donderdag 24 januari 2019 - Jupiler Pro League
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

 Karel Hemerijckx

Standard

Michel Preud’homme viert zestigste verjaardag en blikt terug op zijn leven op en naast het veld

“Nul procent kans dat ik ooit bondscoach word”

Vandaag 60 jaar geleden werd Michel Preud’homme geboren. Met een imposante taart en een bakje troost – want 60 jaren vragen om troost – blikt de trainer annex vicevoorzitter van Standard terug op zijn zes decennia. “Met mijn kwaliteiten zou ik vandaag – net als Courtois – aan de Europese top hebben ­gespeeld.”

0 tot 10 jaar

“Ik wilde dierenarts worden”

“Dierenarts.” Zo luidt de roeping van Michel Preud’homme wanneer hij opgroeit in Plainevaux, op tien kilometer van Luik. “Ik woonde in een dorp en naast ons lag een boerderij, waar ik elke vakantie ging werken. Ik was zeven toen ik al met de tractor mocht rijden tijdens de oogst, aan twee kilometer per uur. Ik was zo fier. Op het einde kon ik alles, net als de echte boeren. Bij hen had ik een dierenarts gezien. Een keizersnee bij koeien, geboortes: ik was er altijd bij. Iedereen keek op naar die man en dat maakte indruk op mij. Daarom wilde ik dierenarts worden.”

Zeven is Preud’homme ook wanneer zijn vader het gezin verlaat. Mama Ginette, eerst kapster vervolgens uitbaatster van een winkeltje, moet Michel en zijn jongere zus Nathalie alleen opvoeden. “Ik heb mijn vader nooit gemist. Mijn grootouders woonden bij ons, de zus van mijn moeder naast ons. En de zus van mijn grootmoeder daarnaast. Van hen kreeg ik veel liefde. Plus, de tweede man van mijn moeder was een heel toffe man. Net als mijn peter, de broer van mijn moeder, die zelf geen kinderen had. We hadden het niet breed, maar met al die familie rond ons kwamen we niets tekort.”

In het jaar dat Jean Nicolay in het doel van Standard baan moet ruimen voor Christian Piot – de twee idolen – sluit Preud’homme zich aan bij de Rouches. Hij is tien.

 BELGA

11 tot 20 jaar

“Ik was een type als Batshuayi”

Op het WK van 1994 werd onze landgenoot verkozen tot beste doelman ter wereld.AFP

De vader van Preud’homme was ook doelman, bij de jeugd van Seraing en later in provinciale. “Iedereen zei dat hij veel talent had, maar dat hij het niet altijd even serieus opnam.” Zijn zoon is evenwel niet meteen doelwachter. “Ik had het ook als aanvaller kunnen maken. Ik was explosief en snel. Als je me zou vergelijken met een spits van vandaag, dan zou ik wellicht een type-Batshuayi zijn. Onder Raymond Goethals speelden we met Standard eens in de Intertoto. Het laatste halfuur viel ik in, als spits. Na de match vroeg een makelaar aan Goethals of hij het nummer kon krijgen van die jonge, snelle spits. Waarop Goethals: Dat was onze keeper. (lacht) Bij testen bleek dat ik het beenspierstelsel van een sprinter in het wielrennen had. Dat had ik ook kunnen doen.”

Op school volgt Preud’homme klassieke humaniora. Hoewel hij door de combinatie met het voetbal het vijfde jaar dubbelt – “Door één onvoldoende op wiskunde” – is hij een goede leerling. “Ik had de beste kunnen zijn, als ik dat tenminste had gewild.” Naast school koopt hij met het geld van zijn boerderijwerk een brommer – “Met mijn peter ging ik crossen en dan deden we behoorlijk gek” – en later ook een 2pk’tje. Wanneer Christian Piot én tweede doelman Jean-Paul Crucifix geblesseerd uitvallen, debuteert Preud’homme. Hij is dan achttien. Een jaar later wordt hij letterlijk van de schoolbanken geplukt voor zijn eerste selectie als Rode Duivel. “Ik zeg altijd: je moet klaar zijn als je de kans krijgt. En ik was klaar toen Piot uitviel. Wat ik niet had, was een bankrekening waarop de premies konden worden gestort. (lacht) Met mijn eerste premies als bankzitter, 30.000 frank (750 euro, nvdr.) – het geld dat mijn vader op een maand verdiende – heb ik een ring met een diamant voor mijn moeder en een halsketting voor mijn grootmoeder gekocht. Omdat ze me al die jaren overal naartoe hadden gebracht.”

 Karel Hemerijckx

21 tot 30 jaar

“Mijn carrière leek voorbij”

Het gaat ineens snel voor de 1,83 meter grote Preud’homme. “Toen ik mijn contract tekende bij Standard kreeg ik een Golf. Ik vroeg een Golf GTI, maar kreeg die niet. Toenmalig voorzitter Roger Petit vond die te gevaarlijk en tegenspreken, dat deed je niet. Later kocht ik me een kleine Porsche 944. Als jonge gast droom je van zulke wagens. Als een speler nu met zo’n wagen komt, is dat voor mij geen probleem. Toch niet als hij goed speelt.” (lacht)

Preud'homme won twee keer de Gouden Schoen: in 1987 en in 1989.BELGAIMAGE

Preud’homme is incortounable bij Standard, ook al clasht hij vaak met Eric Gerets. “Twee sterke karakters, hé. Ik herinner me een wedstrijd op Antwerp. Een dag voordien was er op training discussie over een bal die al dan niet over de lijn ging. Eric zei dat het goal was, ik zei van niet. Ruzie dus. Gerets riep: Probeer jij eens een bal te pakken zondag. Waarop ik dan zei: Probeer jij maar eens te zwijgen. De dag nadien op Antwerp blijft het heel lang 0-0. Op een bepaald moment breekt een speler door, maar ik duik gepast in de voeten. Tien minuten later scoort Gerets. Na die match vielen we elkaar in de armen en knepen we mekaar bijna kapot. Zeker later bij de Duivels was het helemaal in orde tussen ons.”

In die tijd is de voertaal bij Standard Nederlands. Preud’homme is zowat de enige Franstalige. In de omkoopaffaire met Waterschei in 1984 is hij een meeloper die zijn mond niet durft te openen. Hij wordt voor negen maanden geschorst en blesseert zich vervolgens aan de meniscus. Hoewel hij in die periode voor het eerst even trainer bij provincialer Tilff is – “Ik heb hen uit de degradatiezone gehaald” –, is het de zwartste periode uit zijn carrière. “Ik zat vol energie, maar kon door die blessure niets meer doen. Ik had geen doel. Ik nam deel aan tennistornooien, ging op stap, liet me gaan... Ik dacht dat het voorbij was. Ik zal nooit vergeten hoe ik mijn wederoptreden maakte met de reserven in een Standard-Anderlecht. Mijn stiefvader zat op de tribune en zag hoe ik mankte, maar toch doorbeet. Jaren later vertelde hij me dat hij had zitten huilen. Hij dacht dat mijn carrière voorbij was. Mijn wilskracht sleepte me erdoor.”

Het kost hem zijn eerste huwelijk en zijn vaste plaats in doel. Die is hij kwijt aan toenmalig schoonbroer Gilbert Bodart, met wie hij in een beurtrol terechtkomt. “Ik zou zoiets nooit doen als trainer.” In ’86 volgt daarom de transfer naar KV Mechelen, waar hij het hoogtepunt van zijn carrière beleeft – “de Beker voor Bekerwinnaars” –, opnieuw trouwt, Nederlands leert en zoon Guilian ziet geboren worden (maar waarover het Mechelse stadhuis moeilijk doet, omdat de naam nooit eerder voorkwam) en opvalt met zijn fantastische uittrap. “Ik heb veel assists gegeven, zeker aan Den Boer. Mijn uittrappen waren verre zwabberballen. Met Albert en Wilmots trapten we na elke training nog op doel. Strafschoppen heb ik ook nog moeten trappen van De Mos. Tegen Filip De Wilde en Ratko Svilar. Maar ik ben er geen voorstander van. Als de doelman mist, kan een snelle tegenaanval meteen fataal zijn.”

31 tot 40 jaar

“Spijt van Real Madrid”

Van 1986 tot 1994 beleeft de doelman het hoogtepunt van zijn carrière bij KV Mechelen.PN

Pas op zijn 31ste, na het pensioen van Pfaff, speelt Preud’homme zijn eerste WK, in Italië. Vier jaar later, vijf maanden na de wereldbeker waar hij tot beste doelman ter wereld wordt verkozen, stopt hij na 58 caps als international. “Ik was bijna 36 en we gingen ons niet kwalificeren voor het EK in 1996. Het volgende toernooi zou ik 39 geweest zijn.”

Preud’homme speelt de laatste vijf jaar van zijn carrière bij Benfica, waar dochter Megan wordt verwelkomd. Nochtans had de stap naar het buitenland veel eerder gekund. Zijn schorsing bij Standard kostte hem een transfer naar Bordeaux, maar ook Nottingham klopte aan, net als Brescia, Torino en zelfs Japanse clubs. “Ik had de eerste buitenlandse keeper in Italië kunnen worden, maar er was nog geen sprake van het arrest-Bosman. En clubs mochten slechts drie buitenlanders hebben. Als ik nu had gespeeld, met mijn kwaliteiten, had ik zoals Courtois ook bij Europese topclubs gespeeld zoals Chelsea en Real. Toen ik 37 was, belde Fabio Capello. Hij wilde me absoluut bij Real. Ik had nog een jaar contract en Benfica wilde me niet laten gaan. Capello werd dat jaar kampioen en won de Champions League. Stel je voor dat je dat nog meemaakt, op je 37ste. Daar heb ik wel spijt van. Net voor ik stopte, kwam het Braziliaanse Fluminense aankloppen. Ik had het wel gedaan, maar ze hadden de middelen niet.”

Niet elke bal is te stoppen, niet alles wat hij aanraakt, verandert in goud. Nadat hij eerder truien op de markt bracht – ‘Design Michel Preud’homme’ – investeert hij in die tijd ook in een versmarkt in Dormaal. “Ik heb dat even geprobeerd, maar ik was er te ver weg van. Na enkele jaren ging dat failliet. Ik had er gelukkig niet te veel geld in gestopt. Behalve investeringen in vastgoed, heb ik dat sindsdien niet meer gedaan.”

 Karel Hemerijckx

41 tot 50 jaar

“Boskamp zal het nooit begrijpen”

Hoewel hij voor zijn 40ste een set golfclubs krijgt van de Benfica-spelers, worden de greens niet zijn nieuwe biotoop. Preud’homme wordt bestuurder Internationale Betrekkingen bij Benfica en technisch directeur. Tot Tomislav Ivic een hartaanval krijgt. Luciano D’Onofrio – de man die hem naar Benfica bracht en eerder in contact bracht met Torino, Real… – overtuigt hem dat hij een goeie coach zou zijn. “Ik wilde dat nooit worden, maar Luciano had zoveel voor mij gedaan… Ik erfde de ploeg van Ivic en werd derde. Het jaar erna stonden we eerste bij de winterstop, maar eindigden we vijfde. Door ruzies, kliekjes, spelers die zich niet als een prof gedroegen... Ik wilde die spelers niet meer zien. Dat was na het Bosmanarrest. Voordien hadden ze niets, nu opeens alles. Dat is als een kind dat thuis niets mag. Wat doet die als hij de eerste keer op stap mag? Zuipen, hé.”

Preud’homme wordt technisch directeur en gooit zich ondertussen op de voetbalbond. “Als Roger Vanden Stock besliste om bondsvoorzitter te worden, ging ik het sportieve leiden en zou ik nooit nog trainer worden. Maar dat ging niet door. Waarop Luciano: Genoeg gelachen, kom maar terug naar Standard.”

Zijn bewondering voor de gewezen spelersmakelaar is enorm. “Hij is een enorme voetbalkenner, die dat combineert met het talent om zaken te doen. Vincent Mannaert heeft die kwaliteiten ook. Met Luciano heb ik schitterende onderhandelingen gehad. Het gebeurde dat een speler kwam onderhandelen en onderuit gezakt in de zetel ging hangen. Na vijf minuten ging Luciano een koffie halen. En hij kwam niet meer terug. Dan moest ik die makelaar zeggen: Je crois que c’est fini. (lacht) Je moet respect tonen voor de club. En als je trainer bent, moet je nooit klagen dat je te weinig spelers hebt. Anders is het gedaan. Zoals met Johan Boskamp. Zeg tegen de ander dat hij zwijgt, zei Luciano. Ik dus tegen Johan: Geduld. Standard heeft weinig middelen, spelers komen altijd laat. Maar hij zweeg niet. Boskamp denkt nog steeds dat het anders is gelopen, hij zal het nooit begrijpen. Jammer voor hem, maar ik wilde absoluut geen trainer worden toen. En dat geklaag kan Luciano niet verdragen. Exit Boskamp. Waarop ik geen keuze meer had en trainer moest worden. Ik had Boskamp tenslotte gekozen. Soms beslist het leven voor jou.”

51 tot 60 jaar

“Nog legende in Portugal”

In Portugal is MPH nog steeds een legende: “Ik ben nog altijd overal welkom.”PN

Vandaag zijn we dertien jaar verder en overal waar Preud’homme passeert, oogst hij. “Ik had geluk zeker? (lacht) Als speler heb ik overal mijn contract vervuld. Wist je dat ze bij Benfica nog een reeks van ginflesjes verkopen met daarop ‘7 Magnificos’, zeven clublegendes? En daar sta ik tussen, als doelman én als buitenlander. Als trainer is dat hetzelfde. Ik ben overal nog welkom. De voorzitter van Al-Shabab vraagt mij bij elke transfer of ik de speler ken. En of ik niet wil terugkomen. (lacht).”

Als speler wordt hij uitgenodigd voor de afscheidswedstrijd van Milan-legende Franco Baresi en vraagt Diego Maradona hem te zetelen in een internationale spelersvakbond, samen met onder anderen Eric Cantona. Erkenning is altijd vitaal.

Preud’homme heeft een olifantengeheugen, maar niet altijd een olifantenvel. Toch laat hij nooit merken wanneer iets hem raakt. “Ik ben gevoelig, maar niemand weet hoe en wanneer ik gekwetst ben. Mijn profiel, opgetekend door Rudy Heylen, onze mental coach, is dominant blauw. Blauw staat voor structuur, organisatie. De rest is half rood, half groen. Groen is sociaal, schouderklopjes, compromissen. Rood is vuur, oorlog. Als er iets gebeurt, weet je nooit hoe ik zal reageren. Ik kan in schouderklopjes vervallen, maar evenzeer een atoombom zijn. Bij een kleinigheid kan ik ontploffen, maar bij een groot probleem zal ik een compromis vinden.”

En nu…

Elk jaar controle op darmkanker”

In zijn eerste periode als Standard-coach: “In het tweede jaar waren er ruzies en kliekjes. Ik wilde die spelers daarna niet meer zien.”BELGA

60 jaar, het doet Preud’homme ook nadenken. Zijn vader overleed op zijn 50ste. “Hij had kanker. Ik ben verplicht om mij jaarlijks te laten screenen op darmkanker, want dat zit in de familie.”

Wat ligt er nog in het verschiet? Ex-spelers van hem zullen stilaan in het vak stappen. “Davy De fauw kan het, Milos Kosanovic, Timmy Simons ook, als hij klaar is om niet langer door iedereen geliefd te zijn.”

En voor hemzelf? Een club uit een topcompetitie? Die kwam nooit langs. “Ik heb wel eens contact gehad in Rusland. En nadat we Besiktas uitschakelden met Club, belden ze mij op het einde van het seizoen, omdat Slaven Bilic vertrok. Maar ik was nooit vrij. Alleen toen ik bij Standard vertrok. Maar Twente heeft aan Gent betaald, Al-Shabab aan Twente, Club Brugge aan Al-Shabab, Standard aan Club... Clubs willen doorgaans geen geld betalen voor een trainer. Had ik een carrièreplanning gemaakt, dan was ik bij Twente gebleven. Je speelt kwartfinale Europa League, eens Champions League. Misschien ga je dan naar Portugal en maak je zo een weg, met de juiste makelaars. Maar ik kreeg een schitterende aanbieding en had een jaar eerder al geweigerd.”

Onder Goethals (tweede van links) moest Preud’homme (uiterst rechts) ooit eens invallen als spits: “Een makelaar vroeg nadien het nummer van ‘die jonge aanvaller’.”BELGAIMAGE

En de kans dat hij nog bondscoach wordt? “Nul procent. Denk je dat ik nog tien jaar trainer zal zijn misschien? Na het EK? En terug beginnen te bouwen, zeker? Het zal voor een ander leven zijn. Er zijn heel wat kansen geweest, maar ik was nooit vrij. Had ik het willen forceren, dan was ik na de titel met Club niet verdergegaan en had ik gespeculeerd (op de afloop van het EK 2016, nvdr.). Maar dat wilde ik niet. Neen, nu wil ik Standard weer op zijn plaats brengen. Over enkele jaren neem ik de functie op van vicevoorzitter en zal ik pendelen tussen Knokke, Luik en Bordeaux (waar vriendin Marjorie woont, nvdr.).”

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws