Direct naar artikelinhoud
30 jaar VTM

“Bij VTM kregen vedettes een loge met bloemen en champagne. Bij de BRTN trok je aan wat er in je eigen kleerkast hing”

“Bij VTM kregen vedettes een loge met bloemen en champagne. Bij de BRTN trok je aan wat er in je eigen kleerkast hing”
Beeld vtm

In den beginne was er niets in Vilvoorde, tot Mike Verdrengh en Guido Depraetere er in 1989 een spotlight aanknipten en ordonneerden: “Laat er glamour zijn.” Ze noemden het resultaat VTM, Vlaanderens eerste commerciële zender, die de toenmalige BRT op zijn grondvesten deed daveren en het hele televisielandschap transformeerde. Die 30 jaar VTM zijn in 30 categorieën gegoten, die een geschiedenis van triomfen en tranen onthullen, en ontlokt de helden van toen en nu tekst en uitleg: “Bweurk, ik heb wel gekeken, maar het had eigenlijk niet gehoeven.”

, en

Grootste baas Christian Van Thillo: “Ooievaar op tv”

De afgelopen dertig jaar was Christian Van Thillo de invloedrijkste stuurman van de zender. In 1989 werd hij CEO van De Persgroep, één van de negen uitgevers die samen de Vlaamse Televisie Maatschappij hebben opgericht, en sinds 2017 is Van Thillo's bedrijf voor 100 procent eigenaar. 

Wat maakt de dertigste verjaardag van VTM in u los?

Christian Van Thillo: (lacht) “Ik ben niet echt de man van emoties. Er bestaan ook mensen die emotioneel worden als ze twintig jaar getrouwd zijn, mij doen die dingen minder.

“Ik denk vooral aan wat VTM heeft teweeggebracht. Namelijk: de ontvoogding van Vlaanderen op het vlak van de populaire cultuur. Vóór VTM kreeg de betere artiest hooguit een parochiezaaltje vol, nu heb je mensen die Sportpaleizen vullen. Vóór VTM keek Vlaanderen massaal naar Nederlandse zenders – ik ben zelf van de generatie die thuisbleef voor Ad Visser en AVRO's TopPop – daarna viel dat helemaal weg. Zeer, zéér indrukwekkend. Ook de Bekende Vlaming ontstond dankzij VTM, en dat heeft mee geleid tot een soort trots bij de mensen: 'Kijk eens wat we hier allemaal hebben!'

Christian van Thillo.Beeld anp

“Ik denk ook aan mijn persoonlijke beleving als media-mens – noem het mijn zakelijke betrokkenheid. In 1989 was ik als snotaap van 27 één van de negen aandeelhouders van VTM. De zender behoorde toen voor 11 procent tot onze groep. Na al die jaren is dat uiteindelijk 100 procent geworden. Dat doet mij wel iets.”

Vooraf wist niemand welke kant het zou uitgaan. Het gevoel was: we springen in een duister gat en hopen op het beste.

Van Thillo: “Het begon met dat hele politieke gehakketak. Enkele politici wilden het zogenaamde rode bastion van de BRT breken en vroegen daarom om een commerciële zender. Dat heeft na veel vijven en zessen geleid tot een construct, iets bijzonder artificieels. Bijna alle mediapartijen van Vlaanderen – alleen de toenmalige krantengroep De Standaard, nu Mediahuis, deed niet mee – zouden samenwerken om een station op te richten. Stuk voor stuk partijen die niets van televisie af wisten en bovendien elkaars concurrenten waren: dat voorspelde bijzonder weinig goeds.

Mike Verdrengh en Guido Depraetere tijdens het Openingsgala.Beeld VMMA

“Maar daar stond tegenover: de magie van twee mensen, Mike en Guido. Zij koesterden al lang de droom om een eigen zender op te richten, en die droom wisten ze te vertalen naar een helder concept. Ik herinner me de allereerste reclamecampagne nog: 'Er broedt iets op je televisie,' met die ooievaar die op een tv zat... Ik herinner me ook dat ik in '89 terugkwam uit de States en zei: 'Verdraaid, plots rijdt de helft van Vlaanderen rond met een VTM-sticker op hun auto' (lacht). Onwaarschijnlijk.”

Doorgaans bent u niet betrokken bij de dagelijkse leiding. Maar het verhaal gaat dat u zich twee keer intenser met VTM bent gaan bezighouden, en er zelfs een eigen bureau had. Toen VTM rond de eeuwwisseling in de verdrukking geduwd werd door de VRT, en dan nog eens bij het begin van VIER.

Van Thillo: “Dat ligt in mijn karakter. Op dat vlak ben ik een bangerik. Als ik zie dat er nieuwe concurrentie komt, of er zijn grote veranderingen op til, dan wil ik er heel dicht bij gaan leven. Niet om te zeggen: 'Allemaal opzij, ik ga het doen’, maar als je er op de belangrijke momenten niet bent, wanneer dan wél?”

Een aandeelhouder met een mening over de zender: het kan een programmadirecteur ook een doorn in het oog zijn. Met Mike en Guido lag u in de jaren 90 naar verluidt enkele keren uitvoerig in de clinch.

Van Thillo: “Natuurlijk schuren het zakelijke en het creatieve weleens met elkaar, en dat heeft geleid tot stevige discussies. Maar Mike en ik hebben nóóit in de clinch gelegen over wat VTM moest zijn en worden, en welke richting het moest uitgaan. Over het inhoudelijke zijn hij en ik het zelden oneens. Mike is ook een persoonlijke vriend, wij zien elkaar nog geregeld. Ik ken echt niemand die zoveel naar televisie kijkt, zo intens met media bezig is. Stel je eens voor hoe frustrerend het moet zijn geweest dat hij zijn passie – televisie en radio – noodgedwongen binnen de BRT moest beleven, een bijzonder gepolitiseerde staatszender, waar veel dingen niet konden.

“Het zijn Mike en Guido die VTM gemaakt hebben, en niemand anders.”

Hebt u, over die dertig jaar bekeken, een favoriet programma?

Van Thillo: (fluit tussen de tanden) “Nu pak je me koud. Dat is toch een onmogelijke vraag?

(Denkt na) “Ik kan wel vertellen waar ik géén fan van was. Aan de Big Brother-periode heb ik mij vreselijk geërgerd. Op televisievlak is de belangrijkste vraag voor mij nooit geweest: 'Hoeveel mensen hebben er gekeken?' Wél: 'Hoeveel mensen hebben er gráág gekeken?' Maar naar Big Brother keek je bijna vanuit een voyeuristische impuls en dacht je achteraf: bweurk, ik heb wel gekeken, maar het had eigenlijk niet gehoeven.”

Grootste baas Christian Van Thillo: “Ooievaar op tv”
Beeld VMMA

Langstlopende soap: ‘Familie’

Lang voor Frank Bomans zijn eerste pint opentrok, Simonneke haar eerste traan plengde en Waldek voor het eerst het Nederlands mismeesterde, was er al Familie: sinds 30 december 1991 de langstlopende soap in Vlaanderen. Sinds dag één centraal, op enkele tussenpozen na: Marie-Rose De Putter, gespeeld door Martine Jonckheere. Martine Jonckheere: “Vóór mijn auditie bij Familie had ik nog nooit van het woord 'soap' gehoord, laat staan dat ik kon vermoeden dat ik er bijna dertig jaar later nog in te zien zou zijn. En dan zeggen dat ik bij het theater vier of vijf rollen per jaar speelde en nergens langer dan drie jaar bleef, om zeker niet vast te roesten (lacht).

VTM is veel veranderd in dertig jaar, dat zal met de werkwijze achter Familie wel niet anders zijn?

Jonckheere: “Absoluut. Het was in het begin allemaal wat losser dan vandaag. Op mijn auditie heb ik bijvoorbeeld niet voor een camera moeten acteren: ik paste gewoon in het profiel dat ze zochten. Ik weet ook nog dat ik naast Jacky Lafon zat te wachten tot het mijn beurt was, en ik haar vroeg van welk theatergezelschap zij kwam. 'Van Bobbejaanland', zei ze (lacht).

“In die begindagen viel het woord 'amateurisme' weleens in kritieken, en niet altijd onterecht. Er speelden ook amateurs mee in de figurantenrollen. Dat kon best frustrerend zijn als je dan, als geschoolde actrice, tegenover iemand stond die de scène klungelig om zeep hielp. En wat ik nog kwalijker vond: Vlaanderen kreeg zo het idee dat 'soap' vanzelf gelijkstond aan 'slecht acteren', wat echt niet zo was. Maar hoe amateuristisch het er in die pioniersdagen soms ook toeging, ik denk er nog altijd met veel nostalgie aan terug.”

Decennialang dagelijks hetzelfde personage spelen: dat blijft wel kleven aan een acteur.

Jonckheere: “In een soap spelen zorgt voor een stigma, dat is zo. Het is een beetje alsof je schlagers begint te zingen, hè. Dan word je ook vanzelf in een categorie gestopt. De woorden van Humo’s Dwarskijker over de eerste aflevering kan ik me nog altijd voor de geest halen: 'Je hebt het of je hebt het niet, en als je het niet hebt, mag je van geluk spreken.' (lacht) Rudy Vandendaele was erg hard, ook voor mij. Nu kan ik daarom lachen, maar toen niet zo. Je moet weten: Rudy en ik waren vroeger de beste vrienden, we hebben zelfs nog samen toneelles gevolgd aan het conservatorium in Gent. Dat ik met mijn diploma verkoos om mee te spelen in een soap, vond hij bijna onvergeeflijk.

“Voor sommigen zal dat etiket van soapacteur altijd aan me kleven, maar ook op dat vlak is de tijd veranderd. Vroeger voelde ik me vaak alsof ik me moest verontschuldigen omdat ik máár in een soap speelde, maar vandaag durf ik mezelf eindelijk stilaan 'een actrice' te noemen.”

Langstlopende soap: ‘Familie’
Beeld VMMA

Grootste ramp: ‘Tien om te zien’: “Men wilde erbij horen”

De Wikipedia-pagina van Tien om te zien meldt dat in de zomer van 1989 het rampenplan moest worden ingesteld: meer dan 40.000 mensen waren naar Blankenberge afgereisd voor de opnames van het in dat eerste jaar al razend populaire muziekprogramma.

Het rampenplan, echt?

Willy Sommers: “Ja. Ja, dat klopt. Er werd een speciale loopbrug gemaakt, omdat de artiesten door al dat volk op de dijk anders onmogelijk het podium konden bereiken.

“Ik herinner me dat Bea Van der Maat (copresentatrice, red.) en ik om ons heen keken: 'De mensen helemaal achteraan, die kunnen toch onmogelijk nog iets zíén?' Maar men wilde erbij zijn en erbij horen.

“Het was een hele taak om al dat volk in goede banen te leiden, hoor. De brandweer en het Rode Kruis stonden paraat, en er was altijd voldoende security. En wanneer Bea en ik achteraf naar huis wilden, werden we begeleid door de politie, die eerst een baan vrij moest maken door de massa.”

Tien om te zien  was je eerste presentatiejob.

Sommers: “Vooraf hadden al mijn vrienden het me afgeraden. 'Als het mislukt, is misschien ook je zangcarrière naar de knoppen.' Maar ik vond: slechter dan hoe het in de jaren 80 met de Vlaamse showbiz ging, toen er geen Vlaams muziekprogramma meer was, kon echt niet. Alles was meegenomen. Dat, én het feit dat Bea Van der Maat mijn copresentatrice zou worden – ik was in die tijd toch een beetje fan van haar Won Ton Ton – gaf voor mij de doorslag. De rest is geschiedenis.”

Luc Appermont in Rad van fortuin.Beeld VMMA

Geslaagde transfer: Luc Appermont: “Met mezelf in de knoei”

De start van VTM ging gepaard met een halve leegloop van de toenmalige BRT, maar de meest geslaagde transfer moet wel die van Luc Appermont zijn. In de jaren 80 nog hét kraaknette boegbeeld van de openbare omroep, maar in één flukse beweging – en vooral middels Waagstuk en de talkshow Luc – omgeschoold tot de verpersoonlijking van VTM in de nineties.

Luc Appermont: “Ik maakte de overstap in 1991. Sterrenwacht, mijn laatste programma voor de BRT, was net afgelopen. Ik was 40 geworden en vond dat ik aan mijn toekomst moest denken. Ik stapte naar de toenmalige directeur Ontspanning van de BRT, Jan Geysen, met de vraag hoe hij die toekomst precies zag. Zijn antwoord: 'Sorry Luc, voor jou zit er even niets in de pijplijn.' Rond diezelfde tijd sprak VTM me aan met twee heel concrete voorstellen: een spelshow én een talkshow, meteen voor enkele seizoenen. En aangezien de BRT mij niets kon garanderen...”

Daarover zei u in Humo: ‘’t Is een bruuske beslissing geweest. In minder dan een week was het beklonken.'

Appermont: “Pas op: ik heb zeer lang met mezelf in de knoei gezeten. Ik ben een trouwe hond, en ik kon moeilijk afscheid nemen. Mike Verdrengh vroeg: 'Maar waaraan ben je dan zo gehecht? Aan het gebouw?' Nee. 'De studio's?' Nee. 'De mensen?' Ja, natúúrlijk de mensen. 'Die kun je toch buiten de werksfeer om blijven zien?' Dat was ook zo, maar ik zat er toch zwaar mee in mijn maag.

“Daarop ben ik mijn drie BRT-directeurs thuis gaan opzoeken, in het weekend, om te vragen of ze het me niet te kwalijk zouden nemen. In hiërarchische volgorde waren dat Jan Geysen, Jan Ceuleers en Cas Goossens. Zowel Ceuleers als Goossens zei: 'Geen zorgen. Onze deur blijft altijd open voor jou.' Het was net de man die me geen programma's had kunnen garanderen, Jan Geysen, die zei: 'Als je naar VTM gaat, is het hier over and out.' (lachje) En dan verneem ik achteraf dat diezelfde Geysen op dat moment óók met VTM in gesprek was. Zo zie je maar.”

Geslaagde transfer: Luc Appermont: “Met mezelf in de knoei”
Beeld VTM

Beste marketing: de autosticker

Wie in de jaren 90 ooit in de file heeft gestaan, kent 'm goed genoeg: de immer fleurige VTM-sticker, vaste prik op de Vlaamse achterruit.

Klopt het dat jij de bedenker bent van de legendarische slogan 'VTM kleurt je dag'?

Guillaume Van der Stighelen: (voormalig reclamemaker) “Jawel. Vóór de VTM-lancering zat ik te praten met oprichters Mike en Guido, en vroeg ik: 'Wat moet VTM worden?' Mike antwoordde: 'Televisie is een venster op de wereld. Als je thuiskomt van je werk, zet je dat venster open. Blauw betekent dan goed weer, en daar word je goedgezind van. Dat moet onze kleur worden.' Hij zei ook: 'De BRT is grijs, wij zijn kleur.' Zo zijn we uitgekomen bij 'VTM kleurt je dag'.”

De autosticker dan: waarom werd die zo'n gigantisch succes?

Van der Stighelen: “Omdat het de meest zichtbare uiting was van iets veel groters. We zaten toen midden in de Vlaamse ontvoogding, het was de tijd dat de verkeerslichten in plaats van rood-wit opeens geel-zwart werden geschilderd. Er hing iets Vlaams in de lucht, een soort bewustwording dat Vlaanderen iets kón. Een eigen zender opstarten bijvoorbeeld. Toen Mike zei hoe de zender zou heten – 'de Vlaamse Televisie Maatschappij, kortweg VTM' – vond ik dat saai. Veel te dicht bij het grijze instituut BRT, zei ik. Maar Mike had er geen oren naar: 'Wij vinden dat tof.' Wat erachter zat, was natuurlijk dat die 'Vlaamse' erin moest zitten. Dat was in die tijd nog niet zo controversieel, het was niet dwingend, wel uitnodigend: wij Vlamingen bestaan ook.”

En daardoor gingen mensen dus VTM-stickers op hun auto plakken?

Van der Stighelen: (lacht) “Dat had ermee te maken, ja. Die sticker straalde dat gevoel op een vrolijke manier uit, zonder tegen schenen te stampen. Eigenlijk was dat geweldig: Mike en Guido waren erin geslaagd om een soort Vlaams gevoel te creëren waar de Vlaams-nationalisten van vandaag alleen maar stikjaloers op kunnen zijn.”

Leukste sidekick: Bé De Meyer

In Wie ben ik droeg ze voorwerpen aan, in Rad van fortuin draaide ze bordjes om en in Zondag Josdag was ze Jos Ghysens bevallige schaduw. 22 jaar na haar laatste VTM-job is ze nog steeds de enige Vlaamse starlet voor wie ter identificatie één letter volstaat: Bé!

Bé De Meyer: “Ik was goed gecast. Ik werkte in die tijd ook als mannequin en fotomodel, en mijn rolletjes in Wie ben ik en  Rad van fortuin waren daar eigenlijk gewoon een voortzetting van. Bij  Zondag Josdag  was ik veel meer betrokken. Ik was aanwezig op de redactievergaderingen en wist altijd goed waarover het ging. Ik zat er niet bij als een kip zonder kop. Eigenlijk was ik de fichebak van Jos (lacht). Als hij het even niet meer wist, kon hij vertrouwen op mij.”

Leukste sidekick: Bé De Meyer
Beeld ISOPIX

Anne De Baetzelier kondigde de Supercup in het volleybal ooit aan als 'de Superkut'. Wat waren jouw grootste blunders?

Bé: “Bij Zondag Josdag  hadden we eens een pony op bezoek. Ik was dat beestje rustig aan het strelen en had helemaal niet door dat het ineens een gigantische erectie had gekregen. Ik zág dat niet, want ik stond achter die pony, dus ik streelde gewoon verder. Jos heeft me daar nog jaren om uitgelachen.”

Leukste sidekick: Bé De Meyer
Beeld VMMA

Controversieelste show: ‘Big Brother’ 

'De grootste peepshow ter wereld', kopten de kranten toen Big Brother in 2000 werd gelanceerd. Half Vlaanderen stond op zijn achterpoten.

Walter Grootaers: (presentator) “De reacties waren in elk land anders, maar in conservatief Vlaanderen waren ze héél fel. Dat hadden wij verwacht, het kon ons niet schelen. We wilden gewoon een goed programma maken. Ik vond het zelfs zo'n uniek concept dat ik van zender ben gewisseld – van VT4 naar Kanaal 2 – om het te kunnen presenteren.”

Wat herinner je je van dat eerste seizoen? Bart en Katrijn die voor heel Vlaanderen de liefde bedreven? Betty en haar vibrator Tarzan?

Grootaers: (lacht) “Nee, ik herinner mij vooral de aanslagen van 9/11, waar de kandidaten niks van afwisten. Omdat het zó belangrijk was, beslisten we na een dag of twee om hen toch op de hoogte te stellen en wat beelden te tonen. Wat bleek? Ze keken ernaar en gingen vrijwel meteen over tot de orde van de dag. 'Oké, een aanslag in New York. Wat gaan we eten?' Het belang drong totaal niet tot hen door. Zoals de psychologen die het programma begeleidden al wisten: als je afgezonderd bent van alles, raak je de voeling met de realiteit compleet kwijt.”

Kijk je tegenwoordig nog reality-tv?

Grootaers: “Nee. Het concept is al lang uitgemolken. Eigenlijk blijft Big Brother  onovertroffen.”

Intussen is iederéén Big Brother, we posten vanzelf ons hele leven op Instagram.

Grootaers: “Dat is zo! Maar net daarom ben ik er zeker van dat het programma opnieuw gigantisch zou kunnen scoren. Het zou alleen al de moeite waard zijn om te kijken hoe de kandidaten ermee omgaan als hun de toegang tot sociale media wordt ontzegd.”

Controversieelste show: ‘Big Brother’ 

Een paar jaar later presenteerde je wéér een ophefmakend programma: Fear Factor, waarin bekende mensen allerlei proeven moesten uitvoeren. Klopt het dat je tijdens de opnames ooit bijna ontvoerd bent?

Grootaers: “Ja, in Kaapstad. Na een feestje zaten de twee busjes van de productie al vol, dus nam ik samen met de assistente een taxi terug naar het hotel. Maar op een bepaald moment volgde die taxi de busjes niet meer. We reden straal voorbij het hotel en op den duur zaten we ergens op een pikdonkere zandweg. Ik pakte mijn oude gsm, ramde die in de rug van de chauffeurszetel en riep: 'Keer terug of ik schiet!' Die man is op zijn rem gaan staan en heeft ons netjes terug naar het hotel gebracht. Het enige waar ik tijdens de terugrit aan dacht, was: 'Als niemand mij nu maar opbelt!' (lacht)

Controversieelste show: ‘Big Brother’ 
Beeld VTM

Domste moppentrommel: ‘HT&D'

Lege kaarttafels, verwaarloosde duivenkoten en prei die bij gebrek aan vaderlijke aandacht in de grond bleef zitten: medio jaren 90 had de gepensioneerde Vlaming plots een nieuw favoriet tijdverdrijf. HT&D mikte onder auspiciën van Guido Depraetere en later Walter Capiau als geen ander programma bij VTM op de gulle lach. Mikte onveranderlijk mee: de onvermoeibare Jacky Lafon.

Jacky Lafon: “De moppenkoningin van Vlaanderen, zo heeft Guido Depraetere mij ten tijde van HT&D  nog genoemd! Daar was ik wel fier op. Want pas op, er is méér aan een goeie mop dan je denkt, hoor. Op den duur moesten we onze eigen moppen meebrengen naar de opnames, omdat de voorraad opgebruikt was. Tot in Holland ben ik er gaan zoeken!”

Dan weet je wel wat we je willen vragen, Jacky.

Lafon: “De juffrouw vraagt aan het eerste studiejaar: 'Wie kan mij vertellen waar de kindjes vandaan komen?' Een kindje zegt: 'Uit de buik van de mama!' Een ander: 'Uit bloemkolen!' Maar Jerommeke steekt zijn vinger op en zegt: 'Uit een ei, juffrouw!' 'Hoe, uit een ei?' 'Ja, juffrouw. Toen mijn moeder in verwachting was, zei mijn papa: 'Dat zal wel van dat kieken van hiernaast zijn!’’ (lacht)

”Ja, geláchen dat we hebben. Ik kan u zeggen, meneer, die jaren van HT&D  waren de mooiste van mijn carrière.”

Vreemdste eend: Bart Peeters

In 1995 debuteerde Bart Peeters op VTM met De vliegende doos en De liegende doos: een als 'Filiberke op drift' omschreven kinderprogramma en een geweldige, maar compromisloze variétéshow, met rubrieken als 'Spele op de ukelele' en 'Bidden met Bart Peeters'. Het zonevreemdste duo ooit op de zender van de Medialaan.

Bart Peeters: “Begin jaren 90 had ik een paar jaar van mijn leven uitgetrokken voor The Radios: ik vond dat iedereen in zijn jeugd eens popster geweest moest zijn. Maar dan kregen mijn vrouw en ik ons tweede kind, en plots geloofde ik mezelf niet meer in die rol.”

Vreemdste eend: Bart Peeters

Ik wou het eigenlijk hebben over...

Peeters: “Over het einde van The Radios voelde ik me vooral schuldig tegenover onze fantastische productieploeg. Het waren de allerbesten in hun vakgebied, en plots dreigden ze zonder werk te zitten. Mijn toenmalige manager Rick Tubbax zei: 'Je beseft dat er een uitweg is? Je kúnt die ploeg aan het werk houden, maar alleen bij VTM.' Ik begreep er geen hol van. VTM was destijds commerciële televisie as we know it. Walter Capiau-programma's, Lynn Wesenbeek in Love Letters, en Luc Appermont in spelprogramma's en rare talkshows. Ik zag mezelf niet functioneren in die wereld.”

Maar hoe ben je dan...

Peeters: “Maar dan zei de wonderlijke Mike Verdrengh: 'We zijn onze blauwe, shiny, americanoïde en toch pokke-Vlaamse sfeer zélf een beetje beu.' Hij wou dat ik voor vernieuwing zorgde, en tegelijk een platform voorzag waarop de nieuwe sterren van de komende dertig jaar konden debuteren. Én ik mocht samenwerken met Hugo Matthysen. Op een zotte dag heb ik toegestemd, en het gevolg is bekend.”

Vreemdste eend: Bart Peeters

Adriaan Van den Hoof, Tine Embrechts, Karlijn Sileghem, Pieter Embrechts, Dimitri Leue, Peter Van den Begin en Stany Crets: de lijst van mensen die bij jou debuteerden, is schier eindeloos.

Peeters: “Een prachtig blik jong geweld, en samen deden we héél speciale dingen. Eén van onze items was 'Sla je vrouw'. Ik kondigde de kandidaten aan en zei: 'Sla je vrouw minstens één van haar tanden uit, en je wint een weekje Miami.' De meest fantastische acteurs deden mee – Marc Van Eeghem en Warre Borgmans bijvoorbeeld, mensen van wie toen niemand nog maar het minste vermoeden had dat het acteurs waren – en ze gingen er fantastisch in op. Het bloed gulpte langs alle kanten! Voor mij was dat overduidelijk een pastiche op reality-tv, maar niet iedereen zag dat zo. In Het Laatste Nieuws verschenen lezersbrieven van mensen die dachten dat er heel erge dingen aan de hand waren. 'Het grote publiek wordt onderschat’, hoorde je in die tijd nogal vaak, maar misschien waren we wat te ver gegaan in die veronderstelling.”

Over je overstap naar VTM schreef Humo's Rudy Vandendaele: 'Het was niet alsof ik water zag branden toen ik vernam dat Bart Peeters zijn toevlucht tot VTM had genomen. 't Was meer alsof een aristocratische vrouw, zo'n mantelpakje van Chanel, in mijn bijzijn plots uitvoerig over uitwerpselen begon te spreken.'

Peeters: (lacht) “Hij had 100% gelijk, zoals dat Rudy Vandendaele wel vaker overkomt.

“Ik herinner me dat zinnetje. Het stond in de intro van een interview waarin hij ook vroeg: 'Kun je je vereenzelvigen met de bedrijfscultuur bij VTM?' Maar wanneer ik straks aan een concertreeks in de Lotto Arena begin, is de stomste vraag die je me kunt stellen: 'Kun je je vereenzelvigen met de andere artiesten die deze maand in de Lotto Arena staan?' Natuurlijk niet! Als ik ergens mijn intrede doe, heb ik altijd de hele Planeet Peeters bij. Wat daarvoor of daarna komt: je m'en fous. Ik ben te allen tijde Bart Peeters. Soms tot mijn spijt, soms tot mijn plezier.”

Vreemdste eend: Bart Peeters
Beeld VMMA

Spraakmakende reportages: ‘Jambers’

'Al sinds de oprichting van VTM werd gefluisterd dat ik ooit naar die zender zou overstappen. Als ik één week ziek was, zei men op de BRT: 'Hij is met VTM aan het onderhandelen.'' Paul Jambers bleef na de start van VTM nog anderhalf jaar bij Panorama, maar vanaf september 1990 was er geen houden meer aan. Met Jambers maakte hij een reportageprogramma dat, goed- of kwaadschiks, zijn tijd vooruit was.

Paul Jambers: “Ik maakte reportages over onderwerpen die nieuw waren. Het eerste Vlaamse programma over transgenders? Gemaakt door Paul Jambers, in 1992. Het woord 'sm' was in Vlaanderen totaal onbekend voor ik programmamaker werd. Stuk voor stuk controversiële en spraakmakende thema's die hier nooit eerder onder de aandacht waren gekomen en achteraf vaak dagenlang besproken werden in de schrijvende pers.

“Ook in de periode dat VTM een zwalpend schip was en geen duidelijk profiel meer had, haalde ik meer dan anderhalf miljoen kijkers. In die woelige jaren heb ik VTM mee recht gehouden, dat durf ik te zeggen.

“Zowel mijn programma's als ikzelf waren atypisch voor VTM. Zeker in het begin was dat een redelijk gladde, cleane, erg typische commerciële zender. Ik was de enige die een stoppelbaard had en geen maatpak droeg. Dat alleen al was grensverleggend.”

Succes kun je ook herkennen aan het aantal klonen. Plots ging iedereen zich als Jambers gedragen.

Jambers: “Een heel vreemd fenomeen. De manier waarop ik televisie maakte, was gebaseerd op een zelf ontwikkelde filosofie. Alles dreef op authentieke, unieke getuigenissen. Rechttoe rechtaan, met een caméra vérité-stijl die toen nieuw was. Mijn idee was dat wat in beeld gebeurde veel belangrijker was dan esthetiek en cameravoering. Maar plots begon elke reportagemaker maar wat met zijn camera te schudden, in de hoop mijn stijl te imiteren (lachje).

“Ook alle onderwerpen die ik heb behandeld, zijn sindsdien tot in den treure herhaald. Onlangs was er op televisie een reeks over oudere homo's die overal bewierookt werd – maar ik maakte 25 jaar geleden al programma's over oudere homo's! Eenzame boeren die geen partner vinden: sinds ik er een programma over vulde, zijn daar hele reeksen over gemaakt. Esthetische chirurgie: ík was de eerste. Jambers heeft een verregaande invloed gehad op hoe televisie sindsdien in Vlaanderen wordt gemaakt.”

Spraakmakende reportages: ‘Jambers’
Beeld -

Meest kritische pers: ‘Humo’

Bij Humo werd met bovengemiddelde verbazing de geboorte van Vlaanderens eerste commerciële zender gadegeslagen. Wat goed ging, werd geprezen, wat níét goed was, verguisd – zoals het ook hoort. De komst van VTM door de ogen van Guy Mortier, Humo's dorpsoudste en stamhoofd voor het leven.

Humo was in die dagen, zoals bekend, niet bepaald voorstander van een Vlaamse commerciële zender. Waar maakte de redactie zich zorgen over?

Guy Mortier: “Wij waren trouwe verdedigers van het monopolie van de openbare omroep, ja. Al hadden we er in de praktijk voortdurend forse kritiek op. We vreesden, denk ik, dat een commerciële zender ook op het gebied van nieuws en informatie de lat ineens heel laag zou leggen, maar dat bleek tot veler verrassing – en tot ontgoocheling van heel wat politici – dus niet zo te zijn.

“Het einde van het monopolie van de VRT is mettertijd zelfs een zegen gebleken voor het televisielandschap, doordat hun zelfvoldane lamlendigheid eindelijk eens op de schop ging. VTM zorgde voor de hoogstnoodzakelijke ommekeer bij de VRT op het gebied van ontspanningsprogramma's, die voor het merendeel al heel lang dramatisch slecht waren, en bouwde tot veler verbazing ook een nieuwsdienst uit die kon concurreren met die van de VRT.”

In 1993 kreeg VTM een eerste Ha! van Humo voor Moeder, waarom leven wij? Een voorzichtige toenadering?

Mortier: “Zo was het alleszins niet bedoeld. De grote concurrent dat jaar was Morgen maandag, wat al de derde Ha! voor Mark Uytterhoeven in vier jaar zou zijn geweest. Misschien mede daardoor won Moeder nipt. Maar toch vooral omdat het zowat de allereerste poging was van VTM om een serie op hoog niveau te maken, en wij dat wilden stimuleren. Tegelijk wilden we ook laten zien dat we niet voortdurend op VTM inhakten omdát het VTM was, maar om het vaak belabberde niveau, dat we graag een eind opgetild zagen. Volksverheffing, uw naam is Humo!

“Die insteek gold trouwens ook voor Rock Rapport op Kanaal 2 van Ronny Mosuse en Stephen Dewaele, de Ha! van 1995, dat sterk onder druk stond en dat wij op die manier wilden steunen. Meteen na de toekenning van de Ha! werd het programma trouwens geschrapt door Mike Verdrengh.

“Die Ha! voor Moeder, waarom leven wij? was de enige in mijn tijd als hoofdredacteur waarop ik zelf niet gespeecht heb bij de uitreiking, om de merkbare spanning en argwaan bij de gasten wat te verzachten. Ik had Mark Uytterhoeven zover gekregen dat hij het in mijn plaats deed, al was die een paar uur voordien ziek geworden en moest hij, zo herinner ik me, naar en van het podium geracet worden.”

Wat had de Guy Mortier van 1989 er eigenlijk van gevonden dat Humo vandaag, toch minstens in theorie, onder hetzelfde dak woont als VTM?

Mortier: “Geen centje pijn, zolang we maar onafhankelijk kunnen werken en onze mening kunnen blijven geven. Tot nader order is dat het geval. Humo was trouwens bij de oprichting al mede-aandeelhouder van VTM, toen nog als eigendom van uitgever VNU, en dat heeft onze houding tegenover de zender ook nooit beïnvloed. Op een bepaald ogenblik hadden we zelfs een meerderheid in VTM kunnen hebben, als de regering toen niet was gaan dwarsliggen omdat VNU een Nederlandse uitgeverij was. Benieuwd wat dát gegeven zou hebben!”

Meest kritische pers: ‘Humo’
Beeld ISOPIX

Grootste kijkcijferkanon: ‘K3 zoekt K3'

De finale van K3 zoekt K3 lokte op 6 november 2015 meer dan 1,8 miljoen kijkers. De talentenjacht werd zo het best bekeken programma van dat jaar én het grootste succes uit de VTM-geschiedenis.

Meer dan 1,8 miljoen kijkers: was dat een verrassing?

Gert Verhulst: “Zes jaar voordien hadden we al K2 zoekt K3 gemaakt, waarin Karen en Kristel naar een vervangster zochten voor Kathleen, dus we wisten dat de kans op slagen redelijk groot was. Maar dat het zó'n succes zou worden? Nee, dat hadden we niet gedacht.”

Welk moment is het meest bijgebleven?

Verhulst: “De bekendmaking van de winnaressen en, tegelijk, het afscheid van de oude K3'tjes. Want dat was ook een deel van het succes. Het was een programma over mensen wier leven drastisch zou veranderen – niet alleen de kandidates, maar ook de vrouwen die vijftien jaar lang hadden samengewerkt. Dat stopte ineens allemaal. Mensen konden zien dat de emoties écht waren.”

Jij stapte eind jaren 90 over van de toenmalige BRTN naar VTM. Waarom?

Verhulst: “Bij de openbare omroep had ik toen geen enkele vorm van zekerheid, er was geen plan rond mij. Bij VTM werden mensen beter begeleid. Meer moet je er niet achter zoeken.

“Toen ik naar VTM ging, was de zender wel in een soort vrije val. Ik heb eigenlijk altijd op de zender gezeten die het op dat moment heel slecht deed (lachje). Toen ik omroeper was bij de BRTN keek er níémand, want toen beleefde VTM, dat pas bestond, zijn grote succesjaren. En toen het minder ging met VTM ben ik naar daar getrokken: wéér heel weinig kijkers. En nu zit ik bij VIER (lacht).”

Wat was het verschil tussen werken voor de VRT en voor VTM?

Verhulst: “VTM soigneerde z'n vedettes veel meer. Als je te gast was bij een VTM-programma, dan had je een eigen loge, met bloemen en champagne en weet ik veel wat allemaal. Bij de BRTN was dat een ramp. Wij keken toen met grote ogen naar wat er daar aan de overkant allemaal aan het gebeuren was. Iedereen werd er netjes gekleed en gekapt, terwijl wij bij de BRTN maar aantrokken wat we in onze eigen kleerkast hadden hangen. Met alle gevolgen van dien (lacht).”

Grootste kijkcijferkanon: ‘K3 zoekt K3'
Beeld AFP

Grootste prijsbeest: productiehuis Shelter

Nóg een verjaardag: in 2019 maakt het productiehuis Shelter tien jaar programma's voor VTM, en niet van de minste. Benidorm Bastards, Wat als?, Safety First en Hoe zal ik het zeggen? wonnen prijzen, scoorden goed en wisten een nieuw publiek naar de zender te lokken.

Tim Van Aelst: “Een heel mooi compliment. Ik ben altijd fier als ik lees dat wij VTM kleur hebben gegeven. Ook fijn dat niet ik persoonlijk, maar Shelter de eer krijgt. Onze programma's zijn stuk voor stuk teamwork geweest.”

De programma's van Shelter worden weleens aangehaald als bewijs dat er bij VTM niet alleen flauwekul wordt gemaakt.

 Van Aelst: “Dat is te veel eer. De laatste jaren wordt op VTM géén rommel meer uitgezonden. Ik stel vast dat er steeds minder bagger op ons afkomt, en op een programma als pakweg The Voice ben ik stikjaloers.

“Als puber vond ik VTM belachelijk. Ik zat volop in een grungefase, en het was in mijn omgeving not done om naar die zender te kijken. Maar ook toen al hadden ze goede programma's. Naar Moeder waarom leven wij? keken wij met het hele gezin. De liegende doos: idem. Omdat de kijkcijfers niet geweldig waren, ging er ten onrechte een soort twijfelachtige reputatie aan dat programma kleven.

“Programma's voor VTM maken is niet altijd even gemakkelijk. Omdat je onderbroken wordt door reclame, wat sowieso afkeer wekt, maar ook omdat je daar als maker steevast een beetje in het defensief staat: VTM wordt altijd extra kritisch benaderd. Daarom ook vond ik de Ha! van Humo voor Safety First één van de mooiste prijzen die ik al in ontvangst mocht nemen. De respons vanuit die hoek deed me veel plezier.”

Op naar de volgende, met Studio Tarara, een fictiereeks over de beginjaren van VTM.

 Van Aelst: “Ik hoop het. Onze nieuwe reeks wordt vanaf februari uitgezonden, en we zullen massaal in de concurrentiestrijd geworpen worden. Dat is eigenlijk altijd het geval met programma's van Shelter, maar dat is niet erg: in ruil mogen wij heel mooie programma's maken. Als dat de deal is, kan ik daarmee leven.”

Grootste prijsbeest: productiehuis Shelter
Beeld VMMA

Bekendste anker: Dany Verstraeten

De voorbije dertig jaar zijn er duizenden nieuwsonderwerpen ontleed in Vilvoorde, maar de tand des tijds en zelfs een ooglidcorrectie konden de vertrouwde aanblik van Dany Verstraeten achter zijn nieuwsdesk niet wezenlijk veranderen.

Sta je in dit jubeljaar ook stil bij je positie als éminence grise, Dany?

Dany Verstraeten: “Niet echt. Die dertig jaar zijn voorbij gevlogen. Maar dat is vast een goed teken: als een koppel er zélf van opkijkt dat ze al aan hun dertigste huwelijksverjaardag zitten, kan dat alleen maar goed zijn, niet?”

Wat voor sfeer hing er in de begindagen?

Verstraeten: “Een heuse pionierssfeer: we waren een groep mensen die elkaar nog niet kenden en de meesten hadden, op verantwoordelijke Jan Schodts na, nog geen ervaring met nieuws voor tv. Ik kwam zelf van bij de radio, anderen van bij kranten. Gevestigde waarden hadden we niet. Achteraf heb ik pas goed beseft dat ik in die tijd iets unieks meegemaakt heb: de kans om iets van nul op te bouwen.”

Jullie vieren de dertigste verjaardag van de nieuwsdienst met een eigen reeks. Hoe confronterend is het om die oude beelden terug te zien?

Verstraeten: “Tja, daar zie je helaas wel dat er dertig jaar voorbijgegaan zijn (lacht). De versie van mezelf die ik daar zie, is merkbaar een stuk jonger, en vooral nog wat onervaren.”

Dankzij je ooglidcorrectie heb je toch een paar jaar teruggewonnen, niet?

Verstraeten: (lacht) “Dat wel. Het is al anderhalf jaar geleden nu, en ik heb toen al lachend gezegd dat ik er weer een paar jaar tegenaan kon.

“Ik ben me wel bewust van de eindigheid van het nieuwslezen, hoor, voor de veertigste verjaardag van VTM zal ik er wellicht niet meer bij zijn. Maar aftellen doe ik niet. Zolang ik zelf blijf genieten, en de mensen me ook nog niet beu zijn, blijf ik wel zitten.”

30 jaar VTM Nieuwsdienst VTM, dinsdag 22 januari, 21.40

©Humo