijden”, zegt Smet. En dan? “Kruidnagelolie erover om ze te verdoven en dan worden ze verhakseld”, zegt Smet. “Maar omdat we steeds meer krabben vangen, lopen die verwerkingskosten stilaan op, samen met de personeelskosten. Toch is de bestrijding nodig, want de schade is anders te groot. We bouwen nog een tweede val, op de Kalkenvaart in Wichelen.”

Lekkernij in China

Dus is de VMM voorzichtig aan het bekijken of er andere mogelijkheden zijn voor de krabbenvangst. “Kunnen we er nog iets nuttigs mee doen? Misschien is er visvoer van te maken”, zegt Smet. “Er is ook iemand die ons gecontacteerd heeft en die zei dat hij de vangst wil commercialiseren. In het Verre Oosten zijn die beestjes een delicatesse. Wij gaan dat zelf alleszins niet doen: wij moeten gewoon de rivieren beheren.”

In Nederland zijn er al pogingen geweest om een export van Chinese wolhandkrabben op te zetten. Het is lang niet zeker of het hier ook kan: er zitten zware metalen in de bodem van onze rivieren, dus het is onduidelijk of je daar wel zomaar van kan eten. Dat er interesse is van lekkerbekken, is wel duidelijk. “Het slot op de krabbenbak is al eens geforceerd”, zegt Smet. “Iemand wou ervandoor gaan met onze vangst.”

© dvg

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer