Direct naar artikelinhoud
Interview

Inge Vervotte: ‘Toen mijn geliefde zelfmoord pleegde, zakte de grond onder mijn voeten weg’

Inge Vervotte.Beeld Stefaan Temmerman

De Franse schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Dertig directe vragen, evenzoveel openhartige antwoorden. Vandaag: Inge Vervotte (40), bestuurder bij vzw Emmaüs. Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

en

1. Hoe oud voelt u zich?

“’s Ochtends, zoals nu, ongeveer 60 en ’s avonds voel ik me eerder 16. Ik ben duidelijk geen ochtendmens. Als kind vond ik het al heel vervelend dat de school zo vroeg begon. Het leven wordt in hoge mate georganiseerd rond ochtend­mensen, in veel sectoren toch. En eigenlijk is dit in het nadeel van avondmensen, vind ik. Uit studies blijkt trouwens dat sommige kinderen daardoor minder presteren op school omdat ze tegen hun biologische klok in functioneren.

“Die hele ordening van onze maatschappij in leeftijds­categorieën vind ik trouwens bizar. Ik heb altijd vrienden gehad van alle leeftijden, ik ben helemaal niet bezig met hoe oud ze zijn. De enige leeftijd die ik me herinner, was die van 18 jaar. Want vanaf dan was ik meerderjarig en was ik mijn eigen baas. (lacht)

“Die fixatie op leeftijd is typisch westers. Syrische vluchte­lingen vertellen mij: ‘Ik ben hier enkele weken en heb al ­tientallen keren moeten zeggen hoe oud ik ben. Bij ons is dat gewoon geen issue. Vanwaar toch die fascinatie?’”

2. Wat vindt u een belangrijke ­eigenschap van uzelf?

“Gedrevenheid. Bij mij is een ja ‘ja met een uitroepteken’. Dat heeft zijn voor- en nadelen, want soms kom je dan ook wel in een situatie van alles of niets terecht. Het mooie eraan is dat je echt voor een zaak kunt gaan. Iets waardevols maak je niet ondergeschikt aan een kosten-batenanalyse. Ik vind het belangrijk om zaken in beweging te brengen en hanteer daarbij de confrontatiestijl. Dat kan weleens overdonderend overkomen, dat besef ik. Maar wanneer mensen geen ­uitdrukking geven aan wat ze waardevol vinden en zich niet echt willen engageren, vind ik dat een kwaliteitsverlies voor de samenleving.

“Ik geloof oprecht in dialoog en dat is niet hetzelfde als de ander willen overtuigen van je gelijk, maar net wél de verschillende perspectieven willen zien en begrijpen, en zoeken naar wat wel gemeenschappelijk kan zijn.”

Inge Vervotte: ‘Toen mijn geliefde zelfmoord pleegde, zakte de grond onder mijn voeten weg’
Beeld Stefaan Temmerman

3. Wat is uw passie?

“De mens. Hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze interageren, hoe systemen in elkaar steken. Ik was onlangs op een lezing van een historica over honderd jaar psychiatrie. Wat me zo fascineerde, was de evolutie van ons woord­gebruik: eerst sprak men van uitzinnigen, dan van krank­zinnigen en daarna van geesteszieken. Of hoe woorden ­menselijke verhoudingen aanduiden en niet alleen bepalen hoe we mensen categoriseren, maar ook hoe ze zich zelf voelen, hoe ze zichzelf beschouwen. Het zijn meestal ­historici die ons eye­openers bieden. Cultuurgeschiedenis, taal, literatuur, filosofie boeien mij uitermate.”

4. Waarvoor wilt u vechten?

“Tegen oversimplifiëring, stereotypering, categorisering en uitsluiting. Kortom, tegen alles wat ontmenselijkt. Ik vind het uitermate triestig als mensen een label opgeplakt krijgen en niet op hun intrinsieke kwaliteiten beoordeeld worden. En ik vind het ook uitermate triestig als mensen zich daarin schikken. Dan kom je bij de filosofie, onder anderen bij Hannah Arendt, die heel duidelijk het proces beschrijft waarbij je zelf ook mee dat systeem in stand houdt, als je je daarin schikt.

“Mensen gaan handelen naar het etiket dat ze opgekleefd krijgen. Als je met mensen praat die in de geestelijke gezondheidszorg of jeugdzorg terechtkomen, zie je dat heel duidelijk: ze delen zichzelf in een categorie in net omdat de samenleving, de anderen, altijd zo naar hen gekeken hebben. Dan krijg je een soort voorspelbaar gedrag: ‘Ja, ik ben zo hè.’ Daar wil ik tegen vechten. Niemand moet zich kleiner maken dan hij is. Niemand verdient het om niet gezien te worden zoals hij of zij is, met zijn kwaliteiten en gebreken.”

5. Wat vindt u uw grootste prestatie?

“Ik vind niet dat ik grootse prestaties lever, maar durf wel verantwoordelijkheid te nemen, ook al liggen de kaarten niet goed. Ik vind teamwerk belangrijker dan individuele prestaties neerzetten. Daarom ben ik blij dat ik weer in een context zit waar gemeenschappelijkheid primeert.

“Ik ben blij dat ik weer een soort van intellectuele vrijheid heb, want als je op een gegeven moment beleids- of partijverantwoordelijkheid neemt, draai je mee in een tactisch en strategisch spel. Om ervoor te zorgen dat je de verkiezingen wint, ­bijvoorbeeld. Maar daarin lag nooit mijn grootste geluk. Nu draait het gelukkig niet meer om mijn persoonlijke ­populariteit.”

6. Wat wilde u worden als kind?

“Huisarts. In mijn tijd had je nog van die vriendschapsboekjes met vragen als ‘wie is jouw idool?’. Ik vulde de naam van mijn huisarts in. (lacht) Dat die persoon al je pijn en leed kon ­wegnemen, sprak zo tot mijn verbeelding.”

7. Wat was voor u een moment van groot geluk?

(lacht) “Goh, wat was voor mij een moment van groot geluk? (kijkt naar haar notities) Waar staat dat hier? Eventjes kijken.

“Ik heb wel het geluk gehad om ooit liefde op het eerste gezicht en met de grote L te mogen meemaken. Ik denk dat de meeste mensen mij kennen als rationeel en nuchter. En over het ­algemeen ben ik ook zo. Ik word niet snel verliefd. Maar toen we elkaar voor het eerst zagen, was dat een fantastisch, magisch moment. Eigenlijk kan ik het niet beschrijven. Het was precies alsof onze zielen zich herkenden in de massa. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik de liefde als zo indrukwekkend ervoer.”

8. Welke kleine, alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“Vriendelijkheid. Een glimlach, een begroeting. Ik heb er een hekel aan als mensen elkaar passeren en naar de grond kijken. Zelfs tegen mensen die ik niet ken, zeg ik goeiedag. Ik ben daarnet Marokkaanse koekjes gaan halen bij de kruidenier en telkens als ik langs zijn winkeltje loop, zwaaien we. Daar word ik echt blij van. Ik ken die man niet echt, maar dat kleine gebaar geeft mij energie.”

9. Wat is uw zwakte?

“Onrust. (denkt na) Ik herinner me dat ik als kind om de zes maanden mijn kamer veranderde. Ik werd zot bij het idee dat ik nog tot mijn 18de op diezelfde kamer moest zitten, met het bed zus en de kast zo. (lacht) Ondertussen ben ik al zo vaak verhuisd. Ik zoek de verandering op. Maar bon, ik heb begrepen dat er vroeger in de psychiatrie een categorie bestond die men ‘de onrustigen’ noemde.” (lacht)

10. Waar hebt u spijt van?

“Ik ben helemaal niet goed in afscheid nemen. De breuken in mijn leven hadden soms op een andere manier kunnen lopen, maar dat is iets wat je leert met vallen en opstaan.”

11. Wat is uw grootste angst?

“Situaties waarin het slechtste van de mens naar boven kan komen, dat heeft de geschiedenis ons geleerd, vinden soms sneller plaats dan we denken en dat boezemt mij angst in. Uit wereldrapporten blijkt dat autocratische en autoritaire regimes aan een opmars bezig zijn. Geconcentreerde macht leidt vroeg of laat tot problemen. Je hoort vaak mensen zeggen dat de democratie niet werkt. De perceptie ontstaat dat dialoog de daadkracht in het gedrang brengt en dat we daardoor welzijn en welvaart mislopen. Ik durf dat idee echt te ­bestrijden. Ik ben het daar fundamenteel mee oneens. Ik geloof in dialoog, in overleg, in ­beraad­slaging. Je moet met kennis van zaken en vanuit verschillende perspectieven tot een ­beslissing kunnen komen.”

12. Wat kan u plots uit uw humeur halen?

“Fatalisten, deterministen. De Zuid-Afrikanen ­hebben daar een fantastisch woord voor: droombrekers. Je hebt mensen die alles neersabelen. Ik zou dus niet kunnen samenleven met een droombreker. (lacht) Dat moet heel vermoeiend zijn.”

13. Wanneer hebt u voor het laatst gehuild?

“Bij het zien van de documentaire van Nick Cave, fantastisch gewoon. Hebben jullie die gezien? Cave vertelt over zijn leven, over het rouwproces dat hij doorgemaakt heeft. Mag ik een citaat vertellen? Het is te mooi, dat moet gewoon gedeeld worden met de wereld. Ik vind dit een van de mooiste omschrijvingen die ik al over rouw gehoord heb:

‘Maar wat als er iets voorvalt dat zo catastrofaal is, dat we van de ene op de andere dag gewoon veranderen. Als je dan naar jezelf in de spiegel kijkt, herken je wel de persoon die je was, maar die persoon in dat lijf is iemand anders. En als je dan naar buiten gaat, is de wereld dezelfde, maar jij bent iemand anders en je moet je plaats in de wereld weer vinden.’
 

"Ik denk dat dat een heel schone verwoording is van wat mensen meemaken die in diepe rouw zitten. Hoe ze dat als koppel gedragen hebben, dat verlies van hun zoon, was zo mooi in beeld gebracht. Toen heb ik me laten gaan. Zolang er geen pottenkijkers zijn, kan ik heel gemakkelijk huilen.” (glimlacht)

14. Wanneer bent u ooit door het lint gegaan?

(aarzelt) “Toen mijn geliefde zelfmoord pleegde, zakte de grond onder mijn voeten weg. Het is de eerste keer dat ik in het openbaar over die episode in mijn leven spreek. Ik heb mij wel altijd enorm ingezet voor het thema, maar ik wilde niet dat het over mij ging, daarom heb ik er al die tijd over gezwegen. Maar in de context van deze vragen wil ik er wel oprecht op antwoorden. Wat ik toen heb meegemaakt, voelt aan als een breuk in mijn leven: er is wel degelijk een voor en een na. Het besef: ik zal hierna heel hard mijn best doen, maar ik zal nooit meer dezelfde zijn.

“Als je echt de moeite neemt om naar mensen te luisteren, heeft iedereen wel ergens iets in zijn leven meegemaakt dat heel zwaar om te dragen is. Mijn ervaring is dat mensen daar heel moedig mee omgaan en ondanks alles verder proberen te gaan met hun leven. En dan denk ik: allee verdorie, kunnen we niet op een meer zorgzame manier met elkaar omgaan? Waarom moeten mensen hun lijden verstoppen?

“Het is echt niet oké dat mensen een zwaar verdriet of een trauma snel snel moeten wegvegen. Ik vind dat een vorm van ontmenselijking. Daarom vind ik het zo fijn dat iemand als Nick Cave dat gevoel van verlies vormgeeft met woorden, met beelden. Omdat je weet dat ongelooflijk veel mensen daar iets aan hebben. Omdat je beseft: ook dit is een deel van de mensheid en van het leven. Verdriet kun je delen, anderen kunnen je helpen je verdriet te dragen. Nabijheid is zeer belangrijk. En geen oplossingen willen bieden. Want elk antwoord is ontoereikend.

“Ik heb mezelf de tijd gegund om te rouwen. Ik heb er ook veel over gelezen. Wat betekent rouw echt? Wat zegt de wetenschap daarover? Hoe rouwen ze in andere culturen? Dat heeft me wel geholpen.

“Dat je opnieuw je plek moet zoeken, aanvaarden mensen niet altijd. Terwijl dat tegelijk wel iets moois is, want je zult er als een andere mens uitkomen. Als je je emoties verdringt, krijg je uitgestelde rouw of slecht verwerkte rouw, waardoor je later geen intieme relaties meer durft aan te gaan. Als je diepe rouw hebt meegemaakt, denk je op een bepaald moment: dit kan ik geen tweede keer aan. Maar het mooie is dat er toch weer ruimte in jezelf vrijkomt. Er is misschien iets dood­gegaan, maar al het goede in jezelf is niet dood.”

15. Wat is het decadentste wat u ooit hebt meegemaakt?

“Ik vind verspilling in het algemeen decadent. Verspilling van mensen, van talenten, van voedsel.”

16. Welke kunstvorm beroert u het meest?

“Ik ben dol op alle kunsten, maar als ik dan toch moet kiezen: fotografie. Voor Pieter-Jan De Pue heb ik heel wat bewondering, voor Friederike von Rauch, voor Filip Dujardin, voor Koen Broos, voor Tim Dirven. Wat één beeld in één oogopslag teweeg kan brengen!”

17. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Het gevoel van onbestemde en grote dankbaarheid is mij niet vreemd. Ik kan wel momenten hebben dat ik in een bad zit van dankbaarheid, dat vind ik een vorm van religieuze ervaring. Dankbaarheid vind ik een heel mooie energie.”

18. Hoe kijkt u naar uw lichaam?

“Kritisch en veeleisend. Dat betekent niet dat ik heel veel sport, hoor. (lacht) Maar ik voel me wel graag vitaal. Ik probeer evenwichtig te leven, ik eet veel groenten en fruit.”

19. Wat vindt u erotisch?

“Da’s ook weer een lastige. Had ik hier iets? (kijkt naar notities) Ja, ik had iets gevonden. (lacht) Ik vind waarachtige overgave wel heel erotisch. Als mensen helemaal kunnen samenvallen met hun passie, vrij van berekening.”

20. Wat is uw goorste fantasie?

“Nu moet ik jullie echt teleurstellen. Mijn fantasieën zijn teder en liefdevol. Ik vind fantasie wel superbelangrijk. Je kunt niet genoeg dromen. Verbeelding verheft de mens.

“Of ik nooit wreedaardige gedachten heb? Euh, neen. Ik heb me voorgenomen om het woord Trump niet te laten vallen. Ik dacht: nee, Inge, doe het niet. Doe Het Niet! (hilariteit) Ik wil hem niet in het interview, neen! Ik wil eens een Trump-vrij ­ interview.” (lacht)

21. Welk dier zou u willen zijn?

“Wel, op dit moment zou ik wel de hond van Macron willen zijn. Ik weet niet of jullie dat gezien hebben, maar Macron heeft een hond binnengehaald in het Élysée en er doen al hilarische filmpjes de ronde. (proest het uit) (Terwijl Macron zit te vergaderen met zijn ministers, zie je de hond ineens tegen de schouw staan plassen, red.) Ik denk dat het een bijzonder boeiende periode is om in het Élysée rond te lopen.”

22. Hoe was de relatie met uw ouders?

“Ah, da’s simpel. Liefdevol. Mijn ouders waren wel beschermend en streng. Ik zal het beleefder formuleren, ik ben ‘consequent’ opgevoed.

“Mijn papa is gestorven, mijn mama leeft nog. Ze zijn altijd heel erg bezig geweest met de vraag: ‘Geven we de juiste opvoeding?’ Van jongs af aan had ik al zeer snel een drang naar zelfstandigheid.

“Met mijn vader heb ik altijd een heel nauwe, natuurlijke band gehad. We begrepen elkaar zonder dat we veel taal nodig hadden. Ik denk niet dat je dat vaak in je leven meemaakt, dat je een soort verwantschap voelt waarbij je weet dat de ander je begrijpt zonder dat je veel moet uitleggen. Mijn vader had vertrouwen in mij en dat is het mooiste geschenk dat je als kind kunt krijgen.

“Mijn moeder heeft mij geleerd wat structuur is, wat engagement en verantwoordelijkheid is, dat je niet alleen bent in de wereld.”

Inge Vervotte: ‘Toen mijn geliefde zelfmoord pleegde, zakte de grond onder mijn voeten weg’
Beeld Stefaan Temmerman

23. Hoe definieert u liefde?

“Liefde maakt het onmogelijke mogelijk. Liefde is vaak een heel grote kracht, het doet je grenzen verleggen. Liefde is een soort van magische energie.”

24. Hoe wilt u bemind worden?

“Innig. Intimistisch. Liefdevol. Wederkerig. Waarachtig. Partners moeten er ook voor zorgen dat ze het beste in elkaar naar boven halen. Je partner bepaalt een heel stuk van je leven. Als iemand heel negatief is, haal je die negativiteit ook in je eigen leven binnen. En omgekeerd. Daarin ben ik altijd heel vrijgevochten geweest. Als ik met iemand samen ben, is het vanuit een heel positieve keuze.”

25. Hoe zou u willen sterven?

“In dankbaarheid. Ik heb vroeger op de afdeling palliatieve zorgen stage gelopen, en de mooiste momenten van afscheid zijn ­wanneer mensen met een gevoel van dankbaarheid kunnen ­terugblikken op hun leven. Wanneer je dood vrij kan zijn van ­conflicten. Ik hoop dat ik kan zeggen: ‘Het is mooi geweest.’”

26. Welk maatschappelijk probleem raakt u?

“Uitsluiting, in de brede zin van het woord. Dat vind ik ­mensonwaardig.”

27. Hebt u zichzelf ooit betrapt op ­racistische gevoelens?

“Neen. Ik ben te mensgericht om in groepen, categorieën of massa’s te denken.”

28. Wat betekent geld voor u?

“Ja, daar moeten we eerlijk in zijn: geld betekent mogelijkheden in deze samenleving en voor mij persoonlijk schaamteloos boeken kunnen kopen, cursussen kunnen volgen, mezelf intellectueel ­verrijken, om bij te leren. Daar hou ik van.”

29. Wat zoekt u op reis?

“Ik hou wel van steden als Parijs, Berlijn, Barcelona of Amsterdam. Ik voel graag de bruisende energie van een stad. In een stad durft men ook nog groots te denken. Steden mogen trots zijn op hun architectuur, hun erfgoed, hun kunstschatten. Door de geschiedenis heen blijven ze mensen fascineren en verbinden.”

30. Hoe werkt u mee aan een betere wereld?

“Ik hoop op vele manieren, maar misschien is het meest waardevolle dat ik aan anderen kan geven, en ik besef dat het heel Bond Zonder Naam­-achtig klinkt, mijn glimlach. Ik hoop dat ik hem nooit verlies.”

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be