Direct naar artikelinhoud

'Ik ben gelukkig niet in een rolstoel beland'

Welk pad bewandelden voormalige olympiërs na hun topsportcarrière? Priscilla Ernst deed als shorttracker mee aan de Olympische Spelen van Calgary (1988), Albertville (1992) en Lillehammer (1994). Een val betekende einde carrière. Nu is ze eigenaar van een winkel in woninginrichting in Scheveningen.

Priscilla ErnstBeeld Jiri Buller

'Klanten die echt in de sport geïnteresseerd zijn, vragen weleens: je hebt zo'n bekende naam, moet ik je ergens van kennen? Ik ben vrij verlegen. Meestal antwoord ik iets van: ach, ik heb vroeger een beetje geschaatst. Maar mijn man, veel assertiever, roept dan: een beetje geschaatst? Je hebt potverdikke aan drie Olympische Spelen meegedaan! Klanten gaan me dan googelen en komen een volgende keer enthousiast terug. Dat is een mooie blijk van waardering.

'Ik was 17 toen ik aan de Spelen in Calgary mocht meedoen. Shorttrack was een demonstratiesport, samen met curling en freestyleskiën. Toen we in de hal arriveerden voor de training, moesten we direct het ijs af omdat we erdoorheen dreigden te zakken. Shorttrack stond nog in de kinderschoenen. Vier jaar later in Albertville waren alle wedstrijden uitverkocht en was alles veel beter geregeld. Vanaf dat moment is de sport gaan groeien.

Dichtgeklapt

'Een val tijdens de Aegon Cup, in december 1995, maakte een abrupt einde aan mijn carrière. Ik werd meegenomen in een val, schoot onder de kussens door en kwam met een vliegende vaart tegen een plint van de ijshockeyboarding terecht. Mijn longen waren dichtgeklapt, ik kon bijna geen adem meer halen en had geen gevoel meer in mijn benen. Ik dacht: dit is helemaal mis.

'Mijn vader heeft me toen naar het ziekenhuis gebracht. Daar hoorde ik dat ik me geen zorgen hoefde te maken over de verlamming. Die val was zo hard dat alles in mijn lichaam even was uitgeschakeld. Maar ik had wel twee ruggenwervels gebroken. Ik heb twaalf weken in een korset gelopen.

Ik dacht: dit is helemaal mis
Priscilla Ernst

Grote klappen

'Die val heft een grote impact op mijn leven gehad. Ik moest stoppen met topsport en ook met mijn werk in een kledingzaak, omdat ik niet meer hele dagen kon staan. Achteraf mag ik van geluk spreken dat ik toen niet in een rolstoel ben beland. Ik kan in principe alles doen zolang ik maar geen grote klappen op mijn rug krijg.

'Als je me vraagt of het dat waard is geweest, zeg ik volmondig ja. Als verlegen Haags meisje heb ik door het shorttrack de hele wereld kunnen zien. Ik koos voor de sport omdat ik het leuk vond, niet om de beste te zijn. Het is al heel bijzonder mee te mogen doen aan de Spelen. Hoeveel mensen kunnen dat nou zeggen?

Ik moest stoppen met topsport en ook met mijn werk in een kledingzaak
Grote klappen
Beeld Jiri Buller

Samengeknepen billen

'Mijn man is aannemer en had een showroom voor houten vloeren. Bij toeval ben ik in de woninginrichting terechtgekomen. Een leverancier van gordijnen gaf een pakket af en zei tegen me: kijk eens of dit ook verkoopt in de showroom. Mijn eerste order was 7.000 euro. Ik dacht: hé, dit is leuk. Ik had nooit gedacht dat ik dit kon, maar ik ben een doorzetter. Een overblijfsel van de topsport: als je iets doet, doe je het goed.

'Mijn dochter is nu ook gaan shorttracken. Soms zit ik met samengeknepen billen op de tribune. Dan denk ik: o jee, dat gaat hard. Maar met mijn verleden kan ik moeilijk zeggen dat ze moet stoppen. De valpartijen vallen tegenwoordig mee, de kussens staan vast en zijn van goede kwaliteit. Daar hou ik me aan vast. Zo'n val als bij mij, zal mijn dochter niet overkomen.'