Waarom Marrakech voor de N-VA de val van de regering waard is

© JvdP

De coalitiepartners konden niet bevatten dat Bart De Wever zijn destijds gedroomde Zweedse coalitie zo dicht bij de finish de gracht zou inrijden over een niet-bindend migratiepact. Ze hebben de open zenuw die Marrakech blootlegt, onderschat.

Jan-Frederik Abbeloos

Wie echt wou weten hoe zwaar het VN-Migratie­verdrag de N-VA tegen de borst stuit, leerde het antwoord op 22 november al bij de voorstelling van het boek ‘Als het om de natie gaat’, een bundeling geschriften over en door Eric Defoort, de in 2016 overleden medearchitect van de N-VA.

Voorzitter Bart De Wever greep zijn inleiding aan om het politieke project van de N-VA te reconstrueren sinds de dag in 2000 dat Defoort hem belde om de kandidatuur van Geert Bourgeois te ondersteunen als voorzitter van de Volksunie. De rebellie, waar de N-VA uit zou ontstaan, was geboren.

‘Zonder Eric Defoort stond ik hier waarschijnlijk niet’, benadrukte De Wever. Meer zelfs, ‘zijn ideeën over identiteit, gemeenschap en nationalisme zijn de ideologische bedding waarin de N-VA is gelegd’. Welke die zijn? ‘Het idee dat de natie een positief project kan zijn, waar we mensen in kunnen verwelkomen, maar waarvan we wel de grenzen moeten beschermen. Het is ook vandaag nog brandend actueel.’

Rebellie

Er gaat voor De Wever een rechte lijn van de rebellie tegen de vermeende Vlaamse uitverkoop van Bert Anciaux naar de huidige rebellie tegen het Marrakechverdrag, dat een open zenuw blootlegt in de partij. Eentje waar Vlaams Belang op duwt, zeer zeker, maar de positie van de N-VA is niet louter ingegeven door electorale overwegingen. Voor De Wever gaat het naar de kern van zijn politiek project.

‘Volgens sommige partijen moeten we onze grenzen niet beschermen, moeten we de hele wereld maar verwelkomen, en zelf vooral vergeten wie we zijn. Dat is natuurlijk prachtig als je zelf heel liberaal en rijk bent, of ongelooflijk naïef. Maar in de echte wereld kom je daarmee in de problemen terecht.’

De partij is niet tegen migratie, stipte De Wever voor de duidelijkheid nog eens aan, maar ze betwist dat het automatisch een zegen is – een idee waar het verdrag van Marrakech volgens critici van doordesemd is. Migratie werkt pas als ze tot een succesvolle synthese leidt in een samenleving, betoogde De Wever al in 2015 tijdens zijn veelbesproken openingscollege in Gent. Zonder synthese wordt migratie veeleer een antithese op de Leitkultuur. Dan wachten feitelijke apartheid, existentieel onbehagen, racisme en een kaduke solidariteit

Het verschil tussen de N-VA en Vlaams Belang blijft dat de tweede partij überhaupt niet gelooft in de mogelijkheid van zo’n synthese. Bij de N-VA is dat geloof er wel, al brandt het sinds de vluchtelingencrisis van 2015 en de aanslagen van 2016 op een erg laag pitje.

‘Intellectuele marginaal’

Samengevat: succesvolle migratie vereist voor de N-VA gedeeld burgerschap. Maar net over die uitdaging spreekt het Global Compact van de VN amper. ‘Migratie is een bepalende eigenschap van onze geglobaliseerde wereld’, poneert het verdrag. ‘We erkennen dat het een bron van rijkdom, innovatie en duurzame ontwikkeling is in onze geglobaliseerde wereld.’

Dergelijke voluntaristische passages bevestigen voor de N-VA en haar voorzitter dat er nog steeds neergekeken wordt op nationale gemeenschapsvorming in globalistische organen zoals de Verenigde Naties, waar een links-liberale visie op wereldburgerschap de norm zou zijn. De natie is een historisch relict in een geglobaliseerde wereld, iets om op neer te kijken, om te deconstrueren.

Om zijn punt te maken, verwees De Wever toen naar het boek De Wereldgeschiedenis van Vlaanderen. Dat historicus ­Marnix Beyen in een interview in De Standaard daarover betoogde dat ‘met de Leitkultuur de uitsluiting begint’, kan er bij De Wever niet in. ‘Ik vind dat een zeer choquerende uitspraak. Eigenlijk zegt hij dan dat heel mijn intellectuele vorming, en de ideeën die vandaag een partij schragen die toch niet de kleinste is, eigenlijk buiten de intellectuele consensus vallen. Dat ik eigenlijk een intellectuele marginaal ben.’

De geïsoleerde positie in het Marrakech-debat toont voor De Wever dat de politiek correcte consensus, internationaal en nationaal, nog steeds anti-identitair en multicultureel is. Hij is, samengevat, ‘identitair nihilistisch’, zoals De Wever vorig jaar in Leuven de ‘culturele paradigmashift van mei ‘68’ samenvatte. De Gramsciaanse guerrilla van de partij tegen dat nihilisme – de term is van woordvoerder Joachim Pohlmann – woedt al geruime tijd. De pan-Europese discussie over Marra­kech sterkt de partij in het idee dat het tij keert. ‘Zoals Defoort voorspelde, is het dé uitdaging van de toekomst geworden: hoe gaan we om met begrippen als identiteit en gemeenschap? Heel West-Europa spreekt nu over wat hij twintig jaar beschreef. Nu de Vlaamse identiteit meer dan ooit onder druk staat, is het aan ons om zorgvuldig met de erfenis van een van onze intellectuele vaders om te springen.’