Direct naar artikelinhoud
Antwerpen

Hoe de drugsmaffia de winkelstraten van Borgerhout heeft overgenomen (en wat we kunnen leren van Rotterdam)

Een still uit de film 'Patser'Beeld Julie Landrieu

Volgens een recent onderzoek zou de illegale economie in Borgerhout ondertussen groter zijn dan de legale. De studie was goed voor spectaculaire krantenkoppen én voor striemende kritiek, want: hoe kan je georganiseerde misdaad en maffioos geld meten? Maar voor wie goed rondkijkt, is het niet zo moeilijk om vast te stellen dat de Borgerhoutse maffia de hand heeft gelegd op de winkelstraten in het Antwerpse district.

Marokkaanse drugstrafikanten drijven in België en Nederland al tientallen jaren mee op een stroom van goud. Eerst was er de invoer van hasj, die vanuit Marokko per auto door het Spaanse binnenland of per boot naar de Lage Landen werd gebracht. En sinds de jaren 80 is er de cocaïnebom, de nog veel lucratievere handel van coke uit Zuid-Amerika via de haven van Antwerpen, meer dan ooit dé drugshaven van Europa.

Met de cocaïnetrafiek vangen de hoofdzakelijk Marokkaanse criminelen elk jaar vele miljoenen euro, die ze investeren in vastgoed in hun thuisland: in villa’s en luxueuze appartementsgebouwen, maar ook in toeristische infrastructuur zoals hotels, restaurants, nachtclubs en autoverhuurbedrijven. In navolging van de Italiaanse maffia kopen de smokkelaars in Marokko ook politiek, justitie en administratie op. Intussen hebben ze van het koninkrijk een maffiastaat gemaakt, waar corruptie welig tiert. En terwijl de clanstructuren van de cocaïnesmokkelaars vroeger niet altijd even strak waren, hebben ze zich nu omgebouwd tot ware misdaadorganisaties en hun actieterrein uitgebreid tot wapenhandel, mensensmokkel, (kinder)prostitutie, slavernij, fraude, namaak, financiële misdaad…

De vanuit Borgerhout opererende Marokkaanse drugsfamilies, die nauw verwant zijn aan de gewelddadige Nederlandse Mocromaffia, pompen hun geld niet alleen in Marokkaanse steden als Nador en Tanger. Ook aan het thuisfront investeren ze hun misdaadgeld in alles wat los en vast zit: in Borgerhout, maar ondertussen ook in de rest van Antwerpen en Vlaanderen.

Halalnoedels

Op de Turnhoutsebaan 179-181 bevond zich de Wok2Go, een noedelrestaurant dat voor een fusieconcept ging: gewokte gerechten uit Zuidoost-Azië op islamitische wijze. Al het vlees dat in de Wok2Go over de toonbank ging, werd aangeprezen als 100 procent halal, ook al worden de gerechten in Zuidoost-Azië normaal met varkensvlees klaargemaakt. De bvba Wok2Go werd in 2009 opgericht aan de Drink in Borgerhout en verhuisde in 2011 naar de Turnhoutsebaan. Maar het restaurant stapelde de verliezen op en werd in 2013 gedumpt door de oprichters. Om belastingen en sociale lasten te ontduiken en schuldeisers te ontwijken, duwden ze de bvba in een sterfhuisconstructie, waarbij ze de zaak zogezegd doorverkochten aan ene Francis Cruz in Brussel. Maar Francis Cruz is geen bonafide zakenman, hij is een stroman die Wok2Go op een donker adres in het Brusselse Sint-Joost-ten-Node dumpte, om het daar in 2014 een stille dood te laten sterven.

'We zorgen er gewoon voor dat die patsers niet meer in onze stad willen leven'
Marcel Dela Haije

De eigenaars waren Wok2Go liever kwijt dan rijk, en met reden: in 2013 was de Antwerpse justitie zich gaan interesseren voor dit halal noedelrestaurant. De Antwerpse magistraten deden zelfs de deur op slot en lieten het restaurant verzegelen met politielint. De reden? De oprichters van Wok2Go waren Abdelhakim en Jamel El Yousfi, telgen van een familie uit de Marokkaanse stad Nador die aan het hoofd staat van een machtige drugsclan die in de straten van Antwerpen de roepnaam de Turtles heeft meegekregen. De El Yousfi’s blijken in wel meer Antwerpse straten aanwezig te zijn met hun dubieuze geld, zoals met hun IT-zaak Ecophone Center in Borgerhout en het J&H Warehouse in Berchem. In beide gevallen werd er met een stroman gewerkt: Abdelkader Bourima. De eerste zaak ging failliet en werd vervangen door een andere elektronicahandel, de tweede zaak werd door een stroman overgenomen en in het rustieke West-Vlaamse Anzegem gedumpt. Daarnaast bezat Abdelhakim El Yousfi het schoonmaakbedrijf Professional Cleaning Goris en de nachtwinkel From Dusk Till Dawn, allebei failliet nu.

Halalnoedels
Beeld Humo
'De bvba's Wok2Go en Ecophone zijn voorbeelden van het komen en gaan van schimmige zaken in Borgerhout. Vaak wordt met stromannen gewerkt, en even vaak gaan de zaken over de kop'

Wokrestaurants zijn duidelijk in de mode in Borgerhout. Ook Naserdine T., eveneens een berucht lid van de Borgerhoutse maffia, blijkt een resem vennootschappen in Borgerhout te controleren. Eén van die vennootschappen is de in 2014 opgerichte bvba Mazy Wok, die als uitbatingsadres tegenwoordig een klaarblijkelijk leegstaand pand op de Turnhoutsebaan opgeeft. T. ging zich eind vorig jaar zelf aanbieden bij de politie nadat er een razzia was opgezet tegen het imperium van ‘de Mixers’ en de leidinggevende familie S., een Borgerhoutse drugsclan met wie Naserdine T. gelieerd is.

In Your Face

Hoe pakken justitie en politie de georganiseerde misdaad nu aan? Het ontnuchterende antwoord: tot voor kort deden ze dat eigenlijk niet. Georganiseerde criminaliteit speelt zich af uit het zicht, in achterkamers, het is een onzichtbaar gif waar de burger niet meteen last van heeft. Ook vandaag gaan de autoriteiten in België vooral achter de straatcriminelen aan, de in your face-criminaliteit veroorzaakt door hangjongeren, drugsgebruikers en dealers. Die is namelijk zeer zichtbaar, omdat ze zich open en bloot op de trottoirs afspeelt.

Met politionele repressie probeert men al vele jaren de zogenoemde achterstandswijken in de grote steden uit hun kansarmoede te tillen; gecombineerd met samenlevings- en integratieprogramma’s, zwerfvuil verwijderen en speelpleinen en plantsoenen aanleggen. En al evenveel jaren stelt men vast dat die aanpak niet werkt.

Ook in de grote Nederlandse havenstad Rotterdam probeerde de socialistische burgemeester Ahmed Aboutaleb het eerst op die oude vertrouwde manier, maar ook daar leverde dat niet het verhoopte resultaat op.

Dat weet ook Marcel Dela Haije, Rotterdams stadsmarinier, een soort superambtenaar die de veiligheid in de stad moet verhogen.

Marcel Dela Haije: "Rotterdam had de reputatie een onveilige stad te zijn. In 2002 is het bestuur begonnen de straatcriminaliteit terug te dringen, op de traditionele manier. Dat heeft iets opgeleverd: de straten van Rotterdam zijn veiliger geworden. Maar dat is niet het hele verhaal. Want terwijl in sommige wijken de zichtbare criminaliteit ook echt afnam en het leefklimaat verbeterde, gebeurde dat in andere helemaal niet.”

'Door patsers uit het straatbeeld te halen, verstuur je een boodschap. In veel wijken leeft de overtuiging dat misdaad loont en werken voor losers is'
Marcel Dela Haije

Hoe komt dat?

Dela Haije :“Er is een veel sterkere samenhang tussen straatcriminaliteit en georganiseerde misdaad dan veel criminologen denken. Wij hebben in Rotterdam verbeterprogramma’s, maar die werken niet als de onzichtbare misdaad blijft woekeren onder het oppervlak van zo’n achterstandswijk. Ze tast de sociale en economische ontwikkeling en de leefbaarheid van zo’n wijk aan. Het feit dat er meer crimineel dan officieel geld omgaat in zulke wijken, maakt misdaadgeld aanvaardbaar voor de bewoners en trekt de opvoeding van de jongeren scheef.

De misdaadfamilies zijn de koningen van de achterstandswijk. Ze beheren het economische leven, bepalen het straatbeeld en spelen een hoofdrol in de criminalisering van de wijk, want ze zijn de voornaamste werkgevers en de belangrijkste investeerders. Ze kopen het vastgoed op en gebruiken de verloederde panden voor hun criminele activiteiten of verhuren ze als huisjesmelkers aan mensen met een laag inkomen. Of aan illegalen, die ze dan inschakelen in hun misdaadactiviteiten.”

“Die families zijn niet altijd even duidelijk aanwezig in de achterstandswijk. Ze leven vaak verborgen en gedragen zich low profile. Een goeie crimineel valt nooit op. In België leven allochtone misdaadclans als kerkratten, maar in hun moederland bouwen ze grote vermogens op met hun investeringen in horeca en toerisme. Je herkent ze dus aan hun reisgedrag: de familieleden brengen vele korte vakanties door in het moederland om ginder hun economische belangen te behartigen.”

Goudzoekers

Vandaag gaan justitie en politie in Nederland wél actief op zoek naar die onzichtbare misdaad achter de straatcriminaliteit. Maar de maffiosi afficheren hun aanwezigheid nog altijd niet. Hoe vinden ze hen dan? In Rotterdam koos men voor een radicaal nieuwe aanpak: het onzichtbare zichtbaar maken. Marcel Dela Haije doet dat in Rotterdam-Zuid, één van de moeilijkste achterstandswijken in de Nederlandse havenstad. En dat rendeert. In een half jaar tijd heeft Rotterdam 5,3 miljoen euro crimineel geld in beslag kunnen nemen.

“De georganiseerde misdaad wordt zichtbaar op de plekken waar onder- en bovenwereld met elkaar verstrikt raken: daar waar ze haar geld investeert in schermvennootschappen om het wit te wassen.”

En hoe zie je dat?

“Als je door zo’n buurt wandelt, kijk je naar dingen die niet kunnen kloppen. Een kapperszaak zonder klanten of stoelen, een handelszaak waar nooit iemand binnenstapt… Daar zit vaak een onverklaarbaar vermogen achter.

Als een slechtlopende winkel in een paar jaar tijd drie of vier keer wordt heringericht, moet er een alarm afgaan en ga je naar de loonkosten van zo’n zaak kijken.

Net zoals bij een opeenvolging van gelijksoortige zaken in één en dezelfde straat. De ene nachtwinkel na de andere belwinkel, of de ene shoarmazaak en bruidswinkel na de andere… Dat kan niet in een normale markt. Die zouden elkaar dood concurreren.”

Of winkels die uitstekend boeren in een omgeving waar dat normaal niet zou kunnen? Zoals juwelenhandels en reisbureaus in wijken vol werklozen en illegalen.

“Klopt. Zo telden we in Rotterdam-Zuid op de Beijerlandselaan niet minder dan elf juweliers – allemaal goudopkopers – in één van de armste gebieden van Rotterdam! We hebben die winkels van naderbij bekeken met de hulp van de belastingdiensten. Na dat eerste onderzoek gingen er meteen al vier dicht. Eentje opende vervolgens opnieuw zijn deuren; als bruidswinkel deze keer. Maar daarvan waren er eveneens al twee in die straat.”

Boulevard van de misdaad

Ook in de Antwerpse straten floreren de criminele winkels, volgen de gewelddadige afrekeningen en bomaanslagen elkaar op en haalt de politie het ene winkelpand vol namaakspul na het andere leeg. Maar hier doen pers en politiek nog altijd alsof er niets aan de hand is. Zo blijft de Borgerhoutse districtsschepen Zohra Othman van de PVDA koppig ontkennen dat Borgerhout een probleem heeft. In Gazet Van Antwerpen veegt Othman het bestaan van de Borgerhoutse maffia van tafel, doet ze berichten over drugscriminaliteit in Borgerhout af als ‘de stigmatisering van een progressief district’ en zegt ze over de aanwezigheid van misdaadgeld in de Borgerhoutse economie dat ‘na het criminaliseren van de jongeren nu de hardwerkende winkeliers van de Turnhoutsebaan worden afgeschilderd als drugscriminelen.’

Maar het wordt steeds moeilijker om nog naast de georganiseerde drugsmisdaad te blijven kijken. Ook in het straatbeeld van Borgerhout zie je steeds meer tekenen aan de wand. De Carnotstraat en de Turnhoutsebaan, de grote verkeersaders, zijn van oudsher bruisende handelsstraten, alleen is de commercie er vandaag helemaal anders: de bonafide handelszaken zijn er grotendeels verdwenen. De twee straten zijn een lang en eentonig lint geworden van uit het niets opduikende en even snel weer verdwijnende groezelige etablissementen. Allemaal bieden ze dezelfde producten en diensten aan, vaak uit de zwarte handel of het diefstalcircuit: outlets voor bruidskleding, nachtwinkels, kapperszaken, theehuizen en vzw’s vol werkeloze mannen, shoarmatenten, wisselkantoren en scheve handeltjes waar elektronica van onduidelijke afkomst wordt aangeboden. En dat afgewisseld met failliete en verlaten panden met neergelaten rolluiken. Alles wijst erop dat hier de georganiseerde misdaad actief is.

Burgemeester Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam met de stadsmarinier Marcel Dela Haije.Beeld Belga
'In 2014 hebben we 7 miljoen euro kunnen recupereren van illegale bankiers'
Marcel Dela Haije

Dela Haije: “De criminelen kiezen vooral voor zaken waar je geen speciale vergunningen voor nodig hebt en die op cash geld draaien: dat maakt misdaadgeld witwassen makkelijker. Ze zijn actief in autoverhuurbedrijven, waar ook auto’s worden geleverd aan drugskoeriers en waar de maffiabazen hun dure auto’s laten inschrijven om inbeslagnames te voorkomen. Kappers die niet knippen zijn vaak opvallend aanwezig in zulke straten, net als nagelstudio’s en salons voor Thaise en Chinese massage, die steeds vaker een dekmantel blijken voor witwas en mensensmokkel.”

De grote drugsclans die de wijken controleren, hebben de gewoonte om ‘hun bijdrage’ te leveren aan het ‘welzijn’ van de lokale gemeenschap. Ze willen hun groeiende economische en sociale status concreet vertaald zien. Dat doen ze bijvoorbeeld door gevechtssportscholen te financieren, waarbij ze de uitbating en de trainingen laten verzorgen door gevechtssporters met lokale en soms zelfs nationale renommee. Of ze investeren in lokale restaurants, trendy shishatenten die vooral bij jonge islamitische straatcriminelen erg populair zijn, en in allochtone vzw’s annex theehuizen, waar ’s nachts in voor de buitenwereld verborgen achterkamers wordt gegokt en waar drugs en zelfs vrouwen worden verhandeld.

“Ook illegaal bankieren woekert in zulke wijken. Zo zien we het hawala-systeem steeds vaker opduiken: een geldtransfernetwerk waarmee je grote sommen misdaadgeld van het ene land naar het andere kunt brengen. De crimineel betaalt doorgaans 10 procent op zo’n witwastransactie, maar als je weet dat misdadigers bereid zijn om tot 50 procent te verliezen én dat de pakkans met hawala klein is, dan snap je waarom het systeem zo populair is bij terroristen, drugstrafikanten en maffiosi. Dat illegale bankieren loopt via nachtwinkels, belwinkels en wasserettes. In Nederland alleen al gaan er jaarlijks honderden miljoenen euro in om. In 2014 hebben we daar in Rotterdam toch al 7 miljoen euro van kunnen recupereren.”

Feestzalen blijken eveneens goed te liggen bij de witwassers van drugsgeld. Abdelkader Bouker was een kopstuk van de drugsmaffia in Borgerhout. De Marokkaanse jood werkte eerst als trafikant voor het machtige Israëlische maffiaconglomeraat van Yitzhak Abergil en bouwde na de ontmanteling van die organisatie zijn eigen netwerk uit dat zich specialiseerde in xtc en cocaïne. Bouker was een nijver witwasser. Hij beschikte over tientallen vennootschappen in Borgerhout en in de provincie Antwerpen, tot pitabars in Mol en winkels voor kinderkleding in Heist-op-den-Berg toe. Op de Turnhoutsebaan had hij de hand gelegd op een waar Antwerps monument: de Schramme, een pand met drie luxueuze feestzalen dat al meer dan vijftig jaar bestaat. Via de bvba De Nieuwe Schramme/Expertia maakte Bouker er een vooral bij Marokkanen populaire zaal van, die de afgelopen jaren wel vaker in het nieuws kwam wegens overlast en vechtpartijen. Of Bouker nog altijd een grote man is in de Antwerpse drugswereld, is onduidelijk. Vorig jaar is hij spoorloos verdwenen.

Project patser

Zware misdaadfamilies verbergen hun rijkdom liever voor de buitenwereld, maar niet iedereen houdt zich aan die ongeschreven regel. Zo is er de patser: een jonge crimineel die het vooral doet voor de bling en die zijn rijkdom graag wil etaleren.

“De patser hoort bij de straatcultuur. Hij wil het beeld van een vlotte boy met geld op overschot uitdragen.”

Dure kleren, fluorescerende sneakers, Louis Vuitton-petjes met het bijbehorende aankoopbewijs dat aantoont dat het níét om Chinese namaak gaat, schoudertasjes van Gucci, T-shirts van de Duitse ontwerper Philipp Plein met een doodskop als label en gigantische glinsterende horloges. De hoogste betrachting van de cokegangster is een Audemars Piguet, een Zwitsers horlogemerk dat bijzonder dure en opzichtige polshorloges maakt en dat ‘patserfähig’ werd toen Arnold Schwarzenegger er in de film ‘Terminator 3’ mee uitpakte.

“Zulke criminelen noemen wij windhappers, jongens die serieuze uitgaven maken, maar geen aantoonbaar inkomen hebben. Zij zijn een duidelijk bewijs van de aanwezigheid van de georganiseerde misdaad.”

'De patsers willen het beeld van de vlotte boy met geld uitdragen. Ze vormen het decor in veel verloederde wijken.'
Martijn Dela Haije

Opgeschoren patsers in witte auto’s met zwarte velgen: Mercedes, Audi Q7, Hummer, Porsche Panamera…. Zij zijn een vast onderdeel van het decor in veel verloederde wijken. Het zijn de flitsende jongens die zich niet aan de verkeersregels houden omdat ze – naar eigen zeggen – de bekeuringen toch kunnen betalen.

“Onlangs werd bij een politieactie in Rotterdam een jonge kerel aangehouden die rondreed in een cabrio van 30.000 euro. Die bleek zijn persoonlijke eigendom te zijn en bovendien had hij ook nog een Ferrari op zijn naam staan. Maar officieel leefde hij van een mindervalidenuitkering. Merkwaardig, niet? Met zulke zaken gaan we meteen aan de slag. Ons motto is: neem die dure auto in beslag en laat dat ook zien aan de mensen in de wijk. Door zulke jongens uit het straatbeeld te halen, verstuur je een boodschap. In veel wijken leeft de overtuiging dat misdaad loont en dat werken voor losers is, zeker als je die patsers ongestoord ziet rondrijden in hun glimmende auto’s. Moeilijk te verkroppen voor een postbode die ’s morgens om zes uur begint te werken, hoor.”

In Rotterdam zetten politie en justitie veel in op die onverklaarbare rijkdom. Zetten jullie elke chauffeur onder de 25 jaar in een dure auto aan de kant?

Dela Haije: “Natuurlijk niet. Er zijn ook jongens die zich zo’n auto legaal kunnen permitteren. Soms blijken het profvoetballers te zijn die 60.000 euro per maand verdienen. Je kan dat schandalig vinden, maar ze verdienen dat geld wel op een legale manier.”

In Rotterdam worden zulke dure auto’s nu al jaren in beslag genomen. In zes maanden tijd haalde men er tien auto’s met een totale waarde van 242.000 euro uit het verkeer. In Antwerpen zette het parket in 2013 een gelijkaardig proefproject op: Project Patser. Maar met aanzienlijk minder succes, zegt Ken Witpas, de Antwerpse persmagistraat.

Ken Witpas: “Dat project heeft een jaar gelopen. In 2013 heeft de procureur de wijkagenten gevraagd om uit te kijken naar patsergedrag en te dure auto’s in probleemwijken, bijvoorbeeld rond de Turnhoutsebaan. Er zijn in totaal acht dossiers geopend en vier auto’s in beslag genomen. Maar uiteindelijk is er maar één vervolging van gekomen: een kerel met een Porsche die zich moet verantwoorden voor drugshandel. Het resultaat was beneden verwachting en we hebben geen plannen om er nog iets mee te doen.”

Dela Haije: “Je moet dat natuurlijk op een intelligente manier doen. Het heeft geen zin om de straat op te lopen en iedereen met een bepaald profiel aan de kant te zetten. Eerst maak je een lijst met de auto’s die in aanmerking komen. Daarnaast haal je straatinformatie bij wijkagenten, stadspersoneel en bewoners. Wij wisselen ook gegevens uit met onder andere de belastingdiensten, die informatie hebben over de inkomsten en de belastingaangifte van de Rotterdammers. En als die niet stroken met hun manier van leven…”

'Jongens die met luxueuze wagens rondrijden, maar geen aantoonbaar inkomen hebben, vormen een bewijs dat de georganiseerde misdaad aanwezig is in de stad'
Marcel Dela Haije

Is die aanpak de verklaring voor jullie succes?

“Ja. Normaal is het bestrijden van de georganiseerde misdaad een zaak van justitie en politie. Maar wij laten zien dat je georganiseerde misdaad ook bestuurlijk kunt aanpakken. Het is ons er niet alleen om te doen om criminelen veroordeeld te krijgen. Wij willen een klimaat creëren waarin zij geen plaats meer vinden. Zodat ze zelfs niet meer in Rotterdam willen zijn.”

In het najaar van 2016 werd nog eens duidelijk hoe belangrijk de patsercultuur is geworden, tijdens een Marokkaans huwelijk in Borgerhout waarbij de straten door arrogante feestgangers werden geblokkeerd met tientallen dure auto’s. Een aantal van hen werden geïdentificeerd als kopstukken van de Borgerhoutse maffia. De aanwezigheid van veel Nederlandse nummerplaten in de huwelijksstoet, op auto’s die waren gehuurd bij het autobedrijf Meijers in Utrecht, was ook een illustratie van de innige, vaak op drugshandel gestoelde verwevenheid tussen Marokkaanse families in België en Nederland. Die wordt ook aangetoond door de steeds grotere groepen criminele Nederlandse Marokkanen die naar Borgerhout afzakken en daar aan de slag gaan, en zelfs door in Nederland gezochte drugstrafikanten die in Borgerhout onderduiken.