Zoals bekend, willen de Antwerpse burgemeester Bart De Wever (N-VA), minister van Binnenlandse Zaken Jambon (N-VA), justitieminister Geens (CD&V) en minister van Financiën Van Overveldt (N-VA) samen met de lokale en federale politie, haven en douane de ‘War on Drugs’ nieuw leven inblazen. Dat gebeurt nadat de federale politie een tijd geleden alarm sloeg over de niet meer in te dijken cocaïnesmokkel in Antwerpen. Met het zogenaamde Stroomplan wordt er een speciale taskforce opgericht, met tientallen specialisten uit verschillende domeinen; van douane en sociale inspectie tot politie en gerecht. Om dat doel te realiseren, zijn er nu ook twee leden van het Limburgse interventiekorps opgevorderd. Dit korps voert opdrachten uit voor politiezones en federale eenheden die versterking nodig hebben binnen hun gerechtelijk arrondissement. Zo worden leden gericht ingezet bij ordehandhaving (voetbalwedstrijden, manifestaties), veiligheidsoperaties of grootscheepse controles. En er bestaat een mogelijkheid om voor een lange periode naar de politiezones te worden gedetacheerd.

Onderbemand

Het Limburgse interventiekorps telt momenteel 27 leden terwijl er dat 34 horen te zijn. Het korps is dus eigenlijk al onderbemand en moet nu nog eens twee leden aan Antwerpen afstaan. “Ik ben daarvan pas gisteren officieus in kennis gesteld”, aldus de Limburgse procureur Guido Vermeiren. “Ik wil intern eerst een debat voeren alvorens te reageren. Ik vind het alvast een vreemde en moeilijke beslissing gelet op de problemen waarmee Limburg kampt en het gegeven dat ook wij manschappen en middelen tekort hebben.”

Georganiseerde misdaad

In de artikelenreeks over de georganiseerde misdaad in Limburg die eind vorig jaar in deze krant verscheen, benadrukte de procureur dat Limburg in vergelijking met andere gerechtelijke arrondissementen eruit springt op het vlak van motor- en drugsbendes: “Antwerpen zit met een gigantisch cocaïneprobleem in de haven. Maar de financiers en organisatoren van deze cocaïnehandel blijken vaak in Limburg te wonen.”

Ook federaal procureur Frédéric Van Leeuw had het eerder over de stijgende opmars van de georganiseerde criminaliteit in Limburg: “Verschillende criminele organisaties hebben zich in deze regio gevestigd met het oog op uitgebreide productie en handel in verdovende middelen. Het feit dat Limburg grenst aan Nederland speelt zeker een belangrijke rol. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er een grote interactie is tussen beide landen in de grensstreek.”

Vorige week bij de voorstelling van het jaarverslag van de federale gerechtelijke politie bleek nog dat in Limburg vorig jaar 35 criminele afrekeningen werden geregistreerd. Ze speelden zich voornamelijk af in het drugsmilieu.