Schilderkunst

Luc Tuymans zet het Louvre naar zijn hand: “Voor het prestige. Voor de kick. En voor het publiek”

© Florent Michel

Met vier wandvullende werken die hij live in het museum aanbracht, introduceert Luc Tuymans de daad van het schilderen weer in het Louvre. “Dat ze na een jaar weer verdwijnen, is juist een troef”, vindt hij.

Geert Van der Speeten

Frankrijk bleef lang een blinde vlek voor Luc Tuymans. Het was de Antwerpse kunstenaar een raadsel waarom zijn internationaal gewaardeerde schilderkunst er niet aansloeg. Hij schreef het toe aan het spreekwoordelijke Franse chauvinisme. Intussen is hij een van de sterkhouders in de collectie van privéverzamelaar François Pinault. En zie: met het Louvre nodigde nu ook voor het eerst een groot Parijs’ instituut hem uit.

In diverse programma’s inviteerde het Parijse museum de voorbije jaren al artiesten en schrijvers voor een nieuwe lezing van de legendarische collectie. Tuymans kreeg de vraag om de creatie opnieuw binnen te brengen op deze plek die focust op de traditie. Een plek ook die ooit een school voor schilders was, waar kunstenaars kwamen kopiëren of grote décors mochten installeren. Hij schaarde zich in de Louvre-traditie en nam de uitdaging aan om rechtstreeks op de muren te werken. “Voor het prestige. Voor de kick. En voor het publiek”, zegt hij met een brede grijns.

Franse revolutie

In een centrale rotonde in de Richelieu-vleugel realiseerde hij de voorbije weken vier nieuwe muurschilderingen. Aan een strak tempo, met een assistent aan de beamer en eentje die de hoogtewerker bediende. Passanten konden de werken live zien groeien.

© Audrey Viger/Musée du Louvre

Ze horen misschien bij de meest abstracte reeksen uit zijn oeuvre, in typische vage tinten en halftonen. Het zijn beelden van beelden, immense blow-ups die blijven nazinderen. Voor drie van de vier baseerde hij zich op een Youtube-filmpje van een Nieuw-Zeelandse kunstenaar die zijn verfborstels schoonmaakte. De borstels krijg je niet te zien. Wel een witte overall, een hand en een deel van het palet. Een rode gloed suggereert bloedvlekken – met enige verbeelding is dit de plaats van een misdaad.

Het vierde schilderij is gebaseerd op een werkje dat al sinds de jaren ‘90 zoek is. Het stelt het geknakte hoofd van een marionet voor. Tuymans probeerde het uit het hoofd te reconstrueren, dit keer op wandvullend formaat. In de open nek ziet hij een verwijzing naar de guillotines van de Franse revolutie.

Voor zijn ingreep kreeg hij carte blanche. Hij koos zelf de locatie: een zeshoekige rotonde waar een reeks schilderijen van Valentin de Boulogne hing. Ze vormt een overgang tussen Franse en Vlaamse kunst in de schilderijencollectie. ‘Het is een strak symmetrische ruimte’, zegt hij zelf. “Een doorgangszone, een plek waar men zich wat gedesoriënteerd voelt. Precies wat ik nodig had.”

© Luc Tuymans

Ongrijpbaar

Met muur- en wandschilderingen is Tuymans niet aan zijn proefstuk toe. Hij realiseerde er meer dan tachtig, die hij tot een apart onderdeel van zijn oeuvre rekent. Er is een boekwerk over in de maak.

“In muurschilderingen zie ik een mooi medium, zonder restricties”, zegt hij. “Ze zijn direct en frontaal. Je kan in situ iets realiseren dat goed functioneert. Soms ging het ook om een pragmatische oplossing voor tentoonstellingen die een werk niet in bruikleen kregen. Dan maakte ik het gewoon opnieuw ter plekke.”

Slechts vier muurschilderingen waren permanent bedoeld: voor het Concertgebouw in Brugge, het MSK in Gent (in frescotechniek) en de opera van Dresden. Ook een plafondwerk voor het theater van Jan Fabre is blijven hangen. Alle andere waren een tijdelijke ingreep.

Dat de werken enkel in de herinnering blijven hangen, vindt Tuymans een troef. “De beelden worden ongrijpbaar en efemeer. In het Louvre ging ik nog een stap verder. Ik kon er geen acrylverf gebruiken, maar experimenteerde met een soort van theaterverf. Het pigment zal langzaam degraderen, alleen de ondertekening blijft uiteindelijk zichtbaar. Die zal ook overschilderd worden, want de reeks blijft maar een jaar hangen. Ik vind zoiets van een grote schoonheid.”

Een van zijn vroege muurschilderingen was een stunt voor de cultuurwebsite van de VRT. Een werk uit de reeks Exhibit, met copulerende apen, bleef twee weken in het straatbeeld te zien. De reactie van voorbijgangers werd gefilmd: slechts vier procent keek daadwerkelijk. Tuymans reageerde toen filosofisch. Kunst gaat om het doorgeven van ideeën, vond hij, ook al is dat maar voor een fractie van een seconde. “In een museum kijken mensen anders en bewuster”, zegt hij nu. “En in het Louvre zijn ze met 30.000 per dag.”

Luc Tuymans, ‘L’orphelin’ is in het Louvre te zien tot mei 2025.