Direct naar artikelinhoud

Kunstenaars behoren veel beter te verdienen

Eerlijke beloning voor kunstenaars is ver te zoeken, betoogt Gijs Scholten van Aschat.

Gijs Scholten van Aschat.Beeld Jeppe van Pruissen

Loon naar werken? In de kunst- en cultuursector is het daarmee niet best gesteld. Dat blijkt uit rapporten van de SER en de Raad voor Cultuur. Daarom is de Fair Practice Code ontwikkeld. Het komt erop neer dat werkgevers en opdrachtgevers in de cultuursector de mensen die zij inhuren, fatsoenlijk dienen te betalen. Met ondersteuning van de minister wordt deze code nu verder uitgewerkt.

Eerlijk belonen klinkt logisch. Als ik een loodgieter bel, stuurt die mij een rekening met voorrijkosten, een uurloon, materiaal en btw. Maar in de kunsten word je vooral aangesproken op het feit dat je werk je passie is. Dat geeft de uitvoerder kennelijk zoveel voldoening dat betaling eigenlijk overbodig is. Als er al betaald wordt − onlangs verscheen het bericht dat 44 procent van de vacatures in de culturele sector voor onbetaald werk is. Tegelijk zijn vergoedingen vaak schamel.

Laat ik twee praktijkvoorbeelden geven. Het eerste volgt uit de column ‘Mag ik ff vangen’ van Cécile Huijnen, concertmeester van Het Gelders Orkest:

‘Vorige maand speelde ik in een poepsjiek hotel in Düsseldorf. De gastheer was een medische organisatie… Eerst repeteren, dan soundchecken, omkleden, een concert geven, het hele scenario. Het was prima georganiseerd en het publiek was razend enthousiast. Gisteren kwam de afrekening. Met aftrek van reiskosten had ik netto 85 euro verdiend. Daarvoor was ik 9 uur in de weer geweest.’'

Repetitie van Het Gelders Orkest.Beeld ANP

'Hobby'

Kunstenaars die in uurtarieven denken, bestaan eigenlijk niet, en het hardop benoemen is nog steeds not done. We zijn immers met onze ‘hobby’ bezig. Maar een belegde boterham blijft als hoogopgeleide beroepsmusicus een dingetje. Orkestmusici hebben een vast salaris, maar in veel gevallen niet veel hoger dan een uitkering. Een freelancer komt na een week werken in een Nederlands toporkest met 300 tot 400 euro netto thuis.

Huijnen vervolgt: ‘Veel collega’s zijn erbij gaan studeren en betalen hun hypotheek mede dankzij een ander vak. Onder de musici van Het Gelders Orkest is de variëteit aan beroepen inmiddels bovengemiddeld: een acupuncturist, human resource manager, Shiatsu-masseur, vertaler Russisch, hoboreparateur, logopedist, portretfotograaf, sportinstructeur, columnist, twee politici, twee juristen en drie basisschoolleerkrachten. Én je orkestpartijen blijven studeren, je huishouden en kinderen managen en je relatie gezellig houden.’

Soms heet het werk niet eens werk
Gijs Scholten van Aschat

Voor de goede orde, Cécile Huijnen is eerste violiste van Het Gelders Orkest, is een leerlinge van Jaap van Zweden, heeft diverse prijzen gewonnen, waaronder in 1987 het Nationaal Vioolconcours Oskar Back. Zij behoort tot de top van Nederland.

Maar het kan nog erger: soms heet het werk niet eens werk. Zo maakt Talpa het tv-programma Dance Dance Dance. Bekende Nederlanders moeten in een danswedstrijd laten zien wat ze kunnen, maar om de show echt cachet te geven staan er professionele dansers omheen. Er worden zes shows gemaakt. Repetities en opnames van één show kosten vier dagen: vierentwintig dagen werk. Ik citeer een mail die de dansers van Talpa kregen:

‘Vergoeding: De ervaring om met nationale en internationale topchoreografen te werken is natuurlijk geweldig. Daarnaast krijg je je reiskosten vergoed en is er lunch/ diner indien nodig.’

Er is geen vergoeding! Je werkt voor niks! Je reiskosten worden vergoed, en heel misschien je eten. Chantal Janzen en Jandino Asporaat presenteren het programma, er is een jury, er zijn bekende Nederlanders als kandidaten, cameramensen, enzovoort. Iedereen krijgt betaald, maar de dansers, die een opleiding hebben genoten, krijgen niets. Als beloning mogen ze met topchoreografen werken en komen ze op tv.

Figuranten

Een van de benaderde dansers schreef terug dat hij graag mee wilde doen, maar dan wel voor een passende beloning. Hij wees Talpa op de Fair Practice Code. Hij kreeg een aardige mail terug:

‘Bedankt voor je mail, Ik begrijp de situatie volkomen. Helaas is er voor de extra’s momenteel geen vergoeding naast de reiskosten beschikbaar voor dit project.’

Waarom de dansers extra’s, figuranten, genoemd worden, is mij onduidelijk.

Het is onbegrijpelijk dat een omroep dit doet. Het is onfatsoenlijk en getuigt van weinig respect voor de beroepsgroep. Waarschijnlijk zal John de Mol over een tijdje goede sier gaan maken als mecenas in de kunst. Wij weten dan allang waar het geld vandaan komt. Het zou hem sieren als hij deze faux pas alsnog rechtzet.

En het toont eens te meer aan dat een Fair Practice Code voor de kunsten helaas broodnodig is. De Tweede Kamer vergadert 25 april over de beloningen voor kunstenaars. Ik kan de Kamerleden niet vaak genoeg zeggen dat onze sector in alle geledingen tot de wereldtop behoort en dat kunstenaars figuurlijk beter verdienen en letterlijk beter behoren te verdienen.

Gijs Scholten van Aschat is voorzitter van de Akademie van Kunsten.