© Miranda Gijsen

“Geit geslacht om mij te verwelkomen”

Lang heeft Sielke Kemps uit Leopoldsburg niet moeten nadenken over haar oversteek naar Afrika. “Ik was al vroeg gebeten door het avontuur en had aan mijn ouders gezegd dat ik België achter me zou laten als ik ooit zou kunnen werken in het buitenland. Waar naar toe, maakte voor mij op zich niet uit. Niet weten waar je zou belanden, sprak me daarin vooral aan.” Al is het nu ook de liefde die haar 11.000 kilometer verder naar het warme Tanzania bracht.

Miranda GIJSEN

Auto’s, vrachtwagens, tuktuks, bromfietsen, koeien en geiten. Een mengelmoes aan verkeer op de hoofdstraat van de stad Arusha, in het noorden van Tanzania. Langs de weg zie je straatverkopers met huishoudartikelen, kleding, fruit en groenten. Onafgewerkte flatgebouwen staan naast eengezinswoningen en eenkamerhuisjes uit cementblokken. Aan het einde van de hoofdweg, in de schaduw van de koffieplantages en het Rwanda tribunaal, zien we het silhouet van de St. Constantine’s International School verrijzen. Een school die opvalt door haar witte gevels met blauwe accenten die aan Griekenland doen denken. In 1952 werd de school opgericht door de Griekse immigrantengemeenschap die zich oorspronkelijk in Oost-Afrika vestigde in de jaren 1920 en 1930. Vandaag telt ze 650 leerlingen en meer dan 38 nationaliteiten. Hier hebben we afspraak met onze Limburger Wereldburger, Sielke Kemps uit Leopoldsburg, in het spoor van burgemeester Wouter Beke, die er met een aantal lokale CD&V-mandatarissen op inleefreis is. De directeur van de lagere graad brengt ons naar de klas van Sielke, die blij verrast is, wanneer ze het Belgische gezelschap in de deuropening ziet staan. “Oh geweldig! Eindelijk weer even Nederlands spreken”, lacht ze. Burgemeester Beke overhandigt haar enkele pakketjes die mama Simone heeft meegegeven. “Ik kreeg bij mijn vertrek in augustus niet alles in mijn bagage, hartelijk bedankt om dit voor me mee te brengen. Ik ben het hier intussen al goed gewoon. We krijgen hier als buitenlandse leerkracht een huisje, onze kost en inwoon wordt betaald door de school. Ik geef hier les aan de leerlingen uit het 4de, 5de en 6de leerjaar. De eerste maanden waren vrij hectisch, dat is ook normaal als alles nieuw is. De sfeer onder de collega’s is open, en iedereen steunt elkaar. Die behulpzaamheid en vriendelijkheid heeft ervoor gezorgd dat ik nu mijn draai goed gevonden heb.”

Wat me onderweg doorheen het land opviel: alle schoolkinderen dragen hier een uniform. Is dat een bewuste keuze om geen onderscheid te maken tussen de leerlingen?

“Het schooluniform hoort bij het naar school gaan in Tanzania. En daar zijn ze zeer streng op. Wij moeten als leerkracht onze leerlingen er op aanspreken als hun uniform niet in orde is. Het is een goed systeem. Zo kan je al niet omwille van je kleding worden gepest. De verschillen in onderwijs zijn groot. Je hebt lokale scholen, English medium scholen, internationale scholen en colleges. Iedereen kan naar school, maar niet iedereen kan naar de beste school. Dat hangt voor een stuk van het inkomen van je ouders af. Maar elke ouder wil hier wel het beste voor zijn zoon of dochter. Dat merk ik vooral in de oudercontacten. Afrikaanse ouders leggen de lat hoog voor hun kinderen en spreken hen ook streng toe, met als het moet nog een tik met een zweepje of stok. Zij willen dat hun kind respect heeft en de kansen benut om te slagen.”

Hoe ben je hier eigenlijk beland?

“Om een lang verhaal kort te maken, eigenlijk via mijn mama. Vijf jaar geleden deed ze vrijwilligerswerk in Tanzania en kwam overenthousiast terug. Nieuwsgierig naar haar avonturen ben ik twee jaar geleden met haar meegegaan en met de liefde van mijn leven teruggekomen (lacht). De gids van onze safaritour toen, is mijn huidige vriend. Het was liefde op het eerste gezicht. Aan het einde van de reis hebben we onze contactgegevens uitgewisseld en zijn we in contact gebleven. Hij is op bezoek naar België gekomen en ik ben in het voorjaar terug naar Arusha getrokken. Intussen had ik heel wat organisaties en internationale scholen aangeschreven, op zoek naar werk in het buitenland. En in augustus mocht ik hier beginnen.”

Werd je onmiddellijk aanvaard door de familie van je vriend?

“Daar had ik zelf veel schrik voor, maar die angst bleek totaal ongegrond. Mijn vriend en zijn ouders zijn vrij Westers ingesteld. Dat scheelt natuurlijk. Ze hechten veel belang aan het familiale gebeuren. Ik herinner mij nog de eerste kennismaking, ik werd er bijna ontvangen als een koningin. Er werd een geit geslacht om me welkom te heten in de familie, voor hen is dat een symbool om aan te tonen dat je belangrijk bent. Er is hier veel respect en bewondering voor de mzungu, de blanken. Zonder de steun van Godlisten, zou het voor mij ook moeilijker zijn om te aarden.”

© hbvl

De contrasten in Tanzania lijken groot. In de steden zie je de vooruitgang, in de dorpjes staat nog de Singer naaimachine.

“Dat is zeker zo, maar de rode draad doorheen heel het land is dat het een bevolking is die positief ingesteld is en vooruit wil. Er leven hier zoveel verschillende stammen met en naast elkaar, zonder noemenswaardige conflicten. Of je nu Masai bent of Iraqw, iedereen staat altijd open om je te helpen. Arusha is een ontwikkelde stad, eens buiten de stad zie je een heel andere vorm van samenleven, van overleven.”

Speelt de klimaatverandering hier ook een rol? In het voorjaar stierven nog hele kuddes vee bij de Masai omwille van de droogte.

“Zeer zeker, dat is voor de mensen hier de grootste uitdaging. De maisboeren zeggen dat het veel minder regent dan vroeger, het regenseizoen wijzigt. Dat betekent ook dat het voor hen moeilijker wordt om in te schatten wanneer het de beste tijd is om alles in te zaaien en te planten. De klimaatverandering wordt hier wel degelijk zichtbaar.”

Twee jaar geleden kwam er een nieuwe president aan de macht. Is de verandering merkbaar?

“President John Magufuli heeft veel wetten veranderd. Meest opvallende is zijn aanpak van de corruptie. Vroeger kon je op de zwarte markt veel geld verdienen, maar foefelen is vandaag veel moeilijker. Daarnaast heeft hij ook taksen ingevoerd in de toeristische sector. Zo moeten toeristische organisaties vandaag belastingen betalen op de wagens waarmee ze toeristen vervoeren en op de safaritochten die ze organiseren. Als je dan een klein bedrijf hebt, dan weegt dat zwaar door. En Tanzania moet het economisch toch vooral hebben van die toeristen.”

Wat brengt de toekomst voor jou, ga je je settelen in Tanzania?

“Op school is mijn contract voor twee schooljaren verlengd, maar ik weet nog niet of ik dat tweede jaar kan aanvatten. Dat hangt van mijn visum en werkvergunning af. Tijd brengt raad, zeggen ze. Godlisten en ik willen samen een toekomst uitbouwen, maar in welk land, dat staat nog niet vast. Als ik permanent naar Tanzania moet verhuizen, zou ik dat niet erg vinden. Dit land voelt voor mij aan als een tweede thuis, omdat iedereen hier goed voor me zorgt. Hakuna matata, geen zorgen!”