Het Tsjetsjeense meisje had al een tijdlang een relatie met een Syrische jongen en dit tot groot ongenoegen van haar familie. De spanningen in het gezin liepen zo erg op dat het meisje zichzelf begon te verminken. Hierdoor moest ze op 15 februari 2016 in het ziekenhuis verzorgd worden. Terwijl het meisje in het ziekenhuis lag stormde haar broer de kamer in, greep haar vast bij haar nek en wilde haar zo uit de kamer sleuren. Toen het meisje zich verzette sloeg hij haar een paar keer en duwde haar met haar gezicht tegen de muur waardoor ze een tijd lang het bewustzijn verloor. De politie moest tussenbeide komen.

Drie maanden na het ziekenhuisincident zag de Tsjetsjeen zijn zus aan het station van Genk met een vreemde jongen praten. Hij ging er verkeerdelijk vanuit dat dit de Syrische jongen was die een relatie had met zijn zus. Hij stapte op de jongen af en verkocht hem enkele slagen en stampen.

Het Openbaar Ministerie stelde voor om de hele zaak via strafbemiddeling af te handelen maar dat zag de Genkenaar niet zitten. Hij vond dat hij het recht had om zijn zus te controleren en tot de orde moest roepen voor haar relatie die in zijn ogen niet kon. De rechter was niet mals voor de man die meende dat hij het leven van zijn zus moest controleren en raadde hem aan om de wetten en gewoonten van ons land te respecteren in plaats van die van zijn thuisland.

“Hier is iedereen gelijk voor de wet, ongeacht geslacht, kleur, geaardheid, godsdienst of wat dan ook”, zo zei de Tongerse rechter.