Direct naar artikelinhoud
Schat

Schat van 14 miljard op zeebodem

De ontploffing van de San José van Samuel Scott.Beeld Wikimedia Commons

De precieze locatie is voorlopig geheim, maar zeker is dat het galjoen San José, dat voor de kust van Colombia ligt en de heilige graal der scheepswrakken wordt genoemd, voor maar liefst 14 miljard euro aan goud, zilver en edelstenen aan boord heeft. 

Dat maakte de WHOI, het Amerikaanse instituut dat al jaren onderzoek doet naar het schip, deze week bekend.

De San José was onderdeel van de Spaanse Zilvervloot en zonk in 1708 voor de Colombiaanse kust tijdens een gevecht met Britse schepen. Van de honderden bemanningsleden overleefden er maar weinig. De kostbare lading verdween met het schip naar de zeebodem, waar het tot de dag van vandaag op ruim 600 meter diepte ligt. 

Vanaf daar spreekt het wrak al jaren tot de verbeelding van menig schatjager en romanschrijver. Zo droomde Florentino Ariza er in Liefde in tijden van cholera van om de schat op te duiken voor zijn geliefde Fermina. Nu de astronomische waarde van de buit bepaald is, rest de vraag wie ermee vandoor gaat.

Voor avonturiers die hun geluk willen beproeven: het schip ligt waarschijnlijk zo’n 25 kilometer buiten Cartagena

Dat is geen eenvoudig vraagstuk, aangezien het gaat om een Spaans schip met een Peruaanse schat dat voor de kust van Colombia ligt. Sinds de ontdekking van het schip voeren verschillende landen er strijd over.

En dan is er nog het dispuut wie het schip het eerst gevonden heeft. De WHOI claimt dat zij het wrak in 2015 hebben teruggevonden met behulp van een onbemande onderzeeër. Foto's van de kanonnen van het schip toonden toen de ‘typische gegraveerde dolfijnen’, die volgens de organisatie de doorslag gaven en aantoonden dat het om de San José ging. Maar het commerciële bergingsbedrijf Sea Search Armada (SSA) claimt het schip al in de jaren 80 te hebben ontdekt. Het bedrijf wilde oorspronkelijk ook een deel van de buit, maar in 2013 bepaalde de rechter dat het wrak eigendom is van Colombia.

De Colombiaanse president Santos kondigde eerder aan dat er in Cartagena een museum gebouwd zal worden om de schatten tentoon te stellen. Volgens Hans van Rooij, oud-directeur van Smit Salvage en consultant in de bergingsindustrie, heeft de regering een tender uitgeschreven voor geïnteresseerde partijen die het wrak willen exploiteren. Al is dat volgens hem waarschijnlijk ‘doorgestoken kaart’, zo zei hij op de Nederlandse radio. "Ze vragen inschrijvingsgeld van 3 miljoen dollar. Er is geen financier die dat erin gaat stoppen."

Voorlopig blijft de schat dus nog even op de zeebodem liggen en houdt Colombia de locatie van het galjoen angstvallig geheim. Maar voor avonturiers die hun geluk willen beproeven: het schip ligt waarschijnlijk zo’n 25 kilometer buiten Cartagena.

Van wie is de schat?

Er liggen wereldwijd vermoedelijk zo’n drie miljoen scheepswrakken op de zeebodem, zegt woordvoerder Martijn van Eck van Unesco. Die zijn lang niet allemaal zo bijzonder als de San José, maar er zitten zeker schitterende schatten tussen. Wie de rechtmatige eigenaar is van zo’n gezonken scheepswrak, is een "ingewikkeld juridisch verhaal", zegt Van Eck. "Er is geen eenduidig antwoord op. Unesco heeft wel een internationaal verdrag opgesteld over onderwatererfgoed, zoals scheepswrakken en ondergelopen landschappen. Daarmee willen we commerciële partijen zoveel mogelijk buitenspel zetten en de eigendomsrechten tussen landen regelen. In de praktijk gebeurt het vaak dat het dichtstbijzijnde land de rechten krijgt, en soms worden de rechten tussen verschillende landen verdeeld. Het is niet erg als een commerciële partij dan de berging doet. Zo lang dat maar onder toezicht van een overheid gebeurt en er fatsoenlijk archeologisch onderzoek wordt gedaan."