AOb: gebrek aan aandacht slecht voor leerlingen
Utrecht
De kinderen raken hierdoor onnodig beschadigd. Dat meldt onderwijsvakbond AOb op basis van een enquête onder 5179 leraren en ondersteunend personeel. Volgens de bond zitten in elke klas in het basis- en voortgezet onderwijs ruim drie leerlingen die geen extra ondersteuning ontvangen, maar dat wel nodig hebben. Gemiddeld hebben de respondenten vijf leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in hun klas.
‘Deze enquête maakt inzichtelijk hoe groot het probleem is’, zegt AOb-beleidsmedewerker en onderzoeker Cornee Hoogerwerf. De zorgvraag is sinds de invoering van passend onderwijs in 2014, volgens de AOb complexer geworden. Leerlingen worden pas doorverwezen naar het speciaal onderwijs als het in de gewone klas echt niet meer gaat.
Doordat leraren veel tijd kwijt zijn met het bieden van extra ondersteuning, blijft er te weinig tijd over voor de overige leerlingen. Dit raakt vooral kinderen die geen extra ondersteuning krijgen, maar wel moeite hebben om mee te komen.
Ruim de helft van de leraren beschikt naar eigen zeggen over de juiste expertise om leerlingen met leerproblemen te begeleiden. De helft kan ook leerlingen met gedragsproblemen aan. 69 procent van de geënquêteerden zegt niet de juiste kennis te hebben voor onderwijs aan leerlingen met een verstandelijke beperking.
Van leraren die de afgelopen vijf jaar hun studie hebben afgerond, zegt 62 procent dat er tijdens hun opleiding geen aandacht was voor passend onderwijs. <